Amnesty Nederland, Oxfam Novib en PAX trekken de komende maanden gezamenlijk op in een traject van gesprekken met de Nederlandse banken en de overheid. Doel is het sluiten van een convenant speciaal gericht op mensenrechten. Ook vakbonden FNV en CNV zitten aan tafel. De NGO’s willen dat financiële instellingen alleen investeren in bedrijven die mensenrechten respecteren.
In 2014 heeft het kabinet dertien Nederlandse bedrijfssectoren geïdentificeerd waarbinnen de risico’s op betrokkenheid van de bedrijven bij milieu- en mensenrechtenmisstanden in het buitenland het hoogst zijn. De financiële sector is één van deze dertien sectoren. Het is de bedoeling dat de sectoren met de overheid en maatschappelijke organisaties afspraken maken over de manier waarop zij internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Binnen de financiële sector hebben de banken het initiatief genomen om tot een convenant te komen, waarbij men zich vooralsnog wel beperkt tot mensenrechten en bijvoorbeeld milieu en klimaat buiten beschouwing laat. De SER faciliteert het proces.
Rol financiële instellingen bij mensenrechtenschendingen
Amnesty International, Oxfam Novib en PAX willen dat financiële instellingen alleen investeren in bedrijven die mensenrechten respecteren. Heeft een financiële instelling een investering in een bedrijf dat betrokken is bij mensenrechtenmisstanden, of bestaat daarop een hoog risico, dan moet deze instelling haar invloed inzetten om dit bedrijf ertoe te bewegen aan deze misstanden een einde te maken, of deze risico’s weg te nemen. Als resultaten uitblijven, moet de financiële instelling daar consequenties aan verbinden.
Glencore
‘Een voorbeeld van een bedrijf waarbij banken hun invloed zouden moeten aanwenden, is het Zwitserse mijnbouwbedrijf Glencore, dat volgens getuigenverklaringen betrokken is geweest bij ernstige mensenrechtenschendingen door paramilitairen in de Colombiaanse regio Cesar’, meldt Amnesty. ‘En financiële instellingen die investeren in Shell zouden tijdgebonden afspraken moeten maken met het bedrijf over het adresseren van de negatieve impact van de olievervuiling op de sociaaleconomische rechten van de lokale gemeenschappen. Ook zouden zij moeten aandringen op voldoende compensatie voor geleden schade.’
Goede doelen