Die participatiesamenleving van Rutte, hoe ziet die eruit? Op papier zien we de mooiste, innovatieve samenwerkingen. Daarin komt een alliantie tot stand tussen overheid, bedrijfsleven en civil society, waarin ieders sterkten worden gerespecteerd en ieders krachten optimaal worden benut. De overheid zorgt voor flankerend beleid en basisfinanciering; bedrijven financieren vanuit hun core competence binnen hun mvo-beleid en particuliere organisaties, zoals charitatieve fondsen, zetten lokale kennis, eigen middelen en mensen in. Iedereen leert van elkaar en vult elkaar aan. Het is een feest van contemplariteit en de droom van de onlangs opgerichte Maatschappelijke Alliantie Nederland.
Tot zover de droom.
De realiteit is dat de partijen elkaar doorgaans slecht kennen, if at all. En als er al samenwerkingen zijn, doemen andere grote uitdagingen op: een mooi project starten is één, maar de financiering verduurzamen is een heel ander verhaal. De hamvraag is: wie voert hier regie in dit soort publiek-private samenwerkingen? Aan wel-denkers geen gebrek, maar wel-doeners die het volhouden?
Het Leefkringhuis in Amsterdam-Noord lijkt aardig op weg om daar een succesvol antwoord op te geven. Wij vragen daarom uw bijzondere aandacht voor een belangrijk artikel hierover in dit Filanthropium Journaal van Suzanne Kooij en Arthur Peelen. Zij beschrijven de eerste, voorzichtige, maar veelbelovende samenwerking tussen lokale overheid, bedrijven en vermogensfondsen om de allerarmsten in Amsterdam-Noord te helpen.
De ‘Big Society’ – dat holistische alternatief voor de uitgerangeerde verzorgingsstaat – is in het Verenigd Koninkrijk klinisch dood door gebrek aan politiek, financieel en maatschappelijk draagvlak. Zou het hier dan misschien toch wel…?
Politiek en overheid