Zoals vele collega’s in de wereld van de fondsenwerving heb ik mij ook aangesloten bij De Toekomst van Fondsenwerving (DTFW) en naar aanleiding van de motiverende artikelen over het omgaan met je donoren heb ik mij afgevraagd bij welke mislukte projecten ik in de afgelopen jaren betrokken ben geweest en hoe ik daarmee ben omgegaan. Ik kan mij drie projecten voor de geest halen, alle heel verschillend en met een wisselende uitkomst. Maar ook met een positief slot. De voorbeelden komen alle drie uit de internationale Alzheimer-wereld.
Het eerste betrof een klein project met als doel de relatie tussen de Alzheimer vereniging in Japan en de zusterverenigingen te verbeteren. We hadden daarvoor een subsidie gekregen van 5.000 dollar van een foundation die in Londen is gevestigd en projecten ondersteunt in relatie tot Japan. Het land heeft de oudste bevolking ter wereld (25 procent boven de 65) en daardoor veel Alzheimer en andere vormen van dementie. De Alzheimer vereniging is goed georganiseerd, zeker in vergelijking met de omliggende landen in Azië. Wij dachten dat ze die kennis wel over wilden dragen naar de buurlanden zoals Indonesië, Maleisië of de Filippijnen. Daarvoor hadden we de formule van een ‘Twinning’ project waarbij twee landen gedurende drie jaar samenwerken onder de vlag van de internationale koepel en grotendeels zelf de agenda bepalen. We hadden dat uitgelegd aan Alzheimer Japan en na goedkeuring van hun kant de subsidie aangevraagd en gekregen. Vervolgens bleek dat Japan de bedoeling niet goed had begrepen en verwachtte samenwerking met het hoofdkantoor in plaats van met de buurlanden. Japan zag het niet zitten om een Twinning project op te zetten. We legden dit voor aan de donor, vroegen hen om advies en boden aan de subsidie terug te storten. Hun reactie was echter verrassend. Ze zeiden dat het zo wel vaker gaat met Japan, de communicatie is vaak moeilijk, mede door taalbarrières, en dan stemmen ze in met dingen die ze niet helemaal overzien. De foundation suggereerde om het geld te gebruiken om de relatie te verbeteren en een delegatie van Japan uit te nodigen voor een breder gesprek over internationale samenwerking. Dat gebeurde op ons jaarlijkse congres dat een paar maanden later in Singapore was gepland en het leidde inderdaad tot betere aansluiting van Japan op de internationale gemeenschap.
Het volgende project was een plan voor een wereldwijde bewustwordings- en fondsenwervende campagne. We waren op zoek naar een aanpak die overal ter wereld zou kunnen worden uitgerold en hadden een aantal bedrijven gevonden die dat wilde sponsoren, althans een eerste opzet. Hiervoor was ongeveer 100.000 dollar beschikbaar. Ik zal de lezer niet vermoeien met de details, maar het lukte uiteindelijk niet om het eens te worden over een eenduidige aanpak, hoewel we een leuk plan hadden opgesteld met een bureau uit Canada. Terugkijkend hebben we niet echt goede terugkoppeling gedaan naar de sponsors en is het project als een nachtkaars uitgegaan. Dat had beter gekund. Er is wel een les uit geleerd voor de jaarlijkse Wereld Alzheimer Maand om het materiaal zo algemeen mogelijk te maken, waardoor ieder land zijn eigen accenten kan leggen.
Ten slotte het derde project, weer met geld van een vermogensfonds, rond de 30.000 dollar om bewustwording te vergroten in Bangladesh en trainingen op te zetten voor mensen uit de zorg en voor mantelzorgers. Dit lukte niet goed door gebrek aan kwaliteit bij onze organisatie in het land zelf. Een soortgelijk project had wel goed gewerkt in Pakistan en Indonesië, maar niet in Bangladesh. Toen we dat zagen aankomen, hebben we het eerlijk en tijdig gemeld aan de donor. Deze had meerdere projecten in dat land. De directeur van het fonds heeft die ook bezocht en is daarna op bezoek gekomen om te bespreken wat we konden doen. We hebben samen geconcludeerd dat een deel van het probleem bestond in de afstand tussen ons kantoor en mensen in de uitvoering en dat een regionaal kantoor voor Azië een goed idee zou zijn. We waren bezig om daar op dat moment geld voor te vinden. Het fonds deed een substantiële bijdrage om dat mogelijk te maken met een driejarige subsidie, die onlangs is verlengd voor nog eens drie jaar. Zij betalen grofweg de helft van de kosten van dit kantoor. Een open houding naar de donor heeft dus geleid tot een meer structurele oplossing voor de hele regio!
Mij dunkt een bemoedigende gedachte en onderstreping van het idee om je donoren serieus te nemen en te betrekken bij de organisatie in goede en minder goede tijden. Wij hebben deze donor in de loop der jaren steeds tijdig voortgangsrapporten gestuurd en uitgenodigd voor relevante bijeenkomsten en congressen, niet in de watten gelegd, maar gewoon serieus en volwassen behandeld.
Internationale filantropie