Ik heb in deze kolommen al eens eerder betoogd dat de discussie over een nieuwe rechtsvorm voor maatschappelijke ondernemingen te beperkt gevoerd wordt. De maatschappij verandert namelijk razendsnel en het klassieke onderscheid tussen traditionele bedrijven (profits) en stichtingen (non profits) gaat volledig voorbij aan nieuwe trends in het realiseren van de doelstellingen. Ik word hierin bijgevallen door Kersten en Beemen, die in een ingezonden stuk in het FD ook betogen dat oud-SER-voorzitter Wijffels in zijn rapport over de maatschappelijke onderneming te veel gefocust is op grote organisaties in onderwijs, zorg en huisvesting. Maar hoe zit dat met kleine ‘non profits? En maatschappelijke ondernemingen in de charitas? Kersten en Beemen pleiten voor een aparte rechtsvorm die aanspraak zou mogen maken op een fiscaal middentarief. De expliciete statutaire doelstelling moet waarborgen dat de onderneming een maatschappelijk doel heeft, maar een gelimiteerde winstuitkering is toegestaan. De investeerders die daarmee worden aangetrokken accepteren dat hun financiële winst beperkt blijft, in ruil voor een expliciete bijdrage aan maatschappelijke doelen. Er is een trend gaande dat investeerders het daarvoor doen, merken Kersten en Beemen op. Het is in elk geval discussievoer voor de bestuurskamer van stichtingen in de filantropische sector. Zeker voor die instellingen die meer maatschappelijk willen ondernemen om hun doelstellingen te realiseren. En meer een ‘agent of change' willen zijn, en minder een veredeld verdeelstation van geefgeld. De grote vraag is natuurlijk of de gevers dat ondernemerschap zullen pikken. Discussie graag!
Organisatienieuws
Maatschappelijk ondernemen
6 juni 2007
Opinie | Edwin Venema | Organisatienieuws