'Meer focus op maatschappelijk initiatief'

Hoogleraar Filantropie Bekkers over invalshoek GIN 2024

Prof. dr. René Bekkers. 
Prof. dr. René Bekkers. 
20 juni 2024
Interview | | Filantropie

In Nederland wordt alles geteld. Maar waar blijft de telling van het maatschappelijk initiatief? Hoogleraar Bekkers laat het er niet bij zitten en voegt de daad bij het woord. Geleidelijk verschuift de invalshoek van het onderzoek van geven naar krijgen, van bronnen van bijdragen naar het maatschappelijk initiatief.



Geven in Nederland schetst een genuanceerd en gedifferentieerd beeld van het maatschappelijk initiatief in Nederland. Wat hoopt u te bereiken met de onderzoeksresultaten?

Bekkers: ‘We vragen aandacht voor tendensen in het Hoofdlijnen akkoord die niet goed zijn voor het maatschappelijk initiatief. Één tendens is dat stichtingen en verenigingen een representatie moeten vormen van het Nederlands publiek. Een andere tendens is de aangekondigde bezuiniging op de giftenaftrek. Ik zal beide toelichten.’
‘Bij hoofdpunt 7 van het Hoofdlijnenakkoord – Goed bestuur en een sterke rechtsstaat – lezen we: ‘‘Er wordt onderzocht of en hoe nadere vereisten gesteld kunnen worden aan de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel op grond van art. 3.305a Burgerlijk Wetboek.’’* Toelichting ontbreekt. Je kunt dit uitleggen als: ze moeten meer divers worden.’

‘Wat er ook achter kan zitten is de weerzin van het landsbestuur tegen de klimaatzaak die organisaties voor duurzaamheid en innovatie als Urgenda eerder hebben aangespannen tegen de Nederlandse Staat om de overheid te houden aan haar verantwoordelijkheid. Met andere woorden: het inkapselen van de kritische functie van het maatschappelijk initiatief .’

En de toekomst van de giftenaftrek?

‘Het tweede punt, de aangekondigde bezuiniging op de giftenaftrek, leidde al tot een breed gesteunde tegenactie. Intussen doet de commissie Rinnooy Kan opnieuw onderzoek naar beter geven. Zelf bij een bezuiniging is de giftenaftrek efficiënter te maken. Een van de varianten die het recente SEO-rapport laat zien is de geefsubsidie.’

‘De overheid legt geld dan bij. Bij invoering ervan is het zeker dat het geld naar goede doelen gaat en niet in de zakken verdwijnt van degenen die de giftenaftrek claimen. Zo kun je met minder overheidsuitgaven meer effect bereiken voor goede doelen. Punt is dat niet alle organisatie afhankelijk willen zijn van de overheid. Daar zou iets op bedacht moeten worden.’

Welke andere lessen kunnen uit het GIN-onderzoek getrokken worden?

‘De doelgroep benadering van fondsenwervende instellingen is vooral gericht op oudere generaties. Naarmate meer mensen in de komende decennia zullen overlijden en nalaten is het voor fondsenwervers zaak aansluiting te vinden met bij jongste generatie. Deze groep voelt zich maatschappelijk betrokken bij allerlei thema’s en maakt zich zorgen over de toekomst. Maar in hun gedrag is deze generatie niet echt betrokken bij goede-doelenorganisaties.’

‘Daarnaast kunnen fondsenwervers meer focussen op diversiteit. Denk aan de Goede Doelen Lezing van Karen van Oudenhoven van het Sociaal en Cultureel Planbureau over de toenemende diversiteit in de samenleving. Dit vraagt van goede doelen om de verbinding met donateurs en vrijwilligers te behouden en te versterken. Wij onderzoekers zouden op een meer cultuurspecifieke manier kunnen uitvragen wat huishoudens met een niet Nederlandse herkomst over hebben voor goede doelen.’

Het onderzoeksobject van Geven in Nederland verschuift geleidelijk van filantropie naar maatschappelijk initiatief.

‘Filantropie heeft bij veel mensen een associatie met geld, het geven van grote bedragen door vermogende Nederlanders. Wij doen ons best om dit idee te ontzenuwen. Filantropie is namelijk ook: u en ik geven aan KWF Kankerbestrijding. Door het zoeklicht niet alleen op geefbronnen maar ook te richten op op maatschappelijke initiatieven breng je de sector beter in kaart.’

‘Je kijkt dan scherp naar maatschappelijke initiatieven die middelen ontvangen en bijdragen aan maatschappelijke vernieuwing op vele terreinen. Het gaat dan niet langer alleen over geven, maar ook over krijgen in Nederland. Wie ontvangt uit welke bronnen van bijdragen en wat gebeurt daar mee? Op dat punt willen we meer vooruitgang boeken. De uitdaging: probeer daar maar eens iets over te zeggen met een gemeenschappelijke eenheid.’

‘We zijn Geven in Nederland dus gestart met het idee: we geven met z’n allen tijd, geld en goederen aan allerlei maatschappelijke initiatieven. Mensen zetten zich daar vrijwillig en zonder winstoogmerk voor in. Denk aan initiatieven om voedselverspilling tegen te gaan of om collectief gebruik te maken van één grasmaaier die gedeeld wordt. Waarom moet iedereen een grasmaaier in de schuur hebben staan?’

Een opmaat tot deze verschuiving van geven naar krijgen is de special over maatschappelijke initiatieven?

‘Inderdaad. En we hebben bij een eerdere editie van Geven in Nederland bewust als ondertitel “Maatschappelijke betrokkenheid in kaart gebracht’’ gebruikt. De vraag is hoe we ons onderzoek in de komende jaren anders kunnen presenteren. Want Geven in Nederland is een gevestigde naam. We hebben de overgang nog niet helemaal gemaakt. Maar de logica wordt: we kijken zowel aan de geef- als aan de ontvangende kant.’

‘Je hebt voor elke 800 Nederlanders een fondsenwervende goede-doelenorganisatie. We weten dat er 45.000 ANBI’s zijn, maar niet hoe deze ‘‘dierentuin’’ er precies uitziet. Wel dat er van alles inzit: woningbouwverenigingen, KWF Kankerbestrijding, het lokale dierenasiel, de plaatselijke harmonie, de EHBO-vereniging et cetera. Het grootste aantal vormen de actief fondsenwervende organisaties, meer dan 20.000.’

‘We hebben 500 ANBI’s uitgeplozen en de Belastingdienst publiceert wekelijks een update van de ANBI-registratie. We hebben websites bekeken en jaarverslagen ingedeeld. Al die uitsplitsingen kunnen we in de toekomst gebruiken. We hebben vervolgens een dataset aangelegd waarmee je met AI een taalmodel kunt trainen zodat je een volgende keer niet alles handmatig hoeft te doen. Zo komt het maatschappelijk initiatief in Nederland allengs scherper in beeld.’

‘In Nederland wordt alles geteld. We weten straks de duizenden locaties van de tijger mug. Ook de biodiversiteit langs de dijken wordt minutieus in kaart gebracht. Hetzelfde geldt voor de hoeveelheid PFAS per liter. Waar is de telling van het maatschappelijk initiatief? Om hoeveel initiatieven gaat het? Op welke schaal zijn ze actief? Internationaal, nationaal lokaal? Wat doen ze? Wat dragen ze bij? Goed om dit op een gestructureerde wijze te onderzoeken.’

*
Een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid kan een rechtsvordering instellen die strekt tot bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen, voor zover zij deze belangen ingevolge haar statuten behartigt.