Laten verdampen of beleggen? Er is gelukkig meer tussen dood en gladiolen.

Laten verdampen of beleggen? Er is gelukkig meer tussen dood en gladiolen.
Laten verdampen of beleggen? Er is gelukkig meer tussen dood en gladiolen.
3 september 2020
Opinie | | Governance & Finance

Goede doelen zitten in een spagaat met hun vermogen’, kopte het Financieele Dagblad onlangs. Goede doelen staan voor een lastige keuze volgens het FD: moeten ze risicovoller beleggen, of toezien hoe hun geld verdampt? In het Engels heet het between a rock and a hard place: kiezen tussen twee kwaden. 
 
De pijnlijke spreidstand voor het vermogen wordt veroorzaakt door de nauwelijks renderende obligaties en de negatieve rente. De Coronacrisis completeert deze ‘perfect storm’ op de financiële markten en maakt dat ook aan de inkomstenkant voor veel doelen de stormbal is gehesen: geen collectes, geen publieksacties. Het goede geld staat van alle kanten onder druk. Tom Poes verzin een list!
 
De vlucht voorwaarts dan maar naar risicovoller aandelen? Dat klinkt aanlokkelijker dan niets doen en als een konijn in een lichtbak je vermogen zien ‘verdampen’.
Tja, totdat deze krantenkop verschijnt: ‘Goed doel vergokt tonnen donateursgeld op de beurs’.
Zo’n kop is waarschijnlijker dan deze: ‘Goed doel laat donateursgeld verdampen door negatieve rentestand.’ Toch is het resultaat de facto hetzelfde: je teert in op je vermogen en dus ook op je maatschappelijke slagkracht.
 
Hier wreekt zich een al langer bestaand probleem voor goede doelen: de professionaliseringsparadox. Vanuit het perspectief van de donateurs, is er de opdracht aan het goede doel om zo zorgvuldig mogelijk met het publieksgeld om te gaan en zoveel mogelijk naar de doelbesteding te sluizen. In de praktijk levert het een intrigerende ongerijmdheid op: het publieksverlangen naar volkomen professionaliteit, maar dan wel in de gedaante van liefdewerk-oud-papier. Het doet een beetje denken aan mensen die tegen het doden van dieren zijn, maar niet willen weten waar hun karbonaadjes in de supermarkt vandaan komen.
 
Door het goede geldvermogen op een verantwoorde manier te laten groeien draagt het goede doel bij aan de duurzaamheid van haar impact en betoont zij zich een goede schatbewaarder: precies wat de donateur wil. Dat dit in de praktijk betekent dat het goede doel op zoek gaat naar rendementsverhogers anders dan spaarrente, is echter voor veel donateurs ook in 2020 een keuze die grote verontwaardiging wekt. Hoe dat kan? Nou, omdat de goede doelen zelf voor een deel hebben bijgedragen aan de roze wolkmarketing van het liefdewerk-oud-papier-deel van hun organisatie. Dus voordat we de zwarte piet neerleggen bij al die domme donateurs…
 
Hier dringt zich het gezegde op ‘repareer uw dak terwijl de zon schijnt’. Ook en juist in financiële hoogtijden moet je bij voortduring uitleggen aan je donateurs wat je met hun geld doet. Niet alleen in de doelbesteding, maar ook op de bankrekening of op de beurs. Maar dat doen we al, zullen goede doelen zeggen. Wij verantwoorden ons keurig in ons jaarverslag! Nee, even serieus. U denkt dat het publiek zich gretig op de financiële paragraaf in uw jaarverslag stort? We weten wel beter. 
 
Als er al een vlucht voorwaarts is, dan toch die naar de donateurs om het perceptiegat als gevolg van de professionaliseringsparadox systematisch te verkleinen. Uitleggen, uitleggen en nog eens uitleggen. Dat kan gevolgen hebben: donateurs die principieel niet willen dat hun giften (deels) voor het vermogensbeleid worden ingezet, kunnen afhaken. En daarmee moet ook erkend worden dat er grenzen zijn aan de structurele uitleg van het financiële beleid, want rationaliseringen zijn in een sector waar de liefdewerk-oud-papier-emoties een onmiskenbare rol spelen geen panacee.
 
De keuze voor een offensieve beleggingsstrategie lijkt voor de meeste organisaties een brug te ver. Bij de acceptatie dat er mogelijk tijdelijk op het vermogen zal worden ingeteerd, hoort een aanvalsstrategie om die verliezen op te vangen op andere manieren die bij de donateurs in tijden van crisis op meer draagvlak kunnen rekenen. En dat vraagt, geen verrassing, ook een intensieve communicatie. Goede doelen zouden de huidige crisis juist kunnen aangrijpen voor een begin van conversatie met hun achterban over duurzame beleggingsvormen en impactinvesteringen, die passen bij de gedeelde idealen. Ze geven uitzicht en hoop, anders dan angst voor bokkesprongen op de beurs, want goede doelen zitten er op alle fronten in voor de lange termijn.
►Auteur Edwin Venema was twaalf jaar hoofdredacteur van De Dikke Blauwe, maar is vanaf 2018 zelfstandig filantropiepublicist en eigenaar van zijn redactiebureau De Kopijmeester. Wilt u meer van zijn op persoonlijke titel geschreven commentaren lezen? Klik hier.