‘Ieder mens telt’
Kansfonds-directeur Henriëtte Hulsebosch stemde meteen in toen ze werd benaderd om mee te doen aan Langs De Blauwe Meetlat. Een teken van durf, omdat deze nieuwe rubriek gepaard gaat met een ‘eindscore’. Lef is dan ook niet toevallig een eigenschap die Hulsebosch - opgegroeid in een gelovig, hardwerkend gezin in de bollenstreek - bewondert in een van haar inspiratiebronnen: Neelie Kroes. ‘Zij is door hard werken en lef aan de top gekomen.’
We treffen elkaar niet in de Hilversumse villa waar Kansfonds zetelt, maar in Den Haag, de stad waar Henriëtte Hulsebosch sinds anderhalf jaar woont. Het Hilversumse monumentale pand heeft overigens zijn beste tijd gehad: Kansfonds is op zoek naar een nieuw onderkomen, iets dat duurzamer en toegankelijker is. Het is gisteren laat geworden; Hulsebosch vierde haar vijfenvijftigste verjaardag. ‘Er waren nog drie vriendinnen bij uit mijn lagereschooltijd in Bennebroek.’
Hulsebosch schenkt wat koffie bij. Ondanks het feest, maakt ze een energieke indruk. Bij het nalopen van de profielvragen antwoordt ze enigszins beschroomd dat bij haar de auto boven het openbaar vervoer gaat. ‘Het heeft tevens te maken met veiligheid, vooral als ik ’s avonds laat nog op pad ben. En het woon-werkverkeer is ook sneller met de auto.’
De directeur van Kansfonds groeide op in een katholiek gezin in de bollenstreek, waar haar ouders een eigen bollenbedrijf hadden. Hard werken en omzien naar elkaar waren belangrijk. Gezinnen in de omgeving die het moeilijk hadden, konden op steun rekenen. ‘We hadden een groentetuin en dan zei mijn moeder: “Ga maar eens even een maaltje daarheen brengen”.’
Veel studeren en hard werken hebben Hulsebosch’ loopbaan gevormd. Kijkend naar de dertig grootste FIN-leden, is niet meer dan een handvol van de fondsdirecteuren vrouw. Hulsebosch is daar een van. ‘Door hard te werken kun je aan de top komen. Zo is Neelie Kroes op emancipatiegebied een voorbeeld voor mij en ook omdat ze veel lef heeft getoond als eurocommissaris.’
Een andere inspirator is Paus Franciscus, die omziet naar de kwetsbaren in de samenleving. ‘Dat is precies wat we als Kansfonds beogen: het stimuleren van lokale initiatieven, waarin mensen omzien naar elkaar. Met inzet voor een ander, verbreed je ook je eigen horizon.’ Hulsebosch deed als twintiger vrijwilligerswerk in Lisse, waarbij ze mensen met een verstandelijke beperking hielp met taal en rekenen. Ze leerde hier zelf van ‘hoe zij tegen de samenleving aankijken en waar ze tegen aanlopen’. De gemeente stopte uiteindelijk de subsidie. ‘Daar was ik toen heel verdrietig over, want zoveel geld was er niet mee gemoeid.’
Sluit de missie van de organisatie aan bij uw eigen ervaring?
‘Ik heb in de schuldhulpverlening gewerkt en daarna bij twee gemeenten op welzijn. In de individuele noodhulp maakte ik kennis met de fondsen. Toen ik al acht jaar als ambtenaar werkte, bedacht ik dat ik dat niet mijn hele leven wilde doen: deels vanwege het imago, deels vanwege de grillen van de politiek; het gebrek aan continuïteit bij wisseling van wethouders. Vervolgens werd ik senior-projectadviseur van het Oranje Fonds en zeven jaar later maakte ik de overstap naar Kansfonds.’
Was u gevraagd of hebt u gesolliciteerd?
‘De toenmalige voorzitter, Frans Slangen, heeft me gepolst. Ik vond het een mooie ambitie. Wij hadden eerder discussies over de leegloop van de kerken. Mensen blijven immers zoeken naar zingeving en gemeenschapszin. En ook aan het diaconale aspect hebben mensen behoefte.’

Wat hebt u concreet bijgedragen aan de missie van de organisatie, waar bent u trots op?
‘We hebben de afgelopen jaren meer focus aangebracht. Daar ben ik trots op. Toen ik in 2007 bij Kansfonds kwam, was het een heel breed fonds: we steunden initiatieven op het vlak van sociale cohesie, kwetsbaren en behoud van het religieus erfgoed. Er werd gedacht “we weten wel waar we voor staan”, maar toch bleken er verschillende zienswijzen te zijn binnen bestuur, adviescommissie en de organisatie.’
‘Minder trots ben ik op de tijd die dit in beslag heeft genomen, maar we wilden het zorgvuldig doen. De kers op de taart was onze naamswijziging in 2016: van Skanfonds (oorspronkelijk: Stichting Katholieke Noden) naar Kansfonds. Daarbij maakten we ook een ontwikkeling door van vermogensfonds met een vaste inkomstenbron, Kansfonds was medeoprichter van de Bankgiroloterij, naar een hybride fonds dat actief fondsen werft.’
‘We hebben toen een missie, visie en strategie ontwikkeld. Het katholiek-sociaal denken bleek de kapstok waaronder ons werk - zonder dat we ons daar bewust van waren - viel en werd zodoende ons kompas. Denk hierbij aan menselijke waardigheid, onderlinge verbondenheid, meebouwen vanuit eigen kracht en zorg voor elkaar. Uiteindelijk hebben we de focus teruggebracht tot de allerkwetsbaarsten in de samenleving.’