Filantropiesector (SBF) en overheid hebben een gezamenlijke visie op toezicht en verantwoording bekendgemaakt. Nou ja, ‘gezamenlijk’. De overheid heeft zich zwaar laten souffleren door de SBF en het CBF. En dat is in dit geval helemaal niet erg, want beter goed gejat dan slecht bedacht. En ook al kennen beide partijen elkaar intussen minder slecht: ‘filantropie’ is op het Binnenhof nog steeds een Fremdkörper, waarover de beleidsmakers zich merkbaar het hoofd breken.
De hamvraag: is dit wel een visie? Anders dan in het door SBF opgestelde visiedocument, worden in het gezamenlijke document opvallend weinig woorden vuil gemaakt aan de maatschappelijke bedding van filantropie en het belang ervan tussen overheid en markt. Het is een bonkig, technocratisch document geworden met veel aandacht voor het optuigen van een nieuw ‘validatiesysteem’.
“Filantropie is van grote waarde voor het functioneren van de samenleving” is als passage wel een erg dunne weergave van SBF’s terechte focus op de democratische relatie tussen de overheid en de bredere civil society. Volgens het eigen SBF-document gaat het niet alleen om afstemming met de overheid, maar ook om “ruimte voor kritiek, protest en het organiseren van tegenkrachten”. Filantropie als democratische tegenmacht: stemmen met je eigen portemonnee? In de gezamenlijke, mede door Teeven en Weekers ondertekende ‘visie’ komen we die niet meer tegen.
Mijn hartelijke aanbeveling zou zijn om in de uitwerking van alle mooie plannen rondom keurmerken en codes de ‘big picture’ niet uit het oog te verliezen. Transparantie is mooi: afstemmen en samenwerken, wie is er tegen? Maar de ruimte voor kritiek, protest en tegenkrachten mag en kan niet ondergeschikt worden gemaakt aan welk validatiestelsel dan ook. Een schone taak en een lakmoesproef voor de SBF.
Validatie & Toezicht