De dertien diepte-interviews met vermogende particulieren in het ABN AMRO MeesPierson-onderzoek kunnen niet worden gegeneraliseerd naar de totale populatie: ze bevestigen wel dat ‘de’ filantroop niet bestaat. Er zijn echter wel interessante, indicatieve overeenkomsten te noteren:
1.
Filantropen zijn er in verschillende soorten en maten, maar vertonen sterke overeenkomsten in hun beleving, inzet, overtuiging, vreugde en teleurstelling én in hun streven naar doelrealisatie.
2.
De geefmissie is zelden onmiddellijk duidelijk. Meestal ontwikkelt deze zich geleidelijk.
3.
De respondenten vereenzelvigen zich niet met hun projecten. Op een gegeven moment dient het project, het bedrijf of de gemeenschap op eigen benen te kunnen staan. Het begrip exitstrategie valt in vrijwel elk gesprek.
4.
Filantropie is een leerschool: zonder uitzondering leerden de respondenten veel. Hun inzicht in het veld is verdiept en verbreed.
5.
Vertrouwen vormt de sleutel in het werk van de respondenten. Zonder vertrouwen gebeurt niets. Blind vertrouwen is niet gepast en toezicht is gewenst, zeker in de vaak moeilijke omstandigheden in Afrika of Azië.
Filantropen