Het leven van de Vlaamse econoom Kurt Peleman (51) staat in het teken van goed doen. Goed doen met impact welteverstaan. Hij werkte hij bij Artsen Zonder Grenzen, waar hij onderhandelde met de Tsjetsjeense rebellenleider Shamil Basajev en voedselprogramma’s opzette in Afrikaanse vluchtelingenkampen. Na tien jaar maakte hij in 2001 de oversteek naar de kant van het geld: hij werd filantropieconsulent. Op Civil Power spreekt hij met ons over zijn ervaringen. ‘Ik benader filantropie als een ecosysteem.’
Reageren? Mail ons, of reageer via Twitter, Facebook of Linkedin.
Peleman dwingt wereldwijd respect af, maar in zijn thuisland België kent vrijwel niemand hem. Twee jaar geleden stond hij aan de wieg van Co-Impact, een samenwerkingsinitiatief voor filantropen dat giften bundelt tot een fonds van vijfhonderd miljoen dollar. ‘Er wordt ontzettend veel geld gedoneerd - honderden miljarden per jaar - maar dat gebeurt weinig doordacht’, vertelde Peleman aan De Standaard. ‘Als mensen een auto kopen, lopen ze zeven garages af. Als ze een deel van hun vermogen wegschenken, doen ze dat op een verrassend amateuristische manier. Zeker toen ik begon, ruim vijftien jaar geleden, was het eerder wegsmijten dan weggeven. Ik zag een enorme nood om dat te professionaliseren.’
Het thema van Civil Power 2019 is Hoofd & Hart van Filantropie. Wat betekent dat voor u persoonlijk?
‘Ik benader filantropie als een ecosysteem. Binnen dat ecosysteem is er plaats voor heel verschillende soorten filantropie. Het is geen of/of; het is geen juist/fout verhaal, het is een én-én verhaal. Je mag dus gerust helemaal ‘hoofd’ zijn, of helemaal ‘hart’, er is plek voor iedereen.’
‘Binnen dat ecosysteem kun je wel zeggen dat bijvoorbeeld op een bepaald moment een specifieke aanpak overweight is, en een andere aanpak underweight. Of je kunt ook zeggen dat een bepaalde aanpak niet goed wordt uitgevoerd. Zo is mijn ervaring dat de hoofdaanpak regelmatig herleid wordt tot een bijna administratieve papiermolen vol complexe aanvragen, lange doorlooptijden en met niet altijd even relevante analyses die gevraagd worden. En dat allemaal dikwijls voor relatief beperkt bedragen. Dat vind ik een heel suboptimale aanpak.’
‘Als ik m’n eigen aanpak zou kaderen zou die wel een flinke combinatie van Hart & Hoofd zijn: ik begin wel altijd met de passie en ik voeg daar dan kennis aan toe. Het identificeren van welke kennis echt zinvolle info kan geven, blijft nog wel steeds een heel moeilijke puzzel die helaas regelmatig tot simplismen herleid wordt. Maar ik geloof ook heel sterk in de Buik. Ik vind dus dat intuïtie een grotere plek moet krijgen in hoe keuzes gemaakt worden, vooral omdat de meeste uitdagingen zo wicked zijn, dat ze veel onbekenden meebrengen en dus een heel grote flexibiliteit vragen.’
U werkt met grote gevers, wat is het belangrijkste advies dat u hen willen meegeven?
‘Eén simpel ding eigenlijk: dat ze hun eigen analyses moeten durven loslaten en meer moeten luisteren.’
Een van uw speerpunten is systeemverandering. Welke knelpunten komt u daarin tegen?
‘De eigen strategie van de verschillende actoren. Dat zie je ook al binnen samenwerking tussen filantropische organisaties. De tendens naar meer strategische filantropie is heel zinvol, maar kan ook storend zijn als er binnen die strategie niet expliciet veel openheid zit naar (h)echte samenwerkingsverbanden met andere stakeholders. Wat ik ook tegenkom is dat men te snel in actie komt en er onvoldoende geïnvesteerd wordt in het opbouwen van gedeelde waarden en vertrouwen. Daarnaast zie ik vaak dat het belang van specifieke samenwerkingsexpertise onderschat wordt. Er is bovendien regelmatig een dominerende stakeholder - een partij die méér belang heeft, of méér investeert - en van daaruit weerstand oproept.’
Wat verwacht u de aanwezigen tijdens Civil Power mee te kunnen geven?
‘Ik ben zelf altijd heel tevreden als iemand me één ding kan vertellen waarvan ik zeg ‘awel, zo had ik het zelf nog niet bekeken’; ik zou dus heel blij zijn als ik de aanwezigen een nieuw inzicht kan meegeven.’
Civil Power