Het convenant dat dinsdag werd getekend tussen kabinet en filantropiesector en kerken is een historische stap in de samenwerking tussen overheid en maatschappelijk middenveld. Wie de tekst van het convenant heeft geconsumeerd, zal constateren dat alle voorwaarden aanwezig zijn voor een profijtelijke synchronisatie van de ambities. Het convenantglas is wat mij betreft dus halfvol. Maar behalve kritiek op het proces, past hier ook zeker een meer algemene waarschuwing. Hoewel iedereen roept dat de filantropie niet bedoeld is om de gaten in de overheidsbegroting te stoppen, keek Mark Rutte mij dinsdagmiddag net iets te verlekkerd naar die 4,7 miljard geefgeld. Alsof je een vergeten briefje van 250 euro opeens in je colbertje vindt. Die substitutiereflex bij bewindslieden en ook volksvertegenwoordigers is onuitroeibaar, zo bleek uit de hearings afgelopen maandag in de Tweede Kamer rond de cultuurbezuinigingen. Daar werd het mecenaat als een soort pinautomaat voorgesteld waaruit naar believen flappen kunnen worden getapt. Filantropie is en blijft de vrijwillige, door de burger zelf gekozen bijdrage aan het algemeen nut. De overheid financiert de samenleving vanuit de collectieve middelen (de verplichte bijdragen) met een democratisch mandaat van alle belastingbetalers. En dit zijn twee principieel van elkaar te onderscheiden financieringsbronnen. De SBF zal dus bij de uitvoering van het convenant dit principe met elan moeten bewaken. In een convenant met de titel ‘Ruimte voor geven', is het werkwoord in een oogwenk vervangen door ‘nemen'.
P.S.: U hebt nog precies zeven dagen om in te schrijven voor het Civil Society Congres op donderdag 30 juni. Beslissers in de filantropie debatteren daar over diversiteit, maar ongetwijfeld ook over het convenant. Uw kans om SBF-voorzitter Steven van Eijck persoonlijk aan te spreken.
Validatie & Toezicht