Classica Mirte Liebregts over een tijdloze legacy

Bankier James Loeb.
Bankier James Loeb.
22 februari 2024

Ze promoveerde onlangs op de geschiedenis van de Loeb Classical Library, een tweetalige boekenserie waarin Griekse en Latijnse literatuur zowel in de oorspronkelijke taal als in Engelse vertaling verschijnt. Deze gerenommeerde publicatie kwam tot stand door de betrokkenheid van James Loeb (1867-1933), een telg uit de prominente Joodse bankiersfamilies die in New York actief waren, die veel culturele en wetenschappelijke projecten heeft mogelijk gemaakt.



FotoMirte.jpg
Mirte Liebregts bij haar studieobject.

1 Hoe ben je op dit onderwerp gekomen?

Mirte Liebregts: ‘Als student klassieke talen kende ik de Loeb Classical Library goed. Deze herkenbare reeks – Griekse teksten hebben een groen omslag, Romeinse een rode – is in enkele boekhandels te koop en stond in de universiteitsbibliotheek. Toen ik tijdens mijn MA in de historische bibliotheek van de universiteit van Oxford ronddwaalde, zag ik oude edities van deze boeken staan, die er erg statig uitzagen. Toen begon ik me af te vragen wat de historische achtergrond van deze boekenserie was.’

‘Het bleek dat de eerste boeken al ruim 100 jaar geleden, in 1912, waren uitgebracht. Ik kwam er toen ook achter dat de ‘Loeb’ in de titel verwees naar James Loeb en dat de serie tot stand was gekomen omdat een groep intellectuelen het belangrijk vond dat deze teksten breed toegankelijk moesten zijn voor eenieder die geïnteresseerd was in de oudheid. Ik heb contact opgenomen met de uitgever van de serie, Harvard University Press, en het bleek dat er archieven bestonden die nooit eerder bestudeerd waren. Na een ontmoeting met enkele wetenschappers en betrokkenen bij de publicatie bleek dat er een hoop te ontdekken viel en heb ik een onderzoeksvoorstel voor een PhD ingediend aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.’


2 Welke van je nieuwe inzichten vind je het belangrijkst?

‘Eén interessant inzicht vind ik dat de Loeb Classical Library een internationaal project was. Aangezien de vertalingen in de serie in het Engels zijn, is het niet verrassend dat de meeste mensen die de teksten vertaalden ‘native speakers’ waren en een Amerikaanse of Britse nationaliteit hadden. Ik kwam er echter al gauw achter dat ook Franse en Duitse geleerden een prominente rol hadden gespeeld in de totstandkoming en bevordering van de onderneming. De initiatiefnemers deelden het idee dat de Griekse en Latijnse literatuur een verbindend, grens overstijgend karakter hadden.’
 
‘Daarnaast is het goed om te beseffen dat de doelstellingen die ten grondslag lagen aan het project zeer ambitieus waren, aangezien de betrokkenen alle interessante literatuur uit de oudheid toegankelijk wilden maken – óók teksten uit de late oudheid en de Middeleeuwen – en ze met de publicatie zowel geleerden als nieuwe lezers wilden bereiken. Enkele doelstellingen waren zeer moeilijk met elkaar te verenigen, maar ze deden hun uiterste best te doen wat in hun macht lag.’
‘Ten slotte is het ook een relevante bevinding dat deze mensen zich realiseerden dat betrokken individuen soms meer voor elkaar kunnen krijgen dan wetenschappelijke instituten of overheden. Het was een bewuste keus om het project met privaat geld te ondersteunen in plaats van te wachten op steun van buitenaf.’

3 Hoe verhouden jouw inzichten zich tot bestaande theorieën en opvattingen?

‘Omdat de serie nu wordt uitgegeven door een Amerikaanse uitgever en omdat James Loeb de Amerikaanse nationaliteit had, wordt vaak aangenomen dat de Loeb Classical Library een typisch voorbeeld is van Amerikaanse filantropie. Mijn onderzoek laat zien dat we het initiatief in een veel bredere context moeten bekijken.’
 
‘Bovendien worden de oude Loeb-edities tegenwoordig vaak beschouwd als amateuristisch, omdat ze niet voldoen aan de hedendaagse wetenschappelijke maatstaven. Ik heb echter kunnen aantonen dat de initiatiefnemers hun best deden om de kwaliteit van de boeken hoog te houden. Wel moesten ze enkele concessies doen omdat het niet altijd in hun macht lag om aan de laatste eisen te voldoen – ook aan het begin van de twintigste eeuw bestond het copyright al – en omdat ze óók een niet-academisch publiek probeerden te bereiken.’

‘Binnen onderzoek naar mecenaat, ten slotte, wordt vaak vooral gekeken naar de investering en de mogelijke intenties van een weldoener, en niet zo zeer naar de gevolgen ervan voor deze persoon. Ik heb, in navolging van recente ontwikkelingen in de Nederlandse wetenschap, zowel gekeken naar de vele manieren waarop James Loeb het project ondersteund heeft – met geld, tijd, energie, kennis – als naar de persoonlijke gevolgen van zijn betrokkenheid bij het project. Deze waren zowel positief, zoals het verkrijgen van erkenning en voldoening, als negatief, bijvoorbeeld omdat zijn betrokkenheid hem zo nu en dan veel stress opleverde. Zo was dit één van de weinige projecten waaraan hij openlijk zijn naam verbond en hij vreesde wel eens voor reputatieschade.’

4 Wat heeft jou als onderzoeker het meeste verrast?
‘Het verraste mij dat de totstandkoming van deze boekenserie zoveel connecties had met ontwikkelingen in de maatschappij aan het begin van de twintigste eeuw. Veranderingen in het onderwijs, angst voor de opkomst van automatisering, nationalisme en koloniale uitbreiding, het zijn slechts enkele thema’s die naar voren kwamen. Daarnaast vond ik het indrukwekkend dat een groot collaboratief project als de Loeb Classical Library gerealiseerd kon worden omdat een kleine groep individuen jaren lang zich ingezet hebben om het project naar het beste van hun kunnen uit te voeren. Ook al kende niet iedereen elkaar van tevoren, ze bundelden hun krachten omdat ze geloofden een verschil te kunnen maken.’  


5 Wanneer verschijnt de handelseditie van jouw proefschrift?

‘Uitgevers hebben interesse getoond in mijn onderzoek en ik heb direct na mijn verdediging het manuscript gedeeld met één van hen. Ik hoop dat het boek in de loop van volgend jaar verschijnt. Wordt dus vervolgd!’