Wij hebben in deze kolommen vaak kritiek op het gebrek aan transparantie en een erg defensieve houding van charitatieve organisaties. Maar nu willen we toch graag even in de bres springen voor een organisatie uit onze sector. De Telegraaf kwam vorige week met een curieus bericht onder de kop ‘Personeel WNF heeft lak aan vliegquotum’. Volgens de wakkerste krant van Nederland zouden WNF-medewerkers het zelf opgelegde groene vliegquotum met 19 procent overschreden hebben. De bron? De jaarrekening 2012-2013. Maar er is klaarblijkelijk nog een andere bron, die de krant niet noemt. ‘The devil is in the details’, want wat meldt de Telegraaf? ‘Zo vliegt hoofd Oceanen Carel Drijver regelmatig naar Azië, onder meer om ’projecten beter in kaart te brengen’, terwijl ook Nederlands personeel in onder meer Jakarta en op Bali is gestationeerd…’ En verder: ‘Het blijkt echter dat alleen al Carel Drijver zijn wisselende liefdespartners mee op sleeptouw nam op zakenreizen naar onder meer bestemmingen in Azië, Zuid-Europa en het Caribisch gebied.’
Deze info is zo specifiek (waarom Drijver en niet directeur Van de Gronden?), en zo suggestief (‘wisselende liefdespartners’) dat er maar één verklaring mogelijk is: dit is geen aanklacht tegen een schrijnende misstand bij een goed doel, maar een persoonlijke afrekening, mogelijk van een rancuneuze klokkenluider.
Het verhaal was intussen door WNF volledig en met cijfers onderbouwd weerlegd. Einde verhaal? Nee, de Telegraaf publiceerde het gewoon, zonder wederhoor. ‘Riooljournalistiek’, was de begrijpelijke reactie van WNF-directeur Van de Gronden.
Maar met journalistiek heeft dit natuurlijk niets te maken. Dit is roddel en achterklap moedwillig verkopen voor waarheid. Je daartegen wapenen is bijna ondoenlijk. Als organisatie mag je hopen dat je dan je huiswerk goed hebt gedaan: een uitstekende relatie opbouwen met je stakeholders. Dat is een lange termijninvestering die rendeert bij dit soort kortetermijn karaktermoord.
Goede doelen