Kamervragen over armoedebestrijding Cordaid in Nederland

Kamervragen over armoedebestrijding Cordaid in Nederland
Kamervragen over armoedebestrijding Cordaid in Nederland
27 augustus 2013
Nieuws | | Politiek en overheid

In Den Haag, Breda en de regio Arnhem-Nijmegen is Cordaid initiatieven gestart om lokale coöperaties te stimuleren die zich richten op het tegengaan van armoede en sociale uitsluiting.  Kamerlid Karabulut (SP) wilde uitleg van de staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over deze armoedebestrijding door Cordaid in Nederland. Welke plannen zijn er en wat is de betrokkenheid van de betreffende gemeenten? Is dit niet de taak van de overheid?

Over de plannen van Cordaid zei de staatssecretaris: ‘Navraag bij Cordaid leert dat de nieuwe projecten in de gemeenten Arnhem, Nijmegen, Breda en Den Haag gericht zijn op het stimuleren en het ondersteunen van sociaal ondernemerschap via lokale coöperaties. Over deze projecten heeft intensief contact en afstemming plaatsgevonden met de gemeenten Arnhem, Nijmegen en Breda. Met de gemeente Den Haag zal door Cordaid na de zomer contact opgenomen worden. Het is aan de betrokken gemeenten om te beoordelen hoe deze projecten aansluiten bij het lokale beleid. De projecten worden gefinancierd met gelden van particuliere donateurs uit het budget van Cordaid Bond Zonder Naam (in 2006 is de Bond Zonder Naam onderdeel geworden van Cordaid). Het betreft dus geen inzet van overheidsmiddelen of middelen die gereserveerd zijn voor armoedebestrijding in ontwikkelingslanden.’

‘Gemeenten primair verantwoordelijk’
Karabulut wilde van de staatssecretaris weten of armoedebestrijding primair een overheidstaak is. ‘Waar komt uw enthousiasme vandaan voor het feit dat een ontwikkelingsorganisatie voor derdewereldlanden deze taken wil gaan uitvoeren in ons nog altijd rijke Nederland omdat u hier gaten laat vallen?’  Klijnsma: ‘Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 3 juli 2013 over de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid zijn gemeenten primair verantwoordelijk voor het lokale armoedebeleid. Vanuit mijn verantwoordelijkheid wil ik gemeenten zo goed mogelijk in staat stellen om deze verantwoordelijkheid in te vullen. Daarom heeft het kabinet dit jaar bijvoorbeeld € 20 miljoen extra vrijgemaakt voor de bestrijding van armoede- en schuldenproblematiek.  Effectief beleid komt vooral tot stand als alle betrokken publieke en private partijen samenwerken en kennis delen. Het kabinet zal partijen hiertoe stimuleren door hen in de regio’s bij elkaar te brengen.’

Participatiewet
Tot slot vroeg Karabulut hoe Klijnsma gaat voorkomen dat de Participatiewet eerst mensen arm maakt en uitsluit om vervolgens ontwikkelingshulp te bieden onder het mom van ‘mensen weer mee laten doen’? Klijnsma: ‘De voorgenomen Participatiewet legt juist de nadruk op actief deelnemen aan de samenleving en vergroot, in combinatie met de afspraak die werkgevers en werknemers hebben gemaakt over extra banen voor mensen met een beperking, de kansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op een betaalde baan. Werk blijft immers de beste weg uit de armoede.’

‘Armoedebestrijding niet nieuw’
Cordaid meent dat armoedebestrijding in Nederland niet nieuw is: ‘Al sinds 1938 zet de Bond Zonder Naam (sinds 2006 ondergebracht bij Cordaid) zich in tegen armoede en uitsluiting  in onze samenleving door financiële hulp te bieden aan mensen die buiten hun schuld in problemen zijn gekomen. Met de steun van ruim 17.000 trouwe donateurs worden projecten ondersteund die kwetsbare groepen bijstaan, zoals daklozen, zwerfjongeren, asielzoekers, (ex-)verslaafden en gezinnen met een minimuminkomen.’ Cordaid benadrukt nog eens dat de projecten in Nederland niet worden gefinancierd met geld dat voor projecten in ontwikkelingslanden is bestemd. ‘Dit is nadrukkelijk niet het geval.’