"Ja, ik was Schuringa." Ware identiteit DDB-columnist Schuringa na 15 jaar onthuld

"Ja, ik was Schuringa." Ware identiteit DDB-columnist Schuringa na 15 jaar onthuld
"Ja, ik was Schuringa." Ware identiteit DDB-columnist Schuringa na 15 jaar onthuld
27 mei 2021

De insiders hadden al een donkerbruin vermoeden, maar de ware identiteit van ir. Han A. Schuringa jr. is nu dan eindelijk, na vijftien jaar, onthuld. De huiscolumnist die excelleerde in politieke incorrectheid in honderden columns over filantropisch gedrag oogstte daardoor afkeuring, maar wist ook een schare zeer trouwe fans aan zich te binden. DDB-hoofdredacteur Marjolein van Asdonck sprak uitgebreid met Han Schuringa, een half jaar na diens allerlaatste column in december 2020.

Marjolein van Asdonck: Zullen we maar direct een eind aan alle onzekerheid maken. Kunt u uw papieren zak na meer dan vijftien jaar van uw hoofd doen?
 
Schuringa: Laten we dat maar doen. Het is mooi geweest.
 
Marjolein van Asdonck: Schuringa is Edwin Venema.
 
Edwin Venema: Yep.
 
Marjolein van Asdonck: De brandende vraag is natuurlijk waarom zo mysterieus al die jaren?
 
Edwin Venema: Het brandende antwoord is “waarom niet?” De papieren zak was een mooi alibi om anoniem te blijven en verklaarbaar door mijn pleinvrees.
 
Marjolein van Asdonck: Maar jij hebt geen pleinvrees. Jij woont niet in Amsterdam-Noord op een flat. Jij hebt geen broer die Lloyd heet, die niet getrouwd is met een chagrijnige vrouw en een oliedomme zoon, die geen geroyeerd bestuurslid is van de speeltuinvereniging, die niet met modelspoorbouw bezig is, geen bodemprocedure uitvecht met schaatsfabrikant Viking over het patent op de klapschaats en die niet elke zomer op vakantie gaat naar viscamping Relaxi in de Ardennen...
 
Edwin Venema: Een alter ego moet je zelf tot leven wekken en daarbij gaat het in mystificaties natuurlijk om de consequent gebruikte details. Ik heb alleen daarin al een duivels genoegen gehad, al was het soms even opletten om bij te houden of Schuringa niet in vervangende hechtenis zat vanwege het zoveelste handgemeen.
 
Marjolein van Asdonck: Maar waarom een alter ego, en waarom ook zo extreem?
 
Edwin Venema: Ik heb als hoofdredacteur van De Dikke Blauwe bijna vijftien jaar lang bijna elke week een tamelijk serieus commentaar geschreven voor De Dikke Blauwe. Ik schreef het wel pittig op, maar het was geen onzin, en het werd goed gelezen, ook in Den Haag. Zoveel ernst en tamelijke politieke correctheid roept bij mij ook altijd een innerlijke tegenmacht op. Je moet weten dat je in een relatief klein wereldje van de filantropiebestuurderen eerst als outsider wordt beschouwd; daarna als twijfelgeval en vervolgens – als blijkt dat je invloed uitoefent – wordt er alles aan gedaan om je te incorporeren: ‘one of the boys’. Dat is een sluipend proces dat je kunt vergelijken met die kikker in een opwarmend pannetje water. Dat is journalistiek gezien killing. Je moet ook geregeld afstand kunnen nemen. Schuringa nam die afstand. Wat zeg ik: die stond wekelijks met rotte eieren te gooien.
 
Marjolein van Asdonck: Schuringa’s stijl heb je wel eens “baldadig” genoemd. En sommigen zagen daarin de neerlandicus-taalliefhebber.
 
Edwin Venema: Ja, ik kon helemaal losgaan. Schuringa is een ongelooflijke hork, maar wel Gilettescherp in zijn formuleringen. Een feest van hyperbolen, barokke smerigheid en laaghartige ironie. Het was gooien met verbale handgranaten. Dat heeft iets heel kinderlijks, maar het is ook uitermate bevredigend. En ik heb de illusie dat veel van die handgranaten toch voldoende waarheid bevatten. Schelden is leuker als het ook echt hout snijdt.
 
Marjolein van Asdonck: Maar sommigen begonnen argwaan te krijgen...
 
Edwin Venema: Klopt. Het was moeilijk om ook in mijn ‘serieuze rol’ mijn voorliefde voor stijl en supramodale vocabulaire te verbergen. Ik heb me nooit geschaamd voor mijn opleiding. Een voorbeeld daarvan was de kwestie rond Coen van Veenendaal in de beruchte Alpe DuZes-affaire. Toen iedereen al klaarstond om Van Veenendaal aan de hoogste boom op te knopen, zijn we met De Dikke Blauwe daar pontificaal voor gaan liggen. Eigen morele rechtertje spelen zonder de feiten goed te kennen, dat mocht wel wat tegenspraak hebben. Toen begon de scheidslijn tussen Venema en Schuringa even ‘blurry’ te worden.
 
Marjolein van Asdonck: Was het moeilijk om elke keer weer een Schuringa te schrijven?
 
Edwin Venema: Integendeel. Ik ben van nature al een snelle veelschrijver, maar Schuringa was voor mij een geestelijk uitje. Ik had een column vaak al binnen een kwartier staan. Intelligent schelden moet je ‘in einem Guss’ doen.
 
Marjolein van Asdonck: Wat waren hoogtepunten?
 
Edwin Venema: Dieptepunten, zou Schuringa zeggen. Vele. Niet lang geleden mijn oproep voor een live 24 uurs-scheldwebinar tegen het coronavirus “geheel in het pandemisch”. Tekenden 147 mensen op in. En de brieven die ik kreeg. Bijvoorbeeld van een pissige notaris uit Wijk bij Duurstede die niet met de wat schurftige notarisvogel vergeleken wenste te worden. En de ‘running gags’, zoals het consequent belachelijk maken van filantropieprof Theo Schuyt met zijn gouden eeuw van de filantropie: vond Theo, met wie ik een uitstekende band heb, juist helemaal geweldig.

Marjolein van Asdonck: Schuringa kan nu definitief in de kast.
 
Edwin Venema: Zeker. Het was leuk, maar er is een tijd van komen en gaan. Je wilt niet een sneue Heintje Davids zijn. Het leven gaat verder.
 
Marjolein van Asdonck: Tot slot. Komt er nog een “verzameld werk”?
 
Edwin Venema: Jazeker. Ik ben bezig om die als pdf-boek zelf samen te stellen en beschikbaar te stellen als download. Dan is de cirkel voltooid. Ik meld me over enige tijd wel met een download-url.


>Lees de korte biografie van Schuringa: klik hier
>Lees de allerlaatste column van Schuringa: klik hier.
>Lees de best gelezen column van Schuringa ooit: "Mona Keijzer heeft geen kleren aan"