Wat een gemiste kans gisteravond, de opening van het prestigieuze congres ISTR in de Vrije Universiteit. De titel van de keynote speech was veelbelovend: Innovaties van onderaf: civil society voorbij de crisis. Het woord was aan de Italiaanse Donatella della Porta, hoogleraar politieke wetenschappen. Italië- natuurlijk! Migrantencrisis, politieke crisis, rechts populisme- een mooi actueel begin van deze tweejaarlijkse samenscholing van internationale wetenschappers die de non profitsector onderzoeken.
Della Porta wilde een groot verhaal schetsen, gebaseerd op een links-politieke visie die we grosso modo wel kennen. Centraal stond het neoliberalisme dat ‘de markt’ laat domineren over het sociale veld. ‘De mensenmaatschappij wordt een accessoire van het economische systeem’, zo haalde zij een fraaie maar wat obligate uitspraak aan van een collega. Gevolg is dat solidariteit onder vuur ligt en de civil society ‘gecriminaliseerd’ wordt. De hoogleraar refereerde daarmee aan het strafbaar stellen van hulp aan vluchtelingen en migranten door sommige Europese landen. Het was een van de schaarse momenten waarop Della Porta blijk gaf enige voeling te hebben met de actuele maatschappelijke realiteit.
Veel te optimistisch in mijn optiek was zij daarentegen over de wisselwerking tussen sociale bewegingen en ngo’s, en vice versa. Regimes met een autoritaire inslag –die we ook binnen de Eurozone hebben- proberen die weliswaar te dwarsbomen, maar de Italiaanse was vol hoop over de kracht van ethiek en moraal. Ze haalde zelfs goedkeurend Gramsci aan, de filosoof die ooit leider was van de communistische partij in Italië.
Lange citaten van hem konden we op powerpoint slides meelezen.
Della Porta besloot haar wijdlopige voordracht met haar oplossing voor de geschetste crisis in de humaniteit: kennis. Welke kennis precies bleef vaag, maar ze had nog een tweede oplossing: innovatie. We hebben nieuwe modellen nodig voor een maatschappelijk stelsel ná de omvorming van de verzorgingsstaat.
Inderdaad. Des te teleurstellender dat zij helemaal niet met innovatieve ideeën kwam. Ze bleef teruggrijpen op een geïdealiseerde jaren zeventig-visie op sociale actie en solidariteit. Maar activisme wordt in de 21ste eeuw niet langer gedomineerd door linkse bewegingen. Het zijn nu de rechtse demonstranten die vaak de overhand hebben. En zij weten zich ook te verenigen in politieke partijen die een flinke aanhang hebben. U kent ze: Pegida in Duitsland, het Front National in Frankrijk, Ukip in de UK, de PVV in ons land, en nog een hele reeks (splinter)groepen die zich ook politiek organiseren in Scandinavië en Zuid- en Oost-Europa. Om maar te zwijgen van de Trump-stemmers in de VS.
Juist zij kenmerken zich door een forse aanhang die zich ook manifesteert op straat, in de publieke ruimte, als protestbeweging. Deze rechts-populisten zijn daarom net zo goed onderdeel van de veel geroemde civil society. Of we dat nu leuk vinden of niet.
Het is bizar dat in een toonzettende speech aan het begin van het belangrijkste wetenschappelijke congres over de civil society, de rechtervleugel van burgerbewegingen niet eenmaal werd genoemd. Beschamend en teleurstellend, zeker van een hoogleraar politicologie. Zij zou als geen ander moeten beseffen dat het negeren van deze protesterende burgers hen alleen maar meer munitie en rechtvaardiging geeft.
Della Porta meldde desgevraagd dat zij ook rechtse groeperingen bestudeert. Maar ze voegde eraan toe: ‘Dat zijn de slechte sociale bewegingen.’ Het is zorgwekkend dat politieke (voor)oordelen ook doorwerken in de wetenschap. Om een metafoor uit haar eigen voordracht te gebruiken: laten we hopen dat het streven naar objectiviteit en neutraliteit geen ‘accessoire’ wordt van het academische denken…
*Renée Steenbergen is hoofdredacteur van DDB's zustertitel The Fundraiser
Filantropie