'We zijn er om duurzaam geven te bevorderen'

FIN: serieuze kanttekeningen bij goed nieuws over giftenaftrek

FIN-voorzitter Ronald van der Giessen. 
FIN-voorzitter Ronald van der Giessen. 
19 september 2024
Interview | | Vermogensfondsen

Rond Prinsjesdag bezoeken we de Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN), gevestigd in Den Haag. We vragen voorzitter Ronald van der Giessen en directeur Siep Wijsenbeek naar de actuele betekenis en rol van vermogensfondsen – een stille en onmisbare kracht in de Nederlandse samenleving, zo blijkt al snel.



Het gesprek vindt plaats op het FIN-kantoor in het centrum van Den Haag Over één ding is Van der Giessen meteen duidelijk: ‘Het werk dat wij doen is geworteld in de lange termijn. Geen vermogensfonds kijkt slechts één jaar vooruit. Die lange termijn vereist een bepaalde bestuurlijke houding. En dat vergt in de samenleving begrip voor de bijzondere positie van vermogensfondsen. De samenleving bij elkaar houden, dat is wat we in feite doen.’

Aan de vergadertafel is men verheugd over het feit dat het kabinet de oproep van de FIN heeft gehoord: alle particulieren die eenmalig of periodiek doneren met gebruikmaking van de giftenaftrek, kunnen dat blijven doen. Afschaffing zou funest zijn voor de periodieke schenkingen. Als je daar de fiscale vrijstelling uithaalt, zullen mensen minder geven, zegt Van der Giessen. Hij maakt nog eens duidelijk dat vermogensfondsen investeren in lange-termijnprojecten die een bestendige financiering nodig hebben. ‘Dan gaat het dubbel hard naar beneden, vult Wijsenbeek aan, ‘en dat raakt de samenleving in de kern.’

Maar de voldoening aan de vergadertafel heeft ook een keerzijde. Het kabinet mag dan coulant zijn inzake de giftenaftrek, het schrapt echter tegelijkertijd en zonder pardon de regelingen voor doneren vanuit bedrijven met ingang van 1 januari 2025. Dat is even slikken. Niet verbazingwekkend dat de leiding van de FIN daar twee kanttekeningen bij maakt.  Begrijpelijke commentaren die later in dit vraaggesprek ter tafel komen. 

Er wordt over de hele linie bezuinigd. Wat stellen vermogensfondsen daar tegenover?

Wijsenbeek: ‘Kijk naar de Landelijke Vreemdelingenopvang, de Rijksfinanciering daarvan wordt per 1 januari 2025 stopgezet. Dit betekent dat meer mensen op straat komen. De fondsen zitten al bij elkaar om te zien wat ze kunnen uitrichten. Ze willen zoveel mogelijk doen om kwetsbare mensen te helpen. Het principiële punt is: als de overheid zaken laat vallen is de filantropie er dan voor om dat gat te dichten? Het is een dilemma.’ 

Van der Giessen: ‘De vraag is: wil je een gat overbruggen als er aan de overkant geen oever te zien is? Veel fondsen, met name in de armoedezorg, worden voortdurend met dat soort vragen geconfronteerd. Ga je dat wat met belastinggeld gefinancierd moet worden uit de budgetten van vermogensfondsen halen? Die budgetten zijn echter nooit groot genoeg om de gaten die de overheid laat vallen te dichten.’

Wat is de raison d’être van de FIN?

‘De FIN is er om de normen en waarden in de branche op te stellen, te kanaliseren en te promoten. Normen en waarden die door de jaren heen veranderen. Daarnaast bieden we leden met ons platform de gelegenheid contact met elkaar te hebben en van elkaar te leren. Om met elkaar samen te werken ook. En ten slotte hebben we de taak om de belangen van onze leden te behartigen in Den Haag en Brussel. Deze drie taken zijn nevengeschikt.’

Hoe staat de FIN er anno 2024 voor?

‘De FIN is ruim dertig jaar oud en destijds opgericht door een aantal fondsen van naam en faam: het Oranje Fonds, de Van Leer Foundation, het Cultuurfonds en een stuk of wat andere fondsen. De founding members vonden dat een fonds met charitatieve doelstellingen een grote maatschappelijke plicht op zich neemt. Men wilde duidelijkheid over de werkwijze en de manier waarop bestedingen worden gedaan.’ 

‘Stap voor stap – we zijn inmiddels 31 jaar verder – is dit een uitgangspunt dat door bijna vierhonderd grote fondsen in Nederland wordt gedeeld. Het is bij de FIN geen gedwongen winkelnering. Fondsen zijn volstrekt vrij om zich al dan niet bij ons aan te sluiten.’

Wat zijn trends in de groei?

‘Toen ik vijf jaar geleden begon, hadden we 340 leden. We gaan dit jaar over de 370 leden heen, dus richting de vierhonderd. Daarbij zien we een voortvarende aanwas van jonge fondsen. Fondsen die door een erflater, een familie of bedrijf worden opgericht deden er voorheen vaak vele jaren over om zich bij ons te melden. Nu wenden ze zich tot ons op het moment van statutaire oprichting. Om advies te krijgen te krijgen en lid te worden.’

‘Een andere trend is dat de meeste fondsen die binnen zijn hun lidmaatschap niet meer opzeggen. Een paar jaar terug hoorden we van sommige leden: we houden er niets aan over. Dat geluid is verstomd. Als er al opzeggingen zijn, is dat omdat bepaalde fondsen opgaan in andere fondsen, omdat het vermogen is weggeschonken of omdat ze anderszins niet meer actief zijn.’

Meer trends?
          

‘We constateren met de komst van het Concertgebouw Fonds en in gesprekken met andere grote culturele steunfondsen, dat steunstichtingen zich vaker bij ons melden als lid. Het betreft bijna altijd hybride fondsen. Ze werven geld onder een beperkte groep donateurs en verzamelen vermogen met oog op één of enkele doelen. Bij het Concertgebouw Fonds zijn dat renovatie, educatie en avontuurlijke programmering.’

‘We zijn er trots op dat het Concertgebouw Fonds bij ons lid is geworden. Dit betekent dat de wereld van de corporate governance – Het Concertgebouw N.V. wordt gesteund door vele bedrijven  – zich verbreedt in de filantropie. Dit is een gezonde ontwikkeling want de FIN is er om duurzaam geven te bevorderen. We zien zowel oudere als jongere hybride fondsen – ze zijn naast geld verstrekkend ook geld wervend doordat ze legaten, fondsen op naam creëren.’

Waar zit – naast de steunfondsen – de aanwas in het ledenbestand?

‘We verwelkomen regelmatig nieuwe leden die zijn opgericht met vermogens uit particuliere of bedrijfsmatige bron. Vaak betreft het een familieholding waar geld opzij wordt gezet voor een liefdadigheidsfonds. Bijvoorbeeld ter nagedachtenis aan de oprichter van een bedrijf. Een ander motief kan zijn: erfgenamen van een groot vermogen het besef bij te brengen dat er meer in de wereld is dan vermogen.’

Sommige vermogensfondsen stellen vermogen beschikbaar om noden te lenigen …

‘We spreken nu over vermogen uitgeven. Dat roept twee reacties op. Bij veel vermogensfondsen is bepaald dat de hoofdsom tot in de eeuwigheid in stand moet blijven. Statutair of ten minste in de intenties van de oprichters is dat zo besloten. Dat is dus een belemmering. Als tweede is er de notie dat noden van vandaag in de beleving altijd hoger zijn dan die van gisteren. Maar wat als morgen de noden nog hoger zijn, ben je dan als fonds uitgespeeld?’

Wijsenbeek: ‘Er zijn gelukkig andere mogelijkheden. Je kunt investeren in de doelstelling van je fonds. Dan gebruik je een deel van het vermogen zonder het weg te geven. Dat kan op twee manieren. Dat kun je aan de beleggingskant doen door zo sociaal, groen en duurzaam mogelijk te beleggen. Of door een deel van de uitgaven te investeren in de duurzame en sociale organisaties die passen in jouw doelstelling. Dat kan een lening zijn of aandelenkapitaal. Dankzij inspanningen van de leden van de FIN is daar nu regelgeving voor.'

Zijn er voldoende goede bestuurders en toezichthouders voor al die fondsen?

Van der Giessen: ‘Sommige besturen hebben moeite om opvolgers te vinden. Ze zijn daarmee vaak zo laat dat jongeren geen zin meer hebben om de erfenis van voorgangers op te ruimen. Ook zie je wel dat fondsen fuseren met een ander fonds. Hoe dan ook: elk fonds dat zich bij ons aanmeldt, heeft een intrinsieke motivatie vanuit de familie of het bedrijf om iets te doen voor de maatschappij. En daar vind je meestal geschikte bestuursleden bij.’

Dan: ‘We leggen overigens de laatste hand aan een Code Goed Bestuur 2.0. De oude code is, mede in verband met de groei van de vereniging, op een aantal punten aangescherpt. We hebben gekozen voor een systeem dat opener en toegankelijker is voor kleine leden, maar ook verplichtender. De vorige code kende een te hoog governance-gehalte. Als bestuur
leggen we de code voor aan de leden in de ALV van november.'

Hoe serieus wordt de FIN in Den Haag genomen?

Wijsenbeek: ‘We worden al jaren door de overheid erkend als gesprekspartner. De legitimiteit van de FIN als vertegenwoordiger van fondsen in Nederland staat daar niet ter discussie. Dit betreft diverse ministeries: Financiën (fiscaliteit), Justitie en Veiligheid (coördinatie filantropie en kansspelen) Binnenlandse Zaken (regiodeals) VWS (vrijwilligersbeleid), Infrastructuur en Waterstaat (circulaire economie) en Klimaat en Groene Groei (duurzaamheid).’

‘Ik meld nog maar eens dat de FIN het als belangenbehartiger vorig jaar in Den Haag voor elkaar heeft gekregen dat schenken vanuit de holding aan een ANBI fiscaal vrij gesteld is. Voorheen werd eerst dividend opgenomen waarover dividendbelasting en inkomstenbelasting werd geheven. Dan volgde een gift. Doordat de aftrek beperkt is, konden geen grote giften meer worden gedaan.’

‘We hebben bij toenmalig staatssecretaris Van Rij voor elkaar gekregen dat dergelijke giften uit de fiscale sfeer werden gehaald. In ieders belang want het grote vermogen in Nederland zit in die holdings. De ingangsdatum was 1 januari 2024. Er viel een drempel weg: bedrijfsvermogen werd maatschappelijk vermogen. Helaas staat dit nu al weer ter discussie in het nieuwe regeerprogramma.’

Tijd voor de kanttekeningen die jullie met het kabinet en Tweede Kamerleden gaan bespreken ...

Wijsenbeek: 'Het schrappen van de regelingen voor doneren vanuit bedrijven betekent een groot maatschappelijk verlies. Het bedrijfsleven draagt op grote schaal bij aan maatschappelijke initiatieven zoals voedselbanken, culturele instellingen, buurthuizen, muziekverenigingen, ontwikkelingssamenwerking en reddingsbrigades, samen de filantropie vormend. Laat ook bedrijven blijven bijdragen aan een betere samenleving!'

Hij vervolgt: 'Bijna alle Nederlanders doneren aan goede doelen, en meer dan de helft zet zich in als vrijwilliger. De bijdrage van filantropie versterkt onze samenleving enorm. Zonder deze steun zouden talloze organisaties in de problemen komen, met verstrekkende gevolgen voor hun werk en voor de samenleving als geheel.'

En dus? 

'We roepen het kabinet en de Tweede Kamer op om niet alleen te kijken naar de giftenaftrek als kostenpost, maar ook de lange-termijnvoordelen van filantropie in te zien. Laten we in gesprek blijven hoe we dit essentiële onderdeel van onze samenleving kunnen beschermen en versterken.'  

Wat is daarnaast de ambitie van de FIN voor de komende jaren?

Wijsenbeek: ‘De missie van filantropie is de samenleving bij elkaar te houden, beter te maken en te versterken. Deze opdracht moet de filantropie duidelijk voor het voetlicht brengen. Dat filantropie een essentieel onderdeel uitmaakt van het weefsel van de samenleving. Daarbij hoort vrijwilligerswerk, dé factor van betekenis in de filantropie. Elke organisatie in ons bestand werkt met vrijwilligers. Daar zit een vliegwiel in. Als je vrijwilligerswerk in geld zou uitdrukken, zie je hoe groot de filantropie is.’ 

Van der Giessen: ‘Onze ambitie is door het vastleggen van vermogen charitatieve doeleinden voor de langere termijn maximaal te bedienen. Het lijkt altijd over geld te gaan, maar in de praktijk begint het met tijd, bereidheid om inzet te plegen en om kennis te leveren. Kijk naar de corporate foundations onder onze leden die specifieke kennis van hun medewerkers leveren. Dus bij vermogensfondsen gaat het om tijd, kennis en geld. En hoe belangrijk en onontbeerlijk geld ook is, het komt toch op de laatste plaats.’
 
20231009105106_Foto-Siep-Wijsenbeek--81--copy.png
Siep Wijsenbeek.

Wat vermogensfondsen en bosbouw gemeen hebben

Toeval of niet? FIN-voorzitter Ronald van der Giessen is van huis uit bosbouwkundig ingenieur. En de zoon van directeur Siep Wijsenbeek is eerstejaars student Bosbouw te Wageningen. Een bosbouwkundig ingenieur in opleiding dus met vakken als ecologie, geologie, bodem & landschap, flora en fauna, bos- natuur en maatschappij, ecologie van bossen, wiskunde, statistiek en sociale geografie.

Van der Giessen: ‘Bosbouwkunde is een belangrijke opleiding voor veel in het leven waarbij men lang vooraf moet plannen. Iedere bosbouwkundige die bomen plant, neemt daarmee een besluit waar op z’n vroegst na meer dan vijftig jaar geld aan verdiend gaat worden. De bosbouwkundige zelf is dan meestal al dood. Intussen heb je bestendig beleid nodig, zuinigheid, een bestuur of beheer dat voortbouwt op dat wat degenen voor jou hebben gedaan.’

Bestuurlijke rust
‘Er staat wat er staat, je kunt niet zomaar andere bomen planten. Bosbouw is gebaat bij een systematiek van bestuurlijke rust en vertrouwen in de omgeving. En een prudente manier om naar de omgeving te kijken ook. Als er iets is wat past bij het gemiddelde vermogensfonds is het dat wel. Alle vermogensfondsen in Nederland van vóór 1900 bestaan nog omdat zij landerijen – bos- en natuurterreinen – of vastgoed hadden. Anders waren ze al lang weggevaagd.’

‘Met alleen schuldbrieven van de Nederlandse Staat of aandelen in de Russische Spoorwegen  waren deze fondsen weg geweest. In de praktijk is het eigendomsrecht in Nederland op vastgoed, en dus ook op landelijk vastgoed, zo sterk dat alle oude fondsen dankzij hun grondbezittingen nog bestaan. Dat geldt over een brede linie. Van de Ridderlijke Duitse Orde tot het Roomsch-Catholijk Oude Armen Kantoor.’

Plaatsgebonden
‘Vermogensfondsen waren er al voordat Nederland bestond. Ons oudste lid dateert uit de dertiende-eeuw. Het betreft de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht. Dit fonds zit nog op de locatie waar ze in de vijftiende eeuw al zaten: een middeleeuws complex met zadeldaken en topgevels aan het Geertebolwerk. Voorheen was daar hun hoofdkantoor en hospitaal, tegenwoordig grand hotel Karel V.

‘Samenvattend: het fundament van de Nederlandse fondsenwereld is met de bosbouwgedachte in het achterhoofd ontstaan. Wij als FIN vervullen vele jaren later een taak in de samenleving waarin we als het ware ademen met de overheid. Dat geldt voor alle vermogensfondsen en fondsenwervende organisaties. In onze relatie met de overheid is bestendigheid nodig en dit heeft een langetermijneffect op de giften die over vijf jaar gedaan worden.’