'De burger is meer dan kiezer en consument'

Jan van Berkel RvT-voorzitter af bij Goede Doelen Nederland

Jan van Berkel. 
Jan van Berkel. 
13 juni 2024
Interview | | Goede doelen

Jan van Berkel treedt op 27 juni na twee termijnen terug als voorzitter van de Raad van Toezicht van Goede Doelen Nederland (GDN). Hij zal worden herinnerd als een betrokken en zeer ervaren toezichthouder en bestuurder van diverse samenwerkingsverbanden en allianties. Sleutelwoorden: strategisch, verbindend en motiverend. Een verfrissende dosis bevlogenheid en idealisme is het desem van dit vraaggesprek.



Van Berkel verlaat de brancheorganisatie op een onrustig en onoverzichtelijk moment. Het onbezielde Hoofdlijnenakkoord baart zorgen. Berichten op de GDN-website spreken boekdelen. ‘Goede Doelen Nederland steunt oproep: Red de giftenaftrek!’. Ook zien we een bericht over de voorgenomen btw-verhoging voor podiumkunsten, boeken en kranten met als kop: ‘Goede Doelen Nederland steunt gezamenlijke actie ‘Je belast er heel Nederland mee.’ 

De goede doelen, de vermogensfondsen en de kerkgenootschappen – verenigd in de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie – besloten afgelopen najaar niet verder te gaan binnen de Stichting Beheer SBF. U was ook daar voorzitter. Was dat een verstandige zet  in het licht van de huidige ontwikkelingen?

Van Berkel: ‘Het is een beslissing die bewust is genomen maar die we als Goede Doelen Nederland zelf niet zochten. Juist in de tijden waarin we nu verkeren moeten samenwerkingsverbanden slagvaardig zijn. Tot consensus komen vergt een constructieve houding van alle partijen. Een kwestie van geven en nemen ten opzichte van je eigen afgebakende ambities. Dat proces kostte gaandeweg steeds meer tijd en slagkracht. Laat me dit toelichten:’

‘SBF was een kern, een kartrekker voor de brede sector. Op veel dossiers waren er ook belangen vanuit de sport, de cultuur, het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk. We werden geaccepteerd als de club die de initiatieven nam en de anderen daar in meenam. Het begon echter een handicap te worden dat we het eerst in kleiner verband eens moesten zijn voordat we de breedte in konden gaan. De idee was: laten we dan meteen coalities in de breedte zoeken. En zo gaat het sindsdien.’

Wat was de grootste verandering die u tijdens uw GDN-voorzitterschap hebt meemaakte?

‘In onze relatie tot de overheid werden we in beslag genomen door het fenomeen generieke wet- en regelgeving. Soms vanuit Brussel, soms vanuit Den Haag, soms geïnspireerd vanuit de noodzaak om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan. Het generieke karakter van deze maatregelen raakte onze achterban vaak in de corebusiness. Denk aan de ruimte om contact te leggen met donateurs. Dit dossier heeft ons al veel energie gekost.’

‘Let wel: als Goede Doelen Nederland zullen wij als eerste bezwaar maken als iemand de formule van een stichting of vereniging zal misbruiken voor onzalige doelen als terrorismefinanciering of witwaspraktijken. We werken er uiteraard graag aan mee dat dit niet gebeurt. Maar tegen overheden zeg ik: pas dan op met maatregelen die het ons in één keer verbieden om nog met relaties te bellen of bij mensen aan te bellen.’

U doelt op de Wet transparantie maatschappelijke organisaties, gericht tegen onwenselijke buitenlandse beïnvloeding …

‘Zeker, en dat dossier loopt nu al jaren. Het begon met een publicatieplicht voor alle giften vanaf € 15.000. Iets dergelijks raakt direct de privacy van de schenker en de organisatie. Vandaar ons manifest ‘Geef ons de ruimte’ van afgelopen jaar. Daarmee wisten we een brede coalitie vanuit de civil society achter onze standpunten te krijgen. Je moet niet vergeten: wij hebben een heel andere maatschappelijke functie dan bedrijven. Erken dat, overheden!’

En wat was de meest pijnlijke verandering tijdens uw voorzitterschap?

‘Dat is ongetwijfeld de aftopping van de giftenaftrek. Tijdens onze bijeenkomst in Nieuwspoort, eind vorig jaar, motiveerde VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans dit door te wijzen op circa 140 welgestelde families die fiscale constructies zouden gebruiken om nauwelijks of geen inkomstenbelasting te betalen. Wij zeggen: als dat al zo is, moet een hele sector daar dan onder lijden? Ik zou zeggen: verzin iets beters, lever maatwerk of doe wat aan je toezicht.’

Kan de commissie Rinnooy Kan hier iets betekenen?

‘Hopelijk. De eerste defensie-lijn is: niet bezuinigen. Wat ons verbaast is dat in de motivering alles ontbreekt waar deze sector voor staat. We weten dat er al decennialang bij elke formatie ambtelijke dossiers liggen waarin wordt voorgerekend dat deze faciliteit de schatkist geld kost, op dit moment €475 mln. Tot voorkort was het adagium in politiek Nederland: Dat doen we niet. Maar sinds het demissionaire kabinet ging de deur op een kier, nu dreigt halvering. Men realiseert zich de maatschappelijke schade niet.’

Wat kan de sector zelf doen?

‘Er is contact met enkele Kamerleden, ook bij coalitiepartijen achter het hoofdlijnenakkoord. Gelukkig proeven we daar ook begrip en waardering voor de maatschappelijke betekenis van deze sector. Dat biedt ons enig perspectief. We hopen uiteraard dat dit uitmondt in een heroverweging van de voorgestelde bezuinigingen, inclusief het voornemen om op termijn eenmalige en periodieke giften op één hoop te gooien. Dat laatste zou catastrofaal zijn.’
 
Picture 1.jpg


Nog een andere boodschap aan Den Haag?

‘Het kan niet vaak genoeg gezegd: de burger is meer dan een kiezer en een consument. Want burgers zijn ook zelf aan zet, als donateur, mantelzorger of vrijwilliger. Tolereer dat er vanuit de civil society soms ook opvattingen komen die voor politiek Den Haag lastig of onwelkom zijn. Laat vereisten aan representativiteit voor belangenorganisaties met een ideëel doel dus niet meteen leiden tot een inperking van de toegang tot de rechter.’

‘Onze vereniging is gestoeld op een rijke traditie. Het is allemaal begonnen met kleine clubjes met als doel iets voor een ander te betekenen. Dat is de geschiedenis van onze leden. Gemotiveerd en bevlogen een misstand de wereld uithelpen of vechten voor iets waardevols dat behouden moest blijven. De koppen bij elkaar, de handen ineengeslagen. Denk aan Jac. P. Thijsse die als natuurbeschermer met zijn vrienden het Naardermeer kocht en zo voorkwam dat het een vuilnisbelt voor Amsterdam werd. Dat was het begin van Natuurmonumenten.’

Iets anders: waar moet een goed voorzitter aan voldoen?

‘Een prudent voorzitter weet de voortgang van de organisatie te toetsen aan een breed beeld van maatschappelijke ontwikkelingen. Denk aan de rol van deze sector, het sentiment, de percepties die je tegenkomt. Als het maatschappelijk klimaat verandert, zoals nu, zul je daar antwoorden op moeten vinden. Dat doet een voorzitter niet in z’n eentje. Je mag van alle toezichthouders een brede blik op de samenleving verwachten.’

‘Uiteraard werk je aan een langetermijnvisie. Dat begin met publicaties als Wat maakt goede doelen onmisbaar voor onze samenleving (afgelopen voorjaar verschenen – Red.). Een beschrijving van de maatschappelijke functies van goede doelen geïllustreerd met praktijkvoorbeelden. Een volgende stap is een agenda voor Nederland vanuit het maatschappelijk middenveld. Ik had gehoopt dat we daar al wat verder mee zouden zijn.’

In wat voor stemming neemt u afscheid?

‘GDN staat er goed en gezond voor. Onze 260 leden – een kleine 40% van de 700 erkende goede doelen in Nederland – zijn verantwoordelijk voor 70% van het jaarlijkse geefgeld (circa €5,3 mrd – Red.). We zien in toenemende mate ook ambitieuze kleine organisaties zich bij ons aansluiten. We groeien nog steeds. Het doel is om ons ledental op te schroeven richting de populatie van door het CBF erkende goede doelen.’

‘Daarbij realiseren we ons dat veel Nederlanders weliswaar sympathie hebben voor goede doelen. Maar het is geen top of mind issue. Goede doelen worden gewaardeerd, ze worden breed gesteund. Wij als middelgrote brancheorganisatie opereren in een specifieke dimensie: de juiste randvoorwaarden scheppen voor alle goede doelen. Wettelijk, fiscaal et cetera. Uitdagingen genoeg. De kunst is om ook die met bevlogenheid tegemoet te treden.’

Wat is uw advies aan degene die het stokje overneemt?

‘Zich verdiepen in het eigene van deze sector is belangrijk. Maar dat zit misschien al in het CV van betrokkene. Mijn opvolger M/V wordt eind juni bekend gemaakt. Veel nieuwe toezichthouders verwonderen zich over wat deze sector vermag: 45% van de Nederlanders doet vrijwilligerswerk, tussen de 70% en 80% geeft aan goede doelen. Als voorzitter houd je daar toezicht op met een juiste balans tussen afstand houden en betrokkenheid. Een prachtige positie.’

Over Jan van Berkel

Jan van Berkel (1954)  is Officier in de Orde van Oranje Nassau. Hij studeerde economie in Rotterdam, vervulde diverse functies bij Novib en was – na een intermezzo als consultant – directeur-bestuurder van de Leprastichting. Tot zijn nevenfuncties behoort het voorzitterschap van de eerbiedwaardige Händelvereniging. Ook is hij lid van de initiatiefgroep Jonge Zinzoekers in zijn woonplaats Almere, die jongeren in gesprek wil brengen over levensvragen.

Hij heeft zich geprofileerd als een maatschappelijk betrokken toezichthouders en bestuurder met brede ervaring en idealen in internationale samenwerking en NGO’s. Van Berkel was als gezegd initiatiefnemer van samenwerkingsverbanden en allianties. Met deze achtergrond ontwikkelde hij een gevoelige antenne voor percepties en verwachtingen van stakeholders.