Informeer meer!

15 januari 2009
Opinie | | Governance & Finance


Misschien was het u door de feestdagen ontgaan, maar dagblad Trouw meldde in een redactioneel commentaar op 20 december dat per ontvangen euro, 56 cent in de spaarpot van goede doelen verdwijnt. Conclusie van Trouw: goede doelen zijn schandalige oppotters en er zouden richtlijnen moeten komen voor reserves. Het CBF reageerde inhoudelijk adequaat: het rekensommetje klopt van geen kanten, en die richtlijnen? Die zijn er allang.

We rest our case? Dit afdoen als het zoveelste gevalletje luie incidentenjournalistiek? Ik dacht van niet. Dit voorbeeld, in een reeks van vele, toont aan dat de goede doelen op het gebied van publieksperceptie-management voorlopig geen deuk in een pakje boter slaan. En dan heb ik het over de basics: wat mag een gever van een goed doel verwachten? En wat vooral niet?

Bloemisten, kappers, kippenboeren en horeca-ondernemers investeren al jaren in collectieve voorlichting, maar in de goede doelenbranche - die bij uitstek leunt op het publieksvertrouwen - is het god voor ons allen en ieder voor zich.

Er is een groot verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Dat laatste vraagt een aanzienlijker inspanning dan een boze brief of een persbericht.