Aan het einde van de rit gaat het meestal kraken. Bij auto's, bij mensen, bij heel veel eigenlijk. Mij dunkt dat het einde - voor datgene of diegene die het betreft - toch het leukst is als het een beetje vlot gaat. Maar zo werkt het meestal niet. Het einde zal voor de meeste van ons een beproeving worden. Zelf heb ik niet veel wensen over wat ik aan het eind nog zou willen zijn, op een beetje geestelijk fit na misschien.
Ergens pikte ik dezer dagen op dat beproeving een van de termen is die in het Arabisch met het woord Fitna worden geduid. Ben even kwijt in welk verband, maar het was niet echt van belang anders had ik het nog geweten. Hoe dan ook, beproeving, dood en mijn bescheiden wens op een vlot einde waren de dingen die bleven hangen in mijn hoofd. In de non-profit sector, of beter; de ‘citizen sector', zoals Bill Drayton van Ashoka het noemt, is naar verhouding weinig aandacht voor de dood. Natuurlijk, de hele gezondheidssector is een poging om de dood uit te stellen, of ten dele aangenamer te maken. Maar wie houden zich nou echt bezig met de dood, de laatste stap, het gebeuren zelf. Het Hospice, het Bijna Thuis Huis, de Imam, de Dominee en de Pastoor en nog zo wat slecht gefinancierde betrokkenen. Er gaat heel veel tijd en geld zitten in ‘uitstel' maar weinig in ‘executie', het genoemde ‘gebeuren zelf' dus. Het doet daarom ook denken aan John Lennon's; "Life is what happens to you while you're busy making other plans.". Zo besteden we ook veel tijd en geld aan het vastleggen van iets, maar weinig aan het op dat moment beleven van iets. Welke ouder heeft zijn kind op niet op honderden foto's of uren video vastgelegd - zich druk makend over de belichting en meer - en hoe vaak is er nou naar die foto's en video gekeken? Dat vastleggen op video is feitelijk ook niet meer dan een poging om de herinnering vast te houden. Maar daardoor is het meestal te lang en te veel. Zoals vroeger de dia-avondjes van je schoonmoeder. Met foto en film websites als YouTube en LiveLeak heeft dit vastleggen inmiddels een nieuwe dimensie gekregen. Misschien moet er - in plaats van meer en weer aandacht te besteden aan schreeuwers die handig de aandacht weten te trekken met filmpjes en gepeperde uitspraken - weer meer op zoek gegaan worden naar het waardevolle. Datgene dat wel navolging verdiend en dat niet schreeuwend om zich heen slaat. Joris Luyendijk liet in zijn boek - ‘Het zijn net mensen'- als journalist al zijn hand in eigen boezem glijden. En hij heeft gelijk; teveel journalisten zijn incidentiel. Carla van Os, juriste bij Defence for Children, kon mijn gevoel en bedoeling bij het woord goed omschrijven. Incidentielen zijn: "Mensen - veelal journalisten, maar ook bijvoorbeeld politici - die hollend van incident naar incident elk besef van de historische context uit het oog verliezen en daarenboven blind zijn voor de wereldwijde én nationale relativiteit van het incident in de sociale en politieke actualiteit." Ik zelf bleef op mijn niveau steken met de omschrijving:
"Infantielen die ieder incident opblazen, dan wel van één of meerdere gebeurtenissen van niks een heel drama maken."
Ontwikkelings samenwerking
Incidentielen
3 april 2008
Opinie | Henk J.Th. Stokkom, van | Ontwikkelings samenwerking