SBF-voorzitter Steven van Eijck opende vorige week de miniconferentie van ECSP over de toekomst van filantropie en hield zijn gehoor enkele macro-maatschappelijke trends voor, waarvan de prikkelendste ongetwijfeld was: “De tijd van het grote IK ligt achter ons. Het individuele streven naar meer, eindigt in collectief minder. We gaan naar meer aandacht voor samenhang van het individuele met het collectieve. Geen individuele macht, maar gebundelde kracht. De burger vormt in toenemende mate zijn eigen regering.”
Mooie quote van iemand die zelf in de regering (Balkenende I) heeft gezeten en nu de kracht van het maatschappelijk middenveld heeft (her)ontdekt als slapende reus, die onder andere door de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie tot een glorieuze wederopstanding moet worden gebracht.
De ondernemende burger kent zijn eigen kracht (nog) niet. Wat zou er gebeuren als hij daadwerkelijk zijn eigen regering gaat vormen? Als er een Partij voor de Dieren is, waarom dan niet ook een Partij voor de Gezondheid? Een alliantie van de grootste gezondheidsfondsen met een potentieel electoraat van zo’n 2 miljoen burgers haalt lachend de kiesdrempel. Longfonds-directeur Michael Rutgers for president! En daarbij: als een ‘zakenkabinet’ een reële optie is, waarom dan niet een ‘maatschappelijk ondernemers-kabinet’?
Het is natuurlijk de vraag of dit land zit te wachten op een totale versplintering van haar volksvertegenwoordiging door one-issue-partijen, maar doordraven kan ook bevrijdend werken. Ik heb al eerder gezegd: vrijwilligers en filantropie laten zich al te gemakkelijk wegzetten in het knutselhoekje van de actieve burger. Daar mag met 1% van ons Bruto Binnenlands Product naar hartenlust worden gefilanfröbeld, als overheid en bedrijfsleven er maar geen last van hebben.
Misschien is het geen tijd voor een partij, maar dan in elk geval wel voor een groots reveil.
Filantropie