Is het glas half vol of half leeg? Dat vroeg ik me af bij het onderzoek dat dagblad Trouw hield onder 2.000 Nederlanders naar hun idealen. De helft van de ondervraagden wil iets doen voor de wereld of voor de buurt. Twee op de tien wil zelfs op vakantie meehelpen met het bouwen van een school in een arm land. De conclusie van Trouw is: “De Nederlander wil iets betekenen.”
Da’s mooi. Maar het onderzoekje laat zien dat “de” Nederlander bestaat uit de helft van de ondervraagden. Vijftig procent koestert dus idealen. Maar bij de uitvoering ervan gaat het mis. De populairste manier om de wereld te verbeteren blijft namelijk ook voor de idealisten: geld storten. Gebrek aan tijd (44%) en geld (34%) weerhoudt het merendeel ervan hun ideaal te verwezenlijken. Is dat opmerkelijk? Allerminst. Tussen droom en daad staan immers vele praktische bezwaren. Het opmerkelijkste nieuws schuilt wat mij betreft in het feit dat 50% van de Nederlanders géén idealen zegt te koesteren en tóch geld stort op de rekening van goede doelen. Dat is voer voor sociologen en voor goede doelen: als je alleen geld geeft om een schooltje te laten bouwen heb je geen ideaal; als je zelf staat mee te timmeren wél? Misschien een aardig discussiepunt voor op de bestuuragenda na de vakantie.
Voor het artikel in Trouw: klik hier