Met veel interesse las ik de afgelopen weken de DDB artikelen over de ‘projectencarrousel’ (deel 1 / deel 2). Wat me erin aansprak, was dat er werd gesproken van een transitie. Financiering van NPO’s zou minder om steun op projectbasis moeiten draaien, en meer om structurele steun. Absoluut interessant, maar volgens mij is er meer dan dat aan de hand. Het deed me denken aan een recente video van Philanthropy Lessons (een initiatief van Exponent Philanthropy) over de ‘power dynamic’.
In de non-profitsector staat steeds meer druk op financiering. Wij funders kunnen een oplossing bieden, wij kunnen NPO’s de financiering verstrekken om hun werk te doen (en hun overhead te bekostigen). Hebben we hiermee de macht in handen? NPO’s lijken dit wel zo te voelen. En ze versterken het machts(on)evenwicht door zich bij de situatie neer te leggen, uit angst het geld mis te lopen. Ze springen door al onze hoepels. Ze passen soms zelfs hun hele aanpak aan voor een grote donatie. Ze accepteren donaties in een vorm die voor hen niet ideaal is. Ze rapporteren in de opgelegde vorm, die soms net weer iets anders en/of veel te uitgebreid is, en die (eerlijk gezegd) vaak niet eens gelezen wordt. Ik heb dit meerdere keren in de praktijk gezien.
Funders zijn gedreven een maatschappelijk verschil te maken. Van deze rol worden wij enthousiast, vaak willen wij inzichten en ervaring delen. Soms met kleine tips, soms met het advies de gehele aanpak van een NPO te verbeteren. Dat kan overweldigend zijn. De overtuigingskracht van funders kan groot zijn, het enthousiasme vaak nog groter. Maar betekent dit automatisch dat NPO’s zich hierdoor moeten laten overrompelen?
Het is tijd voor balans in de relatie tussen funders en NPO’s. Voor een andere aanpak, aan beide kanten.
Funders
Als funders moeten wij ons meer bewust worden van, en respect hebben voor, de NPO’s die wij ondersteunen. Dat betekent niet alleen niet op projectbasis willen financieren en onnodige rapportages willen afdwingen. Laten we allereerst duidelijk in kaart brengen wat we willen bereiken met onze donaties, zodat we makkelijker en sneller ‘nee’ kunnen zeggen als iets mogelijk niet interessant is. Dan krijgen NPO’s niet de verkeerde verwachting en stellen we hen in de gelegenheid zich snel op andere donateurs te focussen.
Het betekent ook dat, als we met een NPO in zee gaan, we kritisch moeten kijken naar naar hoe we die NPO op de meest effectieve manier kunnen ondersteunen om ons gezamenlijke doel van wereldverbetering (op welk thema dan ook) te bereiken. Dat we ons vragen stellen, zoals:
- ‘Is het ondersteunen van dat project voor één jaar nou wel de beste manier?’
- ‘Hebben we voldoende aan de huidige rapportages van de NPO of kunnen we helpen deze te verbeteren?’
- ‘Hoe kunnen we de samenwerking inzetten om de effectiviteit te vergroten?’
Non-profitorganisaties
En NPO’s? Durf sterker in je schoenen te staan. Allereerst door duidelijkheid te hebben over waar je voor staat. Breng in kaart hoe effectief je aanpak is en hoe efficiënt je organisatie. Pas dan kun je op gelijkwaardige basis de relatie met de funder aangaan.
NPO’s moeten zich realiseren dat niet iedere funder een goede match is. Zie dit niet als iets negatiefs. Het is geen kritiek op je organisatie, je werk, of je aanpak. Het kan gewoon gebeuren. En is de funder wel een goede match? Communiceer dan duidelijk hoe je, met de steun van de funder, gezamenlijk het grootse verschil kunt maken. Zijn de eisen van de funder lastig, of erger nog: gaan deze ten koste van de effectiviteit? Leg dan uit waarom dit een negatief effect zal hebben. Mocht de funder daar geen begrip voor hebben, durf dan ‘nee’ te zeggen. Zie de funder als partner in de oplossing, niet alleen als de zak met geld.
Soms gebeurt dit gelukkig al. Maar wat mij betreft nog niet vaak genoeg.
Auteur Robert Boogaard (Jazi Foundation) is mede-initiatiefnemer van Filantropie in Nederland