In het Reformatorisch Dagblad is een discussie ontstaan naar aanleiding van het pleidooi van ontwikkelingssocioloog drs. Hans R.J. Sluijter. Hij meent dat goede doelen onder de Archiefwet moeten gaan vallen, omdat er anders te veel ruimte ontstaat voor fraude. Overdreven, vindt Anthony van der Wulp. ‘Het toepassen van de Archiefwet op goede doelen leidt niet direct tot verantwoording.’
Goede doelen vallen momenteel niet onder de Archiefwet. Sluijter denkt dat ze daardoor grote vrijheid hebben om zich slechts zo te verantwoorden (of niet) als ze zelf maar willen. ‘Burgers kunnen zich daarom terecht afvragen of ze wel een juiste afspiegeling van zaken krijgen. Als je vraagt of bijvoorbeeld gelden wel goed terechtkomen en of zusterorganisaties in ontwikkelingslanden wel kritisch worden gevolgd, moet je maar hopen dat je een eerlijk antwoord krijgt. Je moet maar geloven in de goede bedoelingen en de correctheid van niet-openbare cijfers. Van publiek toegankelijke archieven is onder de goede doelen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking geen sprake’, zegt Sluijter.
Run op nepbonnetjes
‘Niets wordt er systematisch gecontroleerd en gearchiveerd. Cijfers over het bereik van gelden, hoe bijvoorbeeld collectegelden uiteindelijk op de plaats van bestemming komen, worden te vaak klakkeloos overgenomen zonder kritische vragen, rapporten of audits (controles), omdat de focus op het financiële ligt. De gevolgen laten zich raden. In ontwikkelingslanden is er al decennialang een ware run op het vervaardigen van nepbonnetjes en het afkopen van de middenstand bij lastige vragen. Ik heb bijvoorbeeld ook geen idee hoe de miljarden van de EU, Giro 555 en alle westerse ngo’s besteed zijn naar aanleiding van de tsunamiramp en de aardbeving op Haïti. Wellicht hebben zij wel een fraai financieel overzicht in huis (indien ze volledig openbaar zijn), misschien ook niet.’
WOB
‘De oorzaak van deze wetteloosheid is dat goede doelen niet onder de Archiefwet vallen. Die is momenteel alleen van toepassing op overheidsorganisaties. De regelingen gaan over het beheer en de toegankelijkheid van overheidsinformatie. De archiefbescheiden die in een wettelijke archiefbewaarplaats berusten, zijn openbaar. Eenieder is bevoegd om archiefbescheiden kosteloos te raadplegen en om kopieën van afbeeldingen, afschriften en uittreksels te maken. Een burger kan bijvoorbeeld aanspraak maken op de Archiefwet door de Wet openbaarheid van bestuur (de WOB). Er zijn soms wel enkele redenen om de openbaarheid te beperken, zoals privacy, staatsveiligheid of de staat van de stukken. Maar dat is dan keurig juridisch geregeld.'
Denkfout
Anthony van der Wulp, adviseur informatiebeheer, zet er zijn vraagtekens bij. ‘Sluijter maakt wat mij betreft een denkfout. De artikelen 12 en 13 van de Archiefwet regelen overbrenging van archiefbescheiden naar een archiefbewaarplaats. Dit betreft stukken ouder dan twintig jaar. Maar na twintig jaar zijn veel feiten al ‘verjaard’, is het beleid al uitgevoerd en is het kwaad soms al geschied. Dat betekent dat de betrokken bestuurders niet meer aangesproken kunnen worden op het gevoerde beleid. Vanuit het archief kan dan slechts nog gereconstrueerd worden hoe het fout ging. De Archiefwet is dus geen haarlemmerolie voor transparantie.’
AWR
Van der Wulp: ‘In het artikel wordt gesteld dat met name ontwikkelingsorganisaties nepbonnetjes zouden accepteren of cijfers zonder audits overnemen. Dit betreft echter de huidige administratie en die valt al onder de administratieplicht van de Algemene wet rijksbelastingen (AWR). Daar is wel een goed archiefbeheer voor nodig, maar daarvoor hoeft niet de Archiefwet van stal gehaald te worden. De financiële administratie (waaronder dus (nep)bonnetjes) is doorgaans al na zeven jaar vernietigbaar en haalt de termijn van twintig jaar niet eens. Daarbij komt dat dit een flinke verhoging van de regeldruk betekent voor organisaties die afhankelijk zijn van vrijwilligers of fondsenwerving. Voor grote ontwikkelingsorganisaties is dit nog te doen, maar voor kleine stichtingen is dit een onevenredige maatregel.’
Niets te verbergen
Van der Wulp vindt het een beter idee om via het CBF-keurmerk nadere eisen te stellen aan publieke verantwoording. ‘Wie met goede motieven geld inzamelt voor een goed doel en daar een keurige administratie van heeft, heeft immers niets te verbergen. Deze publieke verantwoording kan prima plaatsvinden via het jaarverslag of een publicatie op een website. Aan subsidies vanuit de overheid wordt standaard de voorwaarde van verantwoording verbonden. In dergelijke gevallen kan via een WOB-verzoek aan de betrokken overheidsinstelling de opgestelde verantwoording opgevraagd worden.’
Klik hier voor het volledige artikel van Sluijter en hier voor het artikel van Van der Wulp.
Validatie & Toezicht