De casus is als volgt: Een stichting, met als doel o.a. het bevorderen van Transcendente Meditatie is vanaf oktober 1990 gerangschikt als ANBI. De stichting heeft in 2002 een schenking vrij van recht ontvangen in de vorm van een periodieke uitkering van 5 jaarlijkse termijnen van ca 200.000 euro per jaar. De stichting heeft hiervan aangifte gedaan en vervolgens bezwaar tegen de opgelegde aanslag ingediend. Het bezwaar is door de inspecteur afgewezen. Hiertegen heeft de stichting beroep ingesteld bij het Hof Amsterdam. De stichting is van mening dat het gelijkheidsbeginsel meebrengt dat de inspecteur vanwege het begunstigende beleid dat geldt voor het Prins Bernhard Cultuurfonds (PBCF) en het Nederlandse Rode Kruis (NRK) ook ten aanzien van de stichting moet afzien van het opleggen van een aanslag schenkingsrecht.
Het Hof Amsterdam geeft de inspecteur gelijk (LJN: AY0093, gerechtshof Amsterdam, 04/01262). Volgens het Hof had de Minister van Financiën in 1946 de bevoegdheid om kwijtschelding te verlenen van schenkingsrecht, waarbij het Hof aanneemt dat dit gebaseerd is op het feit dat het PBCF hoofdzakelijk de bevordering van kunst en cultuur ten doel had. Voor het NRK is volgens het Hof sprake geweest van een bijzonder geval omdat het NRK zich in 1946 richtte op herstel van Nederland na de tweede wereldoorlog en dit herstel niet belemmerd mocht worden door heffing van schenkingsrecht.
Hoewel de wetsartikelen waarop de kwijtschelding in 1946 gebaseerd is, sindsdien zijn gewijzigd of vervallen, zijn de beschikkingen voor het PBCF en NRK niet ingetrokken. Het Hof volgt voor het PBCF een merkwaardige redenering: uit het feit dat de beschikking voor het PBCF niet ingetrokken is, leidt het Hof af dat de kwijtschelding nog steeds kon worden gebaseerd op de Successiewet. Voor de kwijtschelding van schenkingsrecht voor het NRK gaat het Hof er van uit dat nog steeds sprake is gebleven van een bijzonder geval waarvoor kwijtschelding kon worden verleend.
Kortom, stelt het Hof: er is geen sprake van een begunstigend beleid ten aanzien van PBCF en NRK waarmee de grenzen van de bevoegdheid die aan de Minister toekomt, zijn overschreden.
Bovendien oordeelt het Hof dat de onderhavige stichting niet feitelijk en rechtens gelijk is aan het PBCF omdat zij niet ( hoofdzakelijk of uitsluitend) de doelstelling heeft om kunst en wetenschap te bevorderen. Ook de verschillen tussen de stichting en het NRK zijn zodanig dat het redelijk is dat de Minister wel aan het NRK de kwijtschelding verleent, en niet aan de stichting.
Deze uitspraak van het Hof Amsterdam staat lijnrecht tegenover de uitspraak van het Hof Den Haag van 5 april jl. Het Hof Den Haag oordeelde dat er geen afdoende grondslag was voor het kwijtscheldingsbeleid ten aanzien van PBCF en NRK. Bovendien vond het Hof den Haag de aard van de werkzaamheden niet relevant voor de beoordeling of de instelling zich in een vergelijkbare situatie als het PBCF en NRK bevond. Dit Hof achtte vooral de rangschikking als ANBI relevant en het feit dat de instelling haar werkzaamheden binnen haar doelstelling ten behoeve van het algemeen nut verricht. Tegen de uitspraak van dit Hof is cassatie aangetekend.
Voor alle ANBI's die nog geen aangifte hebben gedaan van schenkingen voor 2006, of die aanslagen hebben ontvangen die nog niet onherroepelijk vaststaan, is de uiteindelijke uitkomst van deze procedures van belang.
Het wachten is nu op het arrest van de Hoge Raad.
Mr. Sabine de Wijkerslooth-Lhoëst is estate planner bij PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs te Utrecht
Lees ook eerdere berichtgeving van FM:
Uitspraak Haagse Hof: geen schenkingsbelasting door gelijkheidsbeginsel
Belangrijkse uitspraak Hoge Raad
Reacties uitspraak Hoge Raad (1)
Reacties uitspraak Hoge Raad (2)
Reacties uitspraak Hoge Raad (3)