Ik was er door griep zelf niet bij, maar ook na lezing van de speech die staatssecretaris Fred Teeven vorige week gaf tijdens de nieuwjaarsreceptie van de SBF krulden mijn tenen spontaan omhoog van plaatsvervangende schaamte. Dat gebeurt vaker als je plichtmatig door ambtenaren in elkaar geknutselde speeches laat voorlezen door overheidsdienaren. Maar ‘close reading’ intensiveert het ongenoegen nog eens extra. Waar wind ik me eigenlijk over op? Misschien dit: ook na 2,5 jaar Convenant ‘Ruimte voor geven’ komen Teeven c.s. op het filantropie-dossier niet verder dan de al decennia lang misbruikte clichés. De ambtenaren laten het Teeven consequent hebben over ‘goede doelen’, over ‘validatiesystemen’ en over een ‘professionaliseringsslag’. Dit is filantropie in Haagse lingo: professionele fondsenwervers die goed gecontroleerd geld ophalen bij de mensen. Niets over een breed maatschappelijk appel, een ‘bundeling van civiele kracht’, waartoe Marius Ernsting van NOV tijdens dezelfde receptie opriep.Geen woord over een altruïstisch overschot, geen syllabe over vijf miljoen vrijwilligers die schouder aan schouder met de overheid de problemen te lijf zouden moeten gaan. Geen spoor van een ‘big society’. In de wereld van Fred Teeven is onze civil society teruggebracht tot een zielloze karikatuur en wordt de maatschappelijke draagkracht gemeten aan ‘professionaliteit’ en beoordeeld door ‘validatiesystemen’ (wat zijn dat in godsnaam, red je er mensenlevens mee?).
Dat Teeven – als klap op de vuurpijl – ook de SBF nog eens bijdehand aanspoort om “meer draagvlak” te verwerven, is helemaal een giller. En voor mij het sluitende bewijs dat de beleidsmakers op het Binnenhof met de duimen achter de bretels vooral hard “Hup!” roepen zonder zelf iets uit te voeren. De conclusie was en is onvermijdelijk: de burgers zullen het zelf moeten doen. Daar hadden ze vroeger geen overheid voor nodig. En nu eigenlijk nog steeds niet.
Politiek en overheid