Op 21 juni 2011 werd het convenant ‘Ruimte voor geven’ tussen kabinet Rutte en de filantropie-sector (SBF) getekend. Na de eerste verjaardag dringt zich de vraag op of en in welke mate de in dit convenant afgesproken doelstellingen zijn gehaald. Zowel overheid als sector zijn daarover vooralsnog weinig mededeelzaam.
Zowel kabinet als sector - in deze vertegenwoordigd door SBF – lijken belang te hebben bij een betere wederzijdse afstemming. De overheid omdat zij in haar terugtrekkende beweging graag de maatschappelijk actieve burger op het schild wil hijsen; de sector omdat zij vooral gebaat is bij gecoördineerd flankerend beleid. Dat laatste is geen luxe omdat de sector in de afgelopen decennia door de vele departementen werd zoekgespeeld op verschillende dossiers, waarvan de fiscale (o.a. Geefwet) nog het meest in het oog springen.
Spoedhuwelijk
Het werd een spoedhuwelijk vorig jaar. Na jarenlang gedraal leek de tijd rijp voor een convenant, waarmee lang niet iedereen gelukkig was. Dat zat ‘m in onder andere in het proces, dat, door de enorme gefragmenteerdheid van het particuliere initiatief, niet anders dan top down kon plaatsvinden. Hoe vind je draagvlak voor een convenant met een kwart miljoen stichtingen en verenigingen, 50.000 ANBI’s en 6 miljoen vrijwilligers? De achterban van de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie is tot op de dag van vandaag slechts het geïnstitutionaliseerde topje van een enorme filantropie-ijsberg.
Dat leidde tot irritatie bij facties die in de aanloop naar het convenant werden overgeslagen.
Verdeeldheid
Maar ook bij de leden van Stichting SBF die wél in het proces werden meegenomen, ontstond verdeeldheid. In het bijzonder bij goede doelenkoepel VFI, waar een kleine, maar invloedrijke factie zich ten principale tegen een convenant keerde: waarom afspraken maken met een a-sociale overheid? Dat leek slecht uit te leggen aan de achterban die geconfronteerd wordt met harde bezuinigingen.
Flappentap
Ook werden en worden er vraagtekens gezet bij de motieven van de overheid om juist nu een convenant te tekenen. Ging het nou om de maatschappelijke betrokkenheid of stiekem toch om de portemonnee van die actieve burgers? De civil society als alternatieve flappentap: het zou niet de eerste keer zijn dat de overheid daarop betrapt werd in de Nederlandse geschiedenis. Rutte profileert zich voorlopig vooral als Real-politiker, niet als ideoloog van nieuwe dynamiek in de maatschappelijke driehoek.
De geboorte van het convenant op 21 juni vorig jaar werd dus meer een tangverlossing dan een natuurlijke bevalling. Hebben de critici gelijk gekregen? Het antwoord daarop valt na een jaar domweg nog niet te geven. De voorstanders zien zoals te verwachten een halfvol glas; de tegenstanders lijken nog helemaal niet overtuigd.
Het is echter evident dat binnen de politieke werkelijkheid van het intussen demissionaire kabinet en met de spannende verkiezingen van 12 september in het vooruitzicht 'filantropie' en het convenant nu niet bepaald topprioriteit heeft op het Binnenhof. Ook moet worden aangetekend dat door de beperkte (financiële) slagkracht van SBF met één voortvarende voorzitter en één secretaris bepaald niet alle potten snel gebroken kunnen worden.
Deze week verlopen enkele deadlines voor concrete afspraken uit het convenant:
1.
Uiterlijk in het tweede kwartaal van 2012 moeten er 'structuren en mechanismen' zijn voor uitwisseling van kennis en informatie tussen sector en betrokken departementen. Per departement moeten er afspraken of deelconvenanten komen, bijvoorbeeld op de terreinen van gezondheidszorg, natuur & milieu, welzijn & sport, ontwikkelingssamenwerking, leefbaarheid, onderwijs & wetenschap, cultuur en sociale cohesie.
2.
Binnenlandse Zaken en andere betrokken ministeries moeten samen met SBF in het tweede kwartaal van 2012 een haalbaarheidsstudie afronden naar innovatieve financieringswijzen en verdienmodellen voor maatschappelijke initiatieven.
3.
Het ministerie van BZK en SBF hebben uiterlijk in het tweede kwartaal van 2012 aanbevelingen ontwikkeld die gericht zijn op het verduurzamen van projecten. Daarbij zal aandacht worden geschonken aan de vertaalslag naar de lokale praktijk.
4.
Het ministerie van BZK en SBF hebben uiterlijk in het tweede kwartaal van 2012 een plan gereed gericht op verdere introductie in Nederland van lokale gemeenschapsfondsen.
5.
Uiterlijk in het eerste kwartaal van 2012 heeft SBF een plan van aanpak gereed met daarin opgenomen een concrete doelstelling en bijbehorende aanpak voor het verhogen van het aantal bij SBF aangesloten organisaties.
6.
De ministeries van Veiligheid en Justitie en van Financiën en SBF hebben uiterlijk in het tweede kwartaal van 2012 een gezamenlijk document opgesteld met daarin een moderne visie op toezicht en verantwoording. Bij de uitwerking van deze visie wordt toegewerkt naar de realisatie uiterlijk in het derde kwartaal van 2012 van één keurmerkstelsel.
In de komende weken houden wij u op de hoogte van eventuele rapportages en mededelingen over de voortgang van het convenant.
De tekst van het convenant 'Ruimte voor geven' kunt u hier downloaden.
Validatie & Toezicht