De Nederlandse Hartstichting loopt niet aan de leiband van Unilever en levert zich in samenwerkingsverbanden met de private sector zeker niet uit aan één partij. Dit stelt Hans Stam, de directeur van de Hartstichting, in de Volkskrant als reactie op aantijgingen in de dezelfde krant van Toine de Graaf en Gert Schuitemaker.
De Graaf en Schuitemaker betogen in de rubriek Forum van 20 april in De Volkskrant dat de Hartstichting haar onafhankelijkheid te grabbel heeft gegooid door de cholesterolverlagende margarine Becel pro.activ aan te bevelen. De heilzame werking van dit Unilever-product staat volgens de auteurs wetenschappelijk niet vast. “Het is zelfs niet uitgesloten dat dit product de kans op een hartinfarct vergroot”, stellen de auteurs.
“Van een onafhankelijke Hartstichting zou je mogen verwachten dat ze een risicofactor als cholesterol in perspectief plaatst en een product als Becel pro.activ kritisch volgt. Maar hoe was het ook al weer: wiens brood men eet, diens taal men spreekt”, concluderen de auteurs, die hun stuk besluiten met: “Met de recente cholesterolmetingen in de supermarkten, die plaatsvonden onder de vlag van de Hartstichting maar zijn betaald door Unilever, is de stichting zelfs verworden tot de buitendienst van de margarineproducent.”
Gewijzigde opstelling
Hans Stam, directeur van de Nederlandse Hartstichting weerspreekt de beschuldigingen. “De Hartstichting strijdt al meer dan 40 jaar zeer succesvol tegen hart- en vaatziekten. Wij investeren in top wetenschappelijk onderzoek en geven hoogwaardige en efficiënte voorlichting over een gezonde leefstijl. Wij kunnen dit werk alleen doen dankzij giften van particulieren en in toenemende mate door steun vanuit de private sector. De uitdaging die voor ons ligt in het bestrijden van hart- en vaatziekten en het ambitieniveau van onze organisatie vragen om een gewijzigde opstelling ten aanzien van het betrekken van de private sector bij het financieren van onze activiteiten”, aldus Stam.
Integriteit
“Uitgangspunt bij elk samenwerkingsverband van de Nederlandse Hartstichting is het behoud van haar onafhankelijkheid en integriteit. Naast het behoud van haar integriteit is elk samenwerkingsverband gericht op het realiseren van de doelstellingen van de Nederlandse Hartstichting en niet op het realiseren van gezamenlijke doelstellingen. De Hartstichting wil zich ook niet binden aan een enkele partij of partner”, zo betoogt de directeur.
Volgens Stam is het “onomstotelijk bewijs” voor de werking van producten een absolute voorwaarde voor samenwerking. In het geval van Becel pro.activ is dat bewijs volgens de Hartstichting geleverd.
Geen klachten
Volgens Huub Kouwenhoven, hoofd communicatie a.i. van de Hartstichting, zijn er tot op heden bij de infolijn van zijn organisatie geen klachten of vragen over de publicatie binnengekomen. Over het feit dat de publicatie van De Graaf en Schuitemaker precies viel in de collecteweek van de Hartstichting, wilde Kouwenhoven zich niet uitlaten. “Wij hebben na de salariskwestie rond onze oud-medisch directeur het vertrouwen van onze achterban gelukkig weer helemaal teruggewonnen. Uiteraard zijn we zeer alert op dit soort berichtgeving, maar tot nu is een reactie van het publiek uitgebleven.”
Ortho Institute
Gert Schuitemaker is onder anderen directeur van Ortho Institute. Schuitemaker claimt op zijn website de orthomoleculaire geneeskunde in 1983 in Nederland geïntroduceerd te hebben. Hij behaalde in 2004 de doctorstitel. Onderdeel van zijn Ortho Institute is een uitgeverij, dat onder andere de tijdschriften “Ortho” en “Fit met Voeding” op de markt brengt. Toine de Graaf, die zich “medisch journalist” noemt, levert onder andere bijdragen aan het tijdschrift Ortho. Hij diende in 2003 bij de Raad voor de Journalistiek tevergeefs een klacht in tegen de voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Deze had De Graaf in een artikel in het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij onder anderen gekarakteriseerd als ”redacteur van Gezondheidsnieuws, maar levert ook bijdragen aan andere kwakzalverslectuur zoals Ortho.”