Hunts oproep volgde op de grootste private schenking sinds 1985. Sainsbury (82), wiens familie fortuin maakte met de gelijknamige supermarktketen, schonk 30 miljoen euro aan het British Museum in Londen. Minister Hunt lokte echter direct hevige kritiek uit. De Britse regering, die kampt met een reusachtig begrotingstekort, staat op het punt het cultuurbudget met minstens 25 procent in te krimpen. "We hebben nooit gezegd dat we filantropie de plaats willen laten innemen van staatssteun, maar de generositeit van John Sainsbury is een fantastisch voorbeeld van het potentieel dat er is in dit land", zei Hunt.
De supermarktmagnaat zet met zijn schenking een traditie voort. Begin jaren negentig bekostigden de Sainsburys een uitbreiding van de National Gallery. De vleugel werd naar de familie genoemd.
Of dat ook bij het British Museum zal gebeuren, is onduidelijk. Het best bezochte museum van het land wil het geld gebruiken voor een door architect Richard Rogers ontworpen uitbreidingsplan, waarmee ruim 160 miljoen euro is gemoeid. Die uitbreiding dient voor het onderbrengen van tijdelijke exposities en het restauratielab.
Ook Tate Britain en Tate Modern bereiden kostbare verbouwingen voor. Het eerstgenoemde museum heeft een plan waarmee 55 miljoen euro is gemoeid, dat geheel met privaat geld wordt gefinancierd. Tate Modern, aan de zuidoever van de Theems, wil zelfs 250 miljoen euro uitgeven aan een spectaculair nieuw gebouw.