Overheid en filantropische sector hebben bij het opstellen van de gezamenlijke visie op toezicht en verantwoording in de filantropische sector als invalshoek gekozen voor ‘overheidsingrijpen waar het moet, zelfregulering waar het kan’. Verder moet elke partij zelf bijdragen aan de uitwerking, om een zo groot mogelijk draagvlak te bereiken. De visie wordt geconcretiseerd door de volgende maatregelen van de overheid en SBF:
1. Wijziging Burgerlijk Wetboek
Hierdoor worden stichtingen en verenigingen met ANBI-status verplicht financiële gegevens in het Handelsregister op te nemen. Daarnaast zal voor het verkrijgen of behouden van de ANBI-status in de fiscale regelgeving de voorwaarde worden gesteld het publiek bepaalde informatie via een website te verschaffen.
2. Informatie op internet
SBF zal publiekstoegankelijke internetportalen ontwikkelen waarop de bij hen aangesloten filantropische instellingen goed vindbaar zijn. Ook kunnen die instellingen via deze portalen de in het vorige punt bedoelde informatie zoals financiële informatie en verantwoording van de resultaten naar het publiek toe ontsluiten.
3. Naar één keurmerk en gedragscode
In het kader van zelfregulering ontwikkelen de overheid en de SBF een validatiestelsel om de basis te leggen voor een toezichtarrangement met de Belastingdienst. Onderdeel daarvan is de ontwikkeling van één keurmerk, waarbij sprake is van onafhankelijke toetsing door een geaccrediteerde, certificerende instelling. Eind 2013 zou dit keurmerk er moeten zijn. “In het keurmerkstelsel kunnen regels worden gesteld voor de verslaglegging inzake goed bestuur, het beloningsbeleid en de maatschappelijke prestaties, naast de huidige eisen aan filantropische instellingen voor het verkrijgen van de ANBI-status”, meldt SBF.
Daarnaast komt er één gedragscode voor alle leden van de brancheorganisaties. Deze gedragscode ziet op governance, beloning en maatschappelijke prestaties. Op dit moment worden er in de filantropische sector vier verschillende gedragscodes gehanteerd. Eind 2013 zal een gedragscode gereed zijn voor alle aangesloten brancheorganisaties, waarin onder andere aandacht wordt besteed aan vraagstukken van governance, beloning en maatschappelijke prestaties.
4. Aantal leden vergroten
Ten slotte zullen SBF en de bij haar aangesloten brancheorganisaties zich inspannen om het aantal aangesloten leden en daarmee hun representativiteit te vergroten.
Onderscheid tussen organisaties
“Het doel van de maatregelen is om de kwaliteit van de dienstverlening en het toezicht daarop te verbeteren”, meldt SBF. “Tegelijkertijd wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het versterken van de maatschappelijke rol en positie van de filantropische sector. Daarbij is uitdrukkelijk oog voor het onderscheid tussen fondsenwervende instellingen, vermogensfondsen en kerkgenootschappen. Dit betekent dat de wijze waarop toezicht en verantwoording wordt vormgegeven, voor elke categorie anders is.”
Kwaliteit
Er is ook aandacht voor de bevordering van de kwaliteit van de goede doelensector. Parallel aan het door het convenant in gang gezette traject zijn er initiatieven uit wetenschappelijke hoek om de werving van fondsen of het besturen van filantropische instellingen naar een meer professioneel niveau te tillen. Er zijn diverse hoger beroeps- en (post)doctorale opleidingen om de deskundigheid in de filantropische sector te bevorderen.
Overige afspraken
In het convenant zijn, naast de afspraak om een moderne visie op toezicht en verantwoording te ontwerpen, nog meer afspraken gemaakt. Een korte tussenstand:
- Afstemming. Met een aantal departementen zijn afspraken gemaakt, soms in de vorm van een deelconvenant, vaak in de vorm van een afstemmingsoverleg.
- Consultatie. Rond de Geefwet, het wetsvoorstel Publicatieplicht en de wet Normering Topinkomens heeft intensieve consultatie plaatsgevonden. De SBF wordt betrokken bij het Belastingplan voor 2013. Ook bij de beantwoording van Kamervragen wordt de SBF vooraf geconsulteerd.
- Onderzoek. Het onderzoek Geven in Nederland 2011 zal binnenkort door de Vrije Universiteit worden gepubliceerd.
- Innovatieve financieringswijzen. Een haalbaarheidsstudie naar innovatieve financieringswijzen en verdienmodellen voor maatschappelijke initiatieven is afgerond en wordt binnenkort door het Ministerie van BZK gepresenteerd.
- Verduurzamen projecten. Aanbevelingen voor het verduurzamen van projecten zijn gepubliceerd door het Ministerie van BZK.
- Lokale gemeenschapsfondsen. Het Ministerie van BZK en de Rabobank Foundation hebben de eerste fase gefinancierd. Een plan voor de verdere introductie van lokale gemeenschapsfondsen is getoetst in een rondetafelgesprek in Maastricht. Besluitvorming vindt plaats over het vervolg.
- Vergroten representativiteit SBF. Verkennende gesprekken zijn gevoerd om de representativiteit van de SBF en de daarbij aangesloten brancheorganisaties te vergroten.
Klik hier voor de gezamenlijke visienotitie.