Er is in de aanloop naar het filantropieconvenant ‘Ruimte om te geven' veel gedoe geweest. Met name een klein, maar niet onbelangrijk deel van de achterban van de VFI voelde zich uitgeleverd aan het opportunisme van het kabinet en het duizelingwekkende tempo waarin de SBF onder het motto ‘nu of nooit' met Rutte c.s. zakendeed. Het proces zal daardoor geen schoonheidsprijzen meer winnen, maar het resultaat? Misschien is het nog veel te vroeg om daarover conclusies te trekken. Het gezonde wantrouwen in de sector ten aanzien van contacten met een armlastige overheid en de koestering van haar belangrijke civiele autonomie rechtvaardigen ook wel enige terughoudendheid, maar zeker is nu al dat de SBF een aantal concrete zaken heeft binnengehaald. De al lang aangekondigde Geefwet was tot voor kort een grote Doos van Pandora: volgestopt met contradictoire maatregelen door beleidsmakers die het begrip ‘filantropie' vooral als kostenpost beschouwden. Nu de nieuwe Geefwet met de Miljoenennota bekend is, wordt duidelijk dat regie vanuit de SBF en het politieke gogme van haar voorzitter heeft geleid tot meer samenhang in alle fiscaliteiten en op iets - ik durf het bijna niet te zeggen - dat op een ‘visie' lijkt. Een grondgedachte over het belang van privaat initiatief voor het algemeen belang. Met dit succes op zak moet de SBF nu haar draagvlak in de sector snel zien te verbreden (ook een opdracht uit het convenant trouwens) door niet alleen duidelijk te maken op welke dossiers gezamenlijk optrekken wenselijk en noodzakelijk is, maar ook waar een ieder zijn eigen vrije koers moet uitzetten op de filantropische marktplaats. Filantropie is ‘van ons'. Belastinggeld ook trouwens.
P.S.: Voor een samenvatting van de nieuwe Geefwet: klik hier
Politiek en overheid