In deze tijd van diversiteit, politieke, sociale en ecologische omstandigheden waarvan niemand meer weet wie waar invloed op had of nog zal hebben en hoe dan, geeft menigeen het op. Mensen vallen buiten de maatschappelijke boot, kampen met financiële en mentale vraagstukken. Kinderen en jongeren groeien op in een snel veranderende samenleving, die zich steeds meer kenmerkt als een prestatiesamenleving.
Technologie, digitalisering en globalisering hebben veel te bieden. Maar de grootschalige ontwikkelingen brengen ook onzekerheid met zich mee. De samenleving is sterk gericht op (kennis)prestaties, kinderen en jongeren ervaren druk op alle fronten om de hoge lat te raken: hoge diploma’s halen, er goed uitzien, veel vrienden hebben, likes en volgers, sportief zijn… Bij ouders, onderwijs en beleidmakers begint door te dringen dat de prestatiedruk bij de jeugd grenzen kent. De kansenongelijkheid wegens eenzijdige toetsing, op wat je kunt in plaats van op wie je bent, neemt ernstige vormen aan en er vallen teveel kinderen en jongeren in depressiviteit en isolement.
Uit het HBSC-onderzoek (Nederlandse Health Behaviour in School-aged Children) naar gezondheid en welzijn van scholieren, blijkt dat prestatiedruk van grote invloed is op het emotionele welbevinden van de Nederlandse jeugd.
Ik sprak Dr. M.J.B. (Maike) Kooijmans, lector Opvoeden voor de Toekomst bij Fontys. Dit lectoraat heeft als missie om bij te dragen aan een veilig, positief en minder competitief opvoedklimaat: thuis, op school, op straat en online. Belangrijk daarbij zijn (talent)ontwikkeling, veerkracht en identiteit. Het lectoraat beoogt een pedagogisch alternatief te bieden met een meer natuurlijke- en jeugdvriendelijke wijze van talentontwikkeling.
Het ontroerende ‘Later word ik zeemeermin’ vormt de titel van het huidige onderzoeksprogramma van het lectoraat. Het bestaat uit het ontwikkelen van pedagogische vrijplaatsen: speel- en leerplekken, buiten pedagogische instituties en er dwars doorheen, waar kinderen kind en jongeren jong kunnen zijn. In een pedagogische vrijplaats staan niet het curriculum of beleidsdoel centraal, maar de talenten, dromen en wensen van kinderen en jongeren. Wat doet dit voor de ontwikkeling van een veerkrachtige identiteit en wat voor consequenties heeft het voor pedagogisch handelen, in nieuwe en bestaande praktijken van onderwijs, opvoeding en vrije tijd?
Verder wordt onderzocht hoe jeugdigen in de virtuele wereld een veerkrachtige identiteit kunnen ontwikkelen en wat daarbij de rol van opvoeders is.
De jeugd krijgt daarnaast de ruimte om haar stem te laten horen om hun ‘deep stories’ (thuissituatie, kijk op de wereld, gebeurtenissen) en het effect op hen, beter te begrijpen.
Landgoed Sparrenhof in Tilburg wordt zo’n ontmoetingsplek voor de jeugd. Kinderen denken mee over de invulling van dit landgoed en zullen de kans krijgen om zichzelf te ontdekken en er hun talenten te ontwikkelen. In het bosrijke landgoed, eigendom van de Fraters van Tilburg, heeft een laan met eiken, een bos met dennen, een vijver, een speeltuin, grote speelvelden en er staan kampeergebouwen en een villa. De Fraters gebruikten dit gebied sinds 1921 als kloosterboerderij voor de eigen voedselvoorziening. De congregatie slinkt, de fraters zijn op leeftijd. Stichting Sparrenhof zorgt in ruil voor gebruik voor het beheer en het onderhoud. Primair onderwijs, voortgezet onderwijs, maatschappelijk werk, Fontys Hogeschool Pedagogiek en de gemeente Tilburg zijn betrokken. Zij denken en betalen mee voor de toekomst van het gebied. Zo kan er een moestuin komen voor het speciaal onderwijs, een theehuis en een werkplaats voor studenten.
Het gebied is straks voor alle Tilburgse kinderen bestemd. Iedereen mag meedoen, waarbij het landgoed zijn besloten karakter zal behouden, om bescherming van kwetsbare kinderen te waarborgen.
Er wordt veel verwacht van de inbreng van kinderen zelf en er zal niet van bovenaf worden bepaald wat goed is voor kinderen. Kinderen met uiteenlopende talenten ontmoeten, experimenteren en kunnen hier spelen, omringd door natuur en rust.
Ik vind het een mooie ontwikkeling omdat momenteel zo zichtbaar is dat de huidige begeleiding van onze kinderen en jongeren in zijn geheel, niet leidt tot een gelukkiger jeugd. Jezelf zijn met je aangeboren eigenschappen, je gelijkwaardige talent - of dat nu met je hoofd of je handen te maken heeft - en je eigen identiteit en zonder in een mal geperst worden, is mijns inziens een van de puzzelstukken voor een betere wereld met gelukkiger mensen.