AMSTELVEEN (21 april) - Geven aan goede doelen in Nederland is een stabiele activiteit. Zowel in volume als in doelen zijn er geen grote verschuivingen merkbaar. De huishoudens gaven fractioneel minder, maar de bedrijven en loterijen weer meer. Hierdoor steeg het totaalbedrag aan giften in 2009 tot 4,7 miljard euro (2007: 4,3 miljard). Dit blijkt uit de resultaten van het tweejaarlijkse onderzoek "Geven in Nederland" die afgelopen dinsdag werden gepresenteerd.
Het tweejaarlijkse onderzoek "Geven in Nederland" - uitgevoerd door diverse wetenschappers van FSW/Werkgroep Filantropische Studies aan de VU - brengt sinds 14 jaar de cijfers over het geefgedrag van individuen, huishoudens, (vermogens)fondsen, bedrijven en goededoelenloterijen in kaart. "Geven in Nederland" wordt door het longitudinale effect elke twee jaar interessanter als het gaat om de grote geeftrends. De editie 2011 bevatte uiteraard ook de bevindingen over het geefjaar 2009, het jaar waarin de economische crisis hard doorpakte. Maar van een echt crisiseffect is geen sprake wie de resultaten van 2009 bekijkt. De optelsom van alle bedragen leverde zelfs een hogere "filantropie-omzet" op dan in 2007: 4,7 miljard, d.w.z. 400 miljoen meer. Daarmee blijft Nederland ongeveer 0,8% van het Bruto Binnenlands Product (572 miljard in 2009) geven, geheel in lijn met voorgaande jaren.
Bronnen van bijdragen in 2009
De huishoudens, bedrijven en goede doelenloterijen zijn met respectievelijk 41%, 36% en 10% de grootste particuliere donoren voor het algemeen nut in Nederland. De huishoudens gaven vrijwel hetzelfde bedrag als in 2007: 1.938 miljoen. Gecorrigeerd voor inflatie is dit zo'n 4% minder.
Bijdragen van bedrijven blijven uiterst volatiel, maar van een echte crisisdip is - met alle methodologische voorbehoud voor de extrapolaties van GIN voor deze bron - niets te merken. De bedrijven droegen voor 1.694 miljoen bij (2007: 1.639 miljoen).
De bijdragen van loterijen maakten een geweldige sprong. In 2009 werd 461 miljoen afgedragen aan goede doelen: 67 miljoen meer dan in 2007.
Wat betreft de nalatenschappen en bijdragen van vermogensfondsen moet GIN traditiegetrouw een forse slag om de arm houden: deze markten zijn nog nauwelijks in kaart gebracht en vertonen geen bijzondere afwijkingen t.o.v. 2007.
Doelen waaraan gegeven wordt in 2009
Traditiegetrouw blijft Nederland het meeste geven aan "kerk en levensbeschouwing", met sport & recreatie, gezondheid en internationale hulp in het kielzog. Opgemerkt moet worden dat ongeveer de helft van de giften aan kerken terechtkomt bij de gebouwen en personeel, terwijl de andere helft doorstroomt naar (inter)nationale doelen die door de kerken begunstigd worden.
Even traditiegetrouw krijgt "onderwijs & onderzoek" het minste.
Bronnen en doelen in 2009
Bij opmaken van de balans voor de bronnen en doelen in 2009 zijn er geen significante verschuivingen. Huishoudens geven zoals altijd nog steeds het meest aan kerk & levensbeschouwing; gezondheidsdoelen zijn favoriet in het testament; vermogensfondsen houden van cultuur en bedrijven het meest van sport.
GIN 2009 kort:
Totaal aan giften: 4,7 miljard.
Giften als percentage van het BBP: 0,8%
Bronnen:
1. Huishoudens: 1.938 miljoen (41%)
2. Bedrijven: 1.694 miljoen (36%)
3. Goede doelenloterijen: 461 miljoen (10%)
4. Nalatenschappen: 232 miljoen (5%)
5. Vermogensfondsen: 215 miljoen (5%)
6. Geldwervende fondsen: 172 mijoen (4%)
Doelen:
1. Kerk en levensbeschouwing: 891 miljoen (19%)
2. Sport en recreatie: 715 miljoen (15%)
3. Gezondheid: 644 miljoen (14%)
4. Internationale hulp: 572 miljoen (12%)
5. Maatschappelijke en sociale doelen: 458 miljoen (10%)
6. Cultuur: 454 miljoen (10%)
7. Milieu, natuurbehoud en dierenbescherming: 435 miljoen (9%)
8. Onderwijs en onderzoek: 285 miljoen (6%)
9. Overige: 253 miljoen (5%)
Vrijwilligerswerk: in 2010 doet 41% van de bevolking minstens eenmaal in het afgelopen jaar onbetaald werk voor een maatschappelijke organisatie.