Stichting GeefGratis is volgens de Advocaat-Generaal IJzerman geen ANBI. De A-G is van mening dat het statutaire doel en de feitelijke werkzaamheden van de stichting niet zelf rechtstreeks zijn gericht op de behartiging van het algemeen belang, ook al kunnen zij daaraan indirect wel een positieve bijdrage leveren. Stichting GeefGratis kan zich niet vinden in de conclusie.
Jordan van Bergen (foto) van GeefGratis: ‘We zijn al sinds 2012 met deze zaak bezig en hiermee bewijzen wij voor eenieder dat die negentig procent algemeen belang-norm arbitrair en niet transparant is. Het is net hoe de wind waait hoe hiernaar gekeken wordt. Dat is wel gebleken in de verschillende uitspraken die er al liggen. Voor ons geldt dat wij ons altijd als Algemeen Nut Beogende Instelling zullen blijven zien, ongeacht de uitspraak.’
Cassatie De stichting heeft sinds 2007 de ANBI-status, die in 2012 werd ingetrokken. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde dat het aannemelijk is dat het voortbestaan van de stichting vooral van belang is voor de enige betaalde werknemer: haar directeur. Hof 's-Hertogenbosch oordeelde vervolgens dat de stichting zowel voor de kwalitatieve als kwantitatieve ANBI-toets slaagt, voor ten minste negentig procent het algemeen belang beoogt en met de door haar verrichte werkzaamheden het algemeen belang ook daadwerkelijk dient. De Staatssecretaris van Financiën ging vervolgens in cassatie.
Slechts intermediair Advocaat-Generaal IJzerman is van mening dat het statutaire doel en de feitelijke werkzaamheden van de stichting niet zelf rechtstreeks zijn gericht op de behartiging van het algemeen belang, ook al kunnen zij daaraan indirect wel een positieve bijdrage leveren. Volgens de A-G treedt de stichting primair faciliterend, informerend en kostenbesparend op jegens de bij haar aangesloten goede doelen. Ze fungeert slechts als een intermediair. Het aldus indirect bijdragen aan de algemene belangen die worden gediend door de aangesloten goede doelen, is niet voldoende om zelf als ANBI te kwalificeren. De A-G concludeert tot gegrondverklaring van het beroep van de Staatssecretaris.
Uitspraak volgt nog De conclusie van de A-G is nog geen uitspraak. De Hoge Raad moet nog uitspraak doen, maar gaat in de meeste gevallen mee met de A-G. Van Bergen blijft positief. ‘Het is de mening van deze A-G en daar hoeft de Hoge Raad zich niet aan te houden. Het is voornamelijk bedoeld om een goed beeld van de stand van het recht te krijgen. Dat wij ons niet kunnen vinden in de conclusie, hebben wij op onze manier aan de Hoge Raad binnen de gestelde termijn bekendgemaakt.’
Afwachten Het is nu afwachten wat de uitspraak gaat worden. ‘Dat kan tot opnieuw zes maanden duren. We wachten de uitspraak dus maar weer af. De uitspraak die nog moet komen hebben we te respecteren en dat zullen we dan ook doen. Wij gaan nog steeds uit van een bevestiging van datgene wat het Gerechtshof heeft besloten’, aldus Van Bergen.
nl
