Met gunstige fiscale regelingen probeert de Nederlandse overheid onvervangbare en onmisbare kunstobjecten voor ons land te behouden. De belangrijkste regeling, voor de betaling van erfbelasting, bestaat al ruim 25 jaar. De wetgever breidt deze regeling mogelijk uit naar de betaling van andere belastingen.
Eerder dit jaar verscheen het rapport ‘Onvervangbaar en onmisbaar’, waarin de Commissie Collectie Nederland (op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) advies geeft over de bescherming van cultuurgoederen. Opvallend is de aanbeveling om de belastingwetgeving op enkele punten te wijzigen.
Naar verwachting geeft de staatssecretaris eind dit kalenderjaar een beleidsreactie op het rapport, dat naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Wat zijn de belangrijkste aanbevelingen? Wat wil de commissie veranderen om het behoud van kunstobjecten verder te stimuleren? En: van welke fiscale regeling omtrent kunstobjecten kan nu al gebruik worden gemaakt?
Opslag van 20% op getaxeerde waarde
Al sinds 1 januari 1997 is er een gunstige regeling voor de betaling van erfbelasting met kunst. “Voor kunstobjecten uit een nalatenschap bestaat de mogelijkheid om die over te dragen aan de staat en daarmee de erfbelasting te betalen”, legt Ferry van Hal, belastingadviseur bij BDO, uit. “Een nabestaande krijgt dan meer dan 100% van de getaxeerde waarde van die kunst, namelijk 120%, vergoed op de te betalen erfbelasting. Het werk komt na overhandiging aan de staat in een publieke collectie.”
Of een kunstobject in aanmerking komt voor deze regeling wordt beoordeeld door een onafhankelijke instantie. “Het komt erop neer dat de regeling kan worden toegepast als het kunstobject onvervangbaar en onmisbaar voor Nederland is, of dat het van groot nationaal cultuurhistorisch of kunsthistorisch belang is. Wij adviseren kunstbezitters om hun objecten bij leven al te laten beoordelen door deze instantie, om zoveel mogelijk te voorkomen dat na overlijden onzekerheid bij de nabestaanden bestaat over de toepassing van deze regeling. De commissie wil graag nog een stap verder gaan.”
Overdracht bij leven
De bestaande regeling voor de erfbelasting functioneert volgens de commissie fiscaaltechnisch goed. Zo’n 90% van de verzoeken aan de instantie wordt positief beoordeeld. “Het zou heel goed kunnen dat deze regeling, die nu uitsluitend voor de erfbelasting beschikbaar is, ook voor andere belastingen van toepassing wordt”, concludeert Van Hal uit het rapport, waarin de commissie adviseert de regeling aan te vullen om de betaling van bijvoorbeeld inkomstenbelasting met kunst mogelijk te maken. Daarbij zou men een kunstwerk aan de Rijkscollectie kunnen overdragen tegen dezelfde fiscale voorwaarden zoals die gelden bij de regeling voor de erfbelasting.
Van Hal: “De commissie heeft de bestaande fiscale regelingen tegen het licht gehouden en constateert dat meer kan worden gedaan om te voorkomen dat kunstschatten uit het zicht van het (Nederlandse) publiek verdwijnen door verkoop op de vrije markt. ”
Giftenaftrek inkomstenbelasting
Naast de bestaande regeling in (nu nog alleen) de erfbelasting, kent de inkomstenbelasting een mogelijkheid tot giftenaftrek. “Dat gaat om giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI)”, vertelt Van Hal. Een particulier die schenkt aan een culturele ANBI mag, naast het bedrag van de gift, een opslag van 25% aftrekken in de inkomstenbelasting. Die opslag moet het aantrekkelijker maken om giften te doen aan culturele instellingen, maar is momenteel vrij beperkt. De gift is aftrekbaar tot een bepaald maximumbedrag en de opslag mag maximaal € 1.250 per jaar per belastingplichtige bedragen. “De commissie adviseert deze mogelijkheid te verbreden, zodat ook via deze regeling onmisbare en onvervangbare kunstwerken in Nederland blijven. Zo wordt voorgesteld het maximumbedrag van de hiervoor genoemde opslag buiten toepassing te verklaren bij giften in verband met kunstwerken. En, stel dat u het bijvoorbeeld belangrijk vindt om een kunstobject te schenken aan de universiteit die u na aan het hart ligt, dan zou dat volgens de commissie onder de regeling moeten vallen. Dat is nu niet zo, omdat een universiteit geen culturele ANBI is, en dat wringt.”
Positief bijeffect
Of de nieuwe regelingen daadwerkelijk in het leven worden geroepen, blijft vanzelfsprekend afwachten. Van Hal: “Het is natuurlijk maar de vraag of die beleidsreactie echt eind dit jaar volgt. Het positieve bijeffect is sowieso dat de bestaande mogelijkheden eindelijk weer eens voor het voetlicht komen. Dit helpt mensen bewuster te maken van het feit dat er al een gunstige regeling bestaat. En dat het mogelijk is om bij leven een verzoek in te dienen voor de regeling in de erfbelasting. Een onafhankelijke instantie kan dan al beoordelen of het object daarvoor in aanmerking komt.”
Als dat zo is, ligt het volgens Van Hal voor de hand dat het betreffende kunstwerk ook zal kwalificeren wanneer de bestaande regeling wordt uitgebreid met overdracht bij leven. “Op die manier kunt u de huidige regeling dus benutten om alvast voor te sorteren op deze mogelijke uitbreiding!”
Advies over fiscale regelingen rondom kunst
Overweegt u gebruik te maken van de fiscale regelingen rondom kunst en wilt u weten hoe BDO u hierbij kan helpen? Neem dan contact op met onze adviseurs.
Toezicht en wetgeving