AMSTERDAM (27 oktober) - Donderdag 6 oktober 2011 vond in het Louis Hartlooper Complex (Utrecht) het zesde FIN-symposium plaats. Het centrale thema was Vermogensbeheer, of beter gezegd: vermogensbeheer in crisistijd. Met de hoogleraren Robert van der Meer en Guus Boender als plenaire sprekers bood het symposium een inhoudelijk programma van gewicht. Parallelsessies over zaken zoals risicomanagement en impact investing completeerden het hoofdprogramma. "De accenten die men legde waren goed om mijn know-how aan te scherpen. Ik kan onze vermogensbeheerders nu betere vragen stellen", aldus Dolf Gransberg van het Edgar Doncker Fonds na afloop van het symposium.
Ruim honderd vertegenwoordigers van vermogensfondsen, banken en vermogensbeheerders troffen elkaar in het historische politiebureau dat in 2003 door Jos Stelling werd verbouwd tot filmcomplex. Fondsen met behoefte aan advies konden deelnemen aan een gratis 'speed-date' met financiële instellingen. Een impressie van een interview Robert van der Meer (plenair), een toespraak van Guus Boender (plenair), de parallelsessies en het slotwoord van Rien van Gendt.
Interview Robert van der Meer (plenair)
De bijdrage van prof. dr. Van der Meer bestond uit een vraaggesprek met FIN-voorzitter Rien van Gendt. In sneltreinvaart passeerden een aantal actuele thema's de revue. Zoals de wens van vermogensfondsen om goed te doen ‘voor de eeuwigheid'. "Een Europees verschijnsel", aldus Van der Meer. "Amerikaanse fondsen bestaan veel vaker voor een bepaalde periode. Bijvoorbeeld tijdens het leven van de filantroop. Die kan zelf maximaal uitkeren en ervan genieten."
Hoe relevant de wens van fondsen is om hun werk ‘eeuwig' voort te zetten, hangt samen de doelstelling. Van der Meer: "Als bestuurder moet je de vertaling maken: is je statutaire doelstelling hard genoeg om je fonds in stand te houden? Een doel als armoedebestrijding rechtvaardigt ‘eeuwigdurend' bestaan, het blijft een relatie houden met de huidige wereld."
ALM
Aansluitend volgde een hoorcollege beleggingsbeleid. "Dit wordt bepaald door je doelstelling, je vermogen, uitgaven en de economische situatie. Heb je voldoende vermogen en rendement om je doel te bereiken? Of moet het vermogen hiervoor groeien? In hoeverre wil je de kans accepteren vermogen kwijt te raken? Die factoren bepalen hoe de beleggingsmix moet worden ingestoken."
Van der Meer adviseerde fondsen om periodiek ‘een rekenexercitie' te doen, "een ALM-studie, Asset Liability Management. Je kijkt dan naar je vermogen, verplichtingen en mix van vermogen. Met de ALM-studie kom je tot een strategische mix waarmee je je doelstelling kunt behalen. Als je actuele mix afwijkt van de strategische mix, moet je deze aanpassen."
Daarnaast is er nog de beweging op de markt waar fondsen op moeten reageren. "Wanneer je actuele mix afwijkt van de strategische mix, is altijd de vraag of je op korte termijn een aanpassing moet doen op tactisch niveau, of een rebalancing op strategisch niveau. Dat ligt ook aan de ALM-studie: hoe robuust is die verricht, met een offensieve of terughoudende rendementsdoelstelling? Ik leg hier het accent op, omdat fondsen ook een spending rate hebben. Als die boven 5% ligt, is een vrij offensieve asset allocatie nodig."
This time is ‘not different', maar ‘bad combination'
Hoe moeten vermogensbeheerders de huidige economische situatie inschatten, wilde Van Gendt weten. Is de huidige crisis in de basis anders dan andere crises? "Niet anders", meende Van der Meer. "Wel is er sprake van springtij, het samenkomen van meerdere golfbewegingen." Hij verwees naar het boek This Time Is Different van Reinhart & Rogoff.
"Men onderscheidt financiële crises die met banken te maken hebben, en andere crises. De bankencrises zijn dieper, meer systematisch, en duren langer. Op het moment lijken we te maken te hebben met zowel een financiële bankencrisis als conjuncturele crisis, een lange en korte cycle. Een andere studie, The Roaring 2000's van H.S. Dent beschrijft nog langere golven die het gevolg zijn van economische ontwikkelingen zoals het uitvinden van de stoommachine, elektriciteit, olie-industrie en chemie en ICT. Ook een dergelijke lange golf eindigt nu. This time hoeft dus niet ‘different' te zijn, maar we hebben wel een ‘bad combination'.
Voor de fondsen met een lange horizon is er echter hoop, meent Van der Meer: "De emotie op de markt is lastig, maar we komen er op de lange termijn altijd uit. De risicopremies zijn historisch hoog."
Laat je niet leiden door emotie!
"Hoe ga je als vermogensbeheerder om met alle crises. En wat zijn de risico's en kansen van de verschillende asset classes?" was de volgende praktische vraag van Van Gendt. Van der Meer adviseerde: "Als je in deze turbulentie niet door je bandbreedtes heen bent, doe dan niets! Als je wel aan de onderkant door je tactische bandbreedte heen gaat, bijvoorbeeld bij aandelen, zou je bij moeten kopen. Schiet je dan, op termijn, aan de bovenkant eruit, ga dan weer verkopen. Als je deze discipline volhoudt, en je niet laat leiden door emotie, loont het op termijn. Zo blijkt uit studies en simulaties."
Voor aandelen geldt, aldus Van der Meer, dat het belangrijk is om in de juiste markten te zitten. "In opkomende economieën zijn de risico's hoger dan in ontwikkelde economieën - dus de risicopremies ook." Obligaties, die de meeste fondsen in portefeuille hebben, brengen een rente- en hoofdsomrisico met zich mee. Fondsen met obligaties van Europese staten zitten daarmee niet meer zo veilig als lang aangenomen. Van der Meer: "Je hebt nu wel risico als je in een Europese government index hebt belegd. Er is nog geen vereffeningssysteem dat landen voor elkaar inspringen, als een land niet aan zijn verplichtingen voldoet. Zowel rente- als hoofdsomrisico's kun je afkopen, maar in beide gevallen kost het geld."
Duurzaam beleggen
"Is er in deze tijd van teruglopende rendementen wel tijd en ‘appetite' voor duurzaam beleggen?" luidde de laatste vraag. "Is het een luxe of moeten we het juist nu oppakken? Is het maatschappelijk gedreven of ook financieel smart om te doen?" Van der Meer: "Er is een soort wedstrijd tussen duurzame en niet-duurzame beleggingen. Welke doen het financieel gezien beter? Dat is nog steeds niet bewezen. Maar de discussie rond duurzaamheid is al een slag verder. Los van het financiële rendement is de vraag: kun je als fonds met een maatschappelijk doel een niet-duurzaam beleggingsbeleid hebben? Duurzaamheid hoort bij het wezen van vermogensfondsen, het is voor ons een 'license to operate'."
Toespraak Guus Boender (plenair)
Net als zijn voorganger nam prof. dr. Guus Boender de aanwezigen mee in een interessant college. Hij schetste de kaders van risicobereidheid versus risicomanagement.
Risico is reëel
"Beleggingsrisico's", zo stelde Boender, "zijn reëel." Zo zijn er scenario's waarbij pensioenbetalers slechts uitkomen op 60% van het pensioen waarvoor ze hebben betaald. Ook is op dit moment, bekeken over de voorbije twintig jaar, het gemiddelde rendement van aandelen lager dan dat van obligaties! (In 2000, net voor de vorige crisis was dit beeld overigens nog volledig omgekeerd. En bekeken over veertig jaar zijn aandelen nog altijd winstgevender geweest dan obligaties.) Ook relativeerde Boender het effect van risicomanagement: "Dit sluit risico's voor het mislopen van rendement niet uit. Want als je risico's uitsluit dan behaal je ook geen rendement meer!"
Zonder risico geen rendement
Die boodschap - zonder risico geen rendement - vormde een van de hoofdthema's in Boenders betoog. Zo liet Boender zien dat een veilig geachte portefeuille, met weinig aandelen, op lange termijn aan de onderkant slechter uitkomt dan een meer risicovolle portefeuille met meer aandelen. "Te weinig rendement is een erg belangrijke vorm van risico!"
Vaststellen en aanpassen
Vervolgens gaf Boender toelichting op het uitvoeren van risicomanagement: het 'identificeren en kwantificeren van risico's en het nemen van beheersmaatregelen'. Hoe kunnen fondsen dit aanpakken? "Als fonds bepaal je: welke risico's zijn we bereid te nemen, welke risico's willen we proberen te voorkomen en waar ligt de grens: welke risico's accepteren we niet."
De risicobereidheid, samen met de (rendements)doelstelling van het fonds, leidt tot een bepaalde asset mix. "Daarna blijf je steeds monitoren of je binnen je risiconormen blijft. Zijn er tijdelijke afwijkingen, bijvoorbeeld dalende aandelenkoersen, dan neem je tijdelijke maatregelen (bijvoorbeeld bijkopen, zoals geschetst door Van der Meer). Zijn er structurele afwijkingen, dan neem je structurele maatregelen: je heroverweegt je asset mix en/of je uitgavenbeleid."
Tijdelijk of structureel?
"Het lastige is tijdelijke en structurele afwijkingen te onderscheiden", aldus Boender. "In veel gevallen zijn de veranderingen niet structureel, de wereld is niet 'different' geworden. Voorafgaand aan de kredietcrisis was bijvoorbeeld de volatiliteit op de financiële markten de helft ten opzichte van het verleden. Dit werd door veel risicomanagers ingeschat als een structurele wijziging, maar was het niet. De volatiliteit is weer gestegen en de aandelen zijn met een klap gekelderd. Veel leading indicators zijn nu ver buiten hun bandbreedte, het traditionele onderscheid tussen 'safe' obligaties en 'risicovolle' aandelen is niet meer zo hard. Het moet blijken in hoeverre dit tijdelijk is."
Wereldvrede met hulp social media
Boender nam afscheid met het benoemen van structurele trends die voor de beurs negatief kunnen uitpakken (bron: Expected returns van Ilmanen). Zo zal de vrije markt economie (o.a. banken) aan banden worden gelegd en krijgen we mogelijk te maken met inflatie, minder leverage, minder hoge koerswinstverhoudingen en pensioenfondsen in hun uitkeringsfase. Daarnaast gaf Boender trends aan die positief kunnen uitwerken, zoals innovatie, de ontwikkeling van landen als India en China en het gebruik van sociale netwerken.
"Wat in Afrika is gebeurd, heeft op mij enorm veel indruk gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat het overslaan van dit soort ontwikkelingen te maken heeft met social media. Jonge mensen zijn wereldburgers, de sociale netwerken zijn breed en internationaal. Dit is heel positief ten opzichte van het verleden, we zullen met minder oorlogen worden geconfronteerd dan in het verleden. Sociale media leveren een enorme bijdrage aan de stabiliteit van de wereld. En dat is niet negatief voor de aandelen-risicopremie!"
Parallelsessies
Het middagprogramma bestond uit kennis- en discussiesessies over relevante onderwerpen voor vermogensfondsen. Zoals het onderscheid maken tussen vermogensbeheer en effectenbeheer, het opstellen van een beleggingsstatuut, impact investing, gezamenlijk vermogensbeheer, portefeuilleconstructie en risicobeheer, en duurzaam beleggen.
De reacties waren positief: "Veel informatie, heel zinvol, want we gaan ons beleggingsbeleid heroverwegen." (Ria de Heus, Fonds NutsOhra) "Nuttig, informatief, de plenaire sprekers sloten goed aan bij de praktijk die ik ken als penningmeester." (Dolf Gransberg, Edgar Doncker Fonds) "Voldoende diversiteit, goed om de best practices van een collega-fonds te horen." (Patrick Mol, St. Nationaal Fonds voor Bijzondere Noden) "Interessant, soms erg technisch." (Ingrid Geerst en Angela Voortman, Hogeschool Windesheim). "Ik heb inspiratie opgedaan!" (Jantine van de Watering, LSBS).
License to operate
FIN-voorzitter Rien van Gendt vatte de dag kernachtig samen: "In onze besturen moeten we discussiëren: wat is onze ambitie, welke pay-out willen we realiseren voor ons doel, welk rendement en risico hoort daarbij? Vandaag hebben we geleerd dat we niet zomaar, gebaseerd op (emotionele) voorspellingen, onze asset allocatie moeten wijzigen. En dat het vermijden van risico ook betekent dat onze kans op rendement afneemt: ons grootste risico!"
Van Gendt zette de fondsen op scherp: "Waartoe zijn we op aarde? Niet beleggen is ons doel, maar besteden! Juist nu zijn de behoeften in de samenleving groot. Misschien moeten we als fondsen, vanwege de financiële situatie, op een wat andere manier verder. We kunnen aandacht besteden aan onze wens 'eeuwig' door te gaan. We kunnen ons richten op andere asset categorieën dan aandelen en obligaties. Duurzaamheid, MRI, maatschappelijke relevantie, is onze license to operate."
Dit verslag kwam tot stand met input en medewerking van Miriam Wijnen (FIN)