Dit wordt mijn laatste commentaar in mijn hoedanigheid als hoofdredacteur van De Dikke Blauwe. Elders hebt u kunnen lezen dat ik mijn eigen redactiebureau ben begonnen. Dat entrepreneurship zou op gespannen voet kunnen staan met de rol die ik de afgelopen vijftien jaar heb bekleed als onafhankelijk hoofdredacteur en dan moet je heldere keuzes maken: you can’t have the cake and eat it too…
Het is ook een mooi moment om te stoppen omdat ik ervan overtuigd ben dat elke hoofdredacteur een beperkte houdbaarheid heeft. Wie, zoals ik, zo lang al in het door mij zelfbenoemde ‘Land van Goed Doen’ heeft rondgelopen, wordt er toch ongemerkt onderdeel van. Ook al wil je het niet, je bent die spreekwoordelijke kikker in dat pannetje op zacht vuur. En juist in de wereld van maatschappelijke vrijgevigheid is het moeilijk om voldoende afstand te houden, want iedereen wil zo graag de wereld verbeteren en wat is daar nou verkeerd aan?
Nou doorgaans niet zo veel, is mijn observatie. Zeker niet als je de majeure geldstroom van 6 miljard euro jaarlijks en de confettibom van tienduizenden private initiatieven in ogenschouw neemt. Ik heb nooit het grote complot van de frauderende en zakkenvullende egoïsten gezien, waar sommige publieksmedia zo tuk op zijn. Die donkere zijde is er wel degelijk, want filantropie maakt in de mens het beste én slechtste los. Het Land van Goed Doen wordt bevolkt door mensen van vlees en bloed in alle gradaties van zelfopoffering en onbaatzuchtigheid. De meesten deugen, voorzover ik heb kunnen zien, een enkeling is de weelde evident te groot.
De verontwaardiging die daarover op gezette tijden losbreekt lijkt groter dan die ten aanzien van frauderende bankiers of liegende politici. Dat zegt iets over de enorme waarde die we toekennen aan altruïsme, dat alleen op papier in de zuiverste vorm bestaat. In de praktijk heeft filantropie altijd een vorm van eigenbelang, al wordt dat door velen in de sector liever weggemoffeld. Ik heb me daar altijd over verbaasd: waarom zou goed doen niet ook een volkomen logische tegenwaarde hebben? Dan toch minimaal de endorfine rush die het teweegbrengt. Is het misschien het calvinistisch schuldbesef die onze geefcultuur aankleeft? Nog versterkt door onze egalitaire poldervisie op de inrichting van onze samenleving? Onze afkeer van ‘Amerikaanse toestanden’? Je zou het wel denken. Goed doen heeft nog vaak iets besmuikts. We vieren het liever niet te uitbundig.
Onze gespleten verhouding met filantropie wordt mooi gedemonstreerd door het jaarlijkse Goed Geld Gala van de goede doelenloterijen. Ik schreef er begin dit jaar een column over en kwam tot de conclusie: ‘Zo’n gala is veel te katholiek voor een protestantse filantropiemoraal. Het is de hoogmis van barmhartigheid die alle ongeschreven wetten van goed doen in onze moerasdelta tart. De schenker komt nadrukkelijk in beeld. De bedragen worden uitdagend op zwierige cheques geschreven en de donaties worden gevierd als Olympische gouden medailles. Het Goed Geld Gala is een luidruchtige en licht aangeschoten feestganger op een doodstil begijnenhof van goed doen waar iedereen geërgerd ‘ssshhhhttt’ sist…’
Dat doodstille begijnenhof heeft natuurlijk ook zijn bekoring. We zijn liever nuchter. Maar dat is toch de buitenkant. Ik heb in de afgelopen jaren door mijn journalistieke werk ongelooflijk veel mensen ontmoet die met zoveel hartstocht proberen deze planeet te redden, dat het me vaak zeer ontroerde; me nederig maakte en me zeer inspireerde. Met zoveel ziel en zaligheid, met zoveel mensenliefde, kon ik de schaduwzijde verdragen: de onvermijdelijke haantjes, machtszoekers, plucheklevers, ambtenaren, kruideniers en narcisten. Ik zei het al: de inwoners van het Land van Goed Doen zijn net echte mensen…
Het was een groot voorrecht om hoofdredacteur te zijn, de laatste vijf jaar samen met Charles, van wie ik als journalist veel geleerd heb. Ik ben hem, evenals uitgever Lenthe, veel dank verschuldigd. En ik ben trots op De Dikke Blauwe: een naam die in de sector staat voor onafhankelijke, kritische maar ook betrokken en goed geïnformeerde berichtgeving over goed doen. U zult mij vanaf nu tegenkomen als broodschrijvend, zelfstandig ondernemer. En in de kolommen van De Dikke voortaan als columnist/commentator op persoonlijke titel.
Ik groet u, ingezetenen van Het Land van Goed Doen, en dank u voor uw betrokkenheid de afgelopen jaren.
Was getekend,
Edwin Venema
Filantropie