Sinds 1 juli 1999 werk ik in de charitatieve sector. De sector is mij lief. Er is een aantal bewezen uitgangspunten in Major Donorwerving en Nalatenschapswerving. Deze wil ik met plezier de revue laten passeren. Bij de Rabobank Charity Desk zien wij dat Major Donors erflaters worden en dat erflaters Major Donors worden. Het beleid van het goede doel is hierop afgestemd. Een fondsenwerver is vooral bezig die relatie en overgang op het juiste tijdstip te managen. De ideale fondsenwerver is gedreven, betrokken, concreet, intern kritisch en luistert. Anno 2013 laten de meeste fondsenwervers de successen goed zien. De sector is professioneler geworden.
Gedrevenheid zie je en ervaar je. Het is voorbeeld gedrag, zowel intern als extern, en essentieel om je organisatie te verbeteren, uit te dagen en te inspireren. Een fondsenwerver spreekt succesvolle intelligente en eigenzinnige mensen. Het is nuttig om (afwijkende) meningen te delen met je organisatie.
Betrokken fondsenwerver ben je niet als je over het goed doel praat en over jezelf. Je bent betrokken als je interesse toont en voelt voor de mens achter de gift. Dat laatste kan enkel door 30 open vragen te stellen over het leven van de mens achter de gift. Immers, de gever weet voor 80% wat het goede doel doet en waarom het werk belangrijk is. Het gaat om bevestiging en dat er naar de gever geluisterd wordt.
Tegenwoordig kom ik voorstellen tegen waar altijd in staat: de exacte locatie, sense of urgence, probleem- en projectomschrijving, het aantal betrokken mensen, hoe ze heten, wat ze zelf bijdragen in geld of in kind, en waarom de hulp hier een hoge slagingskans heeft, wat het kost, de impact van de gift, hoe het succes een vervolg krijgt en een exit strategie en borging van de continuïteit door bij aanvang al de overdacht vast te leggen. Het adagium: hoe concreter hoe beter, bepaalt voor 80% je succes in fondsenwerving. Goede doelen hebben digitale factsheets over hun projecten, die zij up to date houden. De basis voor pro actieve fondsenwerving zijn kansrijke projecten en dat je makkelijk bereikbaar bent.
Gedraag je vaker als een ‘dom blondje’: vraag eens om hulp?
Dit principe heb ik als fondsenwerver bij WNF te laat (na negen jaar) ontdekt, om die reden deel ik dat nu. Het komt erop neer dat je door routine en beroepsdeformatie zodanig werkt, dat het lijkt alsof je college geeft en de indruk wekt dat je zo goed bent dat je eigenlijk geen hulp nodig hebt. Sterker nog, je vraagt niet eens om hulp. Je wilt het wel, maar je vergeet het. Je eigen vakbekwaamheid gaat tegen je werken. Door je als een dom blondje op te stellen, ga je mensen om hulp vragen. Je stelt jezelf kwetsbaar op door te zeggen dat je het zelf niet kunt en dat je het niet weet. Door een ander te vragen geef je erkenning en respect aan een ander. Het is eervol om gevraagd te worden. We weten dat het werkt. We doen het alleen niet. Het is een solide basis voor een relatie. Daarom vraag ik als dom blondje de lezers om hulp om mijn werk beter te doen.
Guus Loomans is Charity Manager bij Rabobank Nederland Charity Desk en geeft het stokje door aan Mark Vondenhoff, directeur van het Prinses Christina concours.
Nalaten