Er is iets geks met dat soort onderzoeken. Want ondanks alle ergernis over ‘de groten' blijven die in het algemeen groeien. En, zo lieten ook de CBF-cijfers over 2005 zien, het zijn juist de kleintjes die het moeilijk hebben. Doen die geïrriteerde gevers stiekem iets anders dan ze zeggen te doen?
Op de website van Trouw reageren lezers op het laatste onderzoekje. En dan blijkt dat de perceptie over wat een ‘groot goed doel' is, alles te maken heeft met de gekozen marketingmethoden. Gerenommeerde grote organisaties worden als ‘klein' gezien, omdat ze ‘nog gewoon met onbetaalde vrijwilligers werken'. Gelikte giftverzoeken horen per definitie bij de ‘groten', net als dure campagnes. Collectes horen volgens de Trouw-lezers juist weer bij de ‘kleintjes'.
Dat klopt allemaal niet, inderdaad. Maar misschien valt er wel een lesje te leren. Als de ‘groten' eens kozen voor methoden die als ‘klein' worden gepercipieerd? In plaats van hun toevlucht zoeken tot een ‘grote publiekscampagne' zoals de directeur van Plan Nederland opperde? Tip: niet doen. Duur, grootschalig, onsympathiek.