Vorige week was ik met zo’n vijftig Nederlandse filantropen op werkbezoek in het West-Afrikaanse Benin. Om samen te vieren wat we daar bereikt hebben met tien jaar investeren in het einde van honger en armoede. En dat leverde volop verrassende nieuwe inzichten op. Zo blijk je er voor een écht goed feest een strak protocol nodig te hebben. En zorgde de beveiliging vooral voor extra risico’s…
Nu gaan we wel vaker op reis met onze investeerders, om ter plekke te bekijken wat er bereikt wordt met hun geld. Want zelfs de mooist opgemaakte impactrapportages zijn lang niet zo inzichtelijk als live getuigenissen. Maar nog nooit eerder gingen we met zo’n gigantisch grote groep. Er viel dan ook veel te vieren, en te zien – in tien jaar bereikten we in Benin ruim 311.000 mensen, waarvan er inmiddels ruim 125.000 zelfredzaam zijn. Dat wil zeggen dat ze inmiddels zó veel vooruitgang hebben bereikt in hun eigen dorpen, dat ze zeker weten dat ze het verder zelf kunnen, samen met hun lokale overheid. En de rest bereikt dat in de komende vijf jaar. Dat was dus wel een feestje waard.
Daarom namen we ook nog achttien topmuzikanten mee van het Nederlands Blazers Ensemble, die ter plekke met tientallen lokale collega’s een fantastisch concert componeerden. Compleet met gastoptredens van de Beninese André Hazes die met een onafscheidelijke zwarte zonnebril voor kwam rijden in een dikke Mercedes. Met Afro-pop-rock-prinsessen in super strakke broeken en hier en daar wat sterallures. Met een hippe rapper die zo populair bleek dat hij zonder gene een geheel eigen toonsoort kon hanteren. En met de allerbeste koperblazers van het land, die vooral uitblinken in voodoo-polyritmes. Helmonds trots Vlisco sponsorde bovendien kleurrijke kostuums voor de artiesten én voor alle buitenlandse bezoekers.
Een uit-je-dak-garantie, dacht ik dus, toen al die muzikanten na een paar dagen repeteren de sterren van de hemel bliezen in een van die inmiddels zelfredzame dorpen. Maar in eerste instantie werd er eigenlijk maar mondjesmaat gedanst. Behalve dan door de buitenlandse bezoekers. De paar duizend dorpsgasten zaten vooral met open mond op hun gehuurde plastic stoeltjes naar dat optreden te staren. Lag het aan de warmte? De gevoelstemperatuur was een graad of vijftig in de schaduw. Maar de goed ingeburgerde Nederlandse ambassadeur en de hooggeëerde regionale heren op de eerste rij hielden gewoon heldhaftig hun jasje-dasje aan. Honderden kinderen langs de zijkant werden met zwiepende takken strak in het gareel gehouden door twee lokale opzichters. Al met al best een bizarre setting.
‘Vonden jullie het misschien niet mooi?’, vroeg ik de dorpsvoorzitter na afloop. ‘Welnee,’ antwoordde die trots. ‘Zo’n fantastisch feest hadden wij zelf nooit kunnen bedenken. Maar we hebben ons aan ons eigen feestprotocol gehouden. Dat is ook voor jullie veiligheid. Want als iedereen maar een beetje gaat lopen dansen, dan wordt het een onfatsoenlijke chaos. En heel erg stoffig. We wilden jullie juist bewijzen dat we het hier allemaal strak in de hand hebben. En dat is ons heel erg goed gelukt.’ Missie dus toch voor iedereen geslaagd…
De volgende dag speelden we hetzelfde concert voor een uitzinnig publiek bij het Stadion voor de Vriendschap, in hoofdstad Cotonou. En een strakker bewijs voor de verbindende magie van muziek valt er bijna niet te vinden: midden voor het podium danste een beeldschoon Beninees kleutermeisje zichzelf ruim een uur lang in trance. Onvermoeibaar. Ook toen de opzwepende voodoo-ritmes overgingen in een ingetogen epos van Brückner. En omringd door vier Nederlandse tieners, die élke beweging die zij maakte naadloos nadansten. Ze zagen niets of niemand meer. Om te huilen zo mooi. Hulde aan iedereen die dit mede mogelijk heeft gemaakt.
Evelijne
P.S. Het moge duidelijk zijn dat er geen strakke draaiboeken te maken zijn voor dit soort bezoeken. Ondanks de vele uren die we in de voorbereiding besteedden aan allerlei check-lijstjes. Want de werkelijkheid haalt je onverbiddelijk in. Dat begon natuurlijk al met de ontvangst op het vliegveld. Wat een warm welkomstwoordje van een paar minuten door het ministerie van Cultuur moest zijn, werd meteen een eerste vertraging. Want hun chauffeur botste er bovenop een andere auto. Waarop de politie alle getuigen vasthield, zodat we al een eerste vertraging opliepen voordat we goed en wel op weg waren. Vervolgens reed de politie-escorte die voor onze veiligheid voor ons uit zou rijden zó hard aan al het andere verkeer voorbij, dat de minibusjes vol koffers en instrumenten een gevaar op de weg dreigden te worden. Bijsturen leidde tot een protest-tempo van 35 kilometer per uur. Nou ja, en zo ging dat natuurlijk een hele week door. Maar we zijn inmiddels allemaal weer veilig thuis – met een schier oneindige voorraad inspiratie, en volop woeste verhalen…
(Social) Impact