Waarom verandering?
Tien tot vijftien jaar geleden was het (met enige coulance) nog wel te begrijpen dat goede doelen niet zo bezig waren met de motieven van de achterban. De inkomsten én aantallen donateurs stegen jaarlijks alleen al door inzet van eenvoudige technieken. Anno nu zou je toch denken dat er wel degelijk aanleiding is om te veranderen. Enkele conclusies uit Geven in Nederland 2017: 1. Het algemene vertrouwen in goede doelenorganisaties neemt verder af; 2. De geefbereidheid bij fondsenwervingsacties is sterk verminderd; 3. Fondsenwerving is minder effectief geworden: goede doelenorganisaties bereiken sinds 2001 een steeds kleiner deel van de huishoudens; 4. De vrijgevigheid van Nederland, gemeten in het percentage van het bruto binnenlands product dat aan filantropie wordt besteed, is in de afgelopen twintig jaar duidelijk afgenomen. René Bekkers vraagt zich richting de fondsenwervers in zijn lezing aan het einde van de ISTR conferentie openlijk af: welke effecten hebben jouw wervingsmethoden op de motivatie van de donor?Kleine stapjes
Die inzichten uit Geven in Nederlandzijn weliswaar verontrustend, maar merkt het goede doel het zelf al echt in de portemonnee? Als we kijken naar de cijfers die de Volkskrant op een rijtje zette (over 2016) snap je wel dat het allemaal niet zo’n vaart loopt met die verandering…. De door Theo Schuyt gedoopte Gouden Eeuw van de Filantropie is een feit: nalatenschappen redden jaar na jaar bij veel goede doelen de begroting. Het is daarom begrijpelijk dat zo’n honderd goede doelen meedoen aan de collectieve nalatencampagne Toegift. Dat is op zich een knappe prestatie. We kregen een aardig inkijkje in de campagne en de werkwijze tijdens ISTR (verzorgd door Marjolein Bank van de Dierenbescherming en Eric van Leeuwen van de Hartstichting). Ze schetsen een mooie ontwikkeling in de sector: die van samenwerking én met een insteek op een positieve boodschap over hoe je idealen kunt laten voortleven.Het begin van meer?
Hopelijk is dit een start van een grotere verandering: het écht betrekken van mensen bij de goede zaak. Een geweldig voorbeeld daarvan komt uit België, waar de initiatiefnemers eerst voor gek werden verklaard, tóch door hebben gezet en nu met 8.000 vrijwilligers samen het ouderenbeleid in gemeenten maken. Plannen voor ‘age friendly communities’ zijn dus niet bedacht door beleidsmakers maar door de inwoners zelf. Mijn hart gaat sneller kloppen als ik dr. Nico de Witte erover hoor praten. Hij geeft toe dat het een enorm karwei is, maar het levert veel op: gevoel van eigenaarschap en trots, sociale cohesie en vergrootte maatschappelijke participatie.Dagelijkse praktijk
Net toen mijn hart sneller ging kloppen, werd ik weer met mijn neus op de dagelijkse praktijk gedrukt. In een bijdrage over crowdfunding, beluisterde ik een kritische ondertoon richting goede doelen die ‘aan crowdfunding doen door projecten op een internetplatform te zetten’. Onderzoeker Claire van Teunenbroek benadrukte terecht dat crowdfunding niet alleen over geld moet gaan, maar over echte engagement. ‘Je moet er veel moeite voor doen en projecten specifiek maken.’ De nieuwe generatie (hierover zo meer!) wil échte betrokkenheid en dat is niet de keuze hebben uit (te) veel projecten op een crowdfundingplatform: ‘te veel te kiezen, te veel afstand, te weinig interactie.’Echt betrekken is een vak
Echt betrekken is een vak, dus. Dat blijkt ook uit het gesprek dat dr. Sara Kinsbergen voert met vertegenwoordigers van de ‘do-it-yourself-movement’, mensen die om uiteenlopende motieven (een reis, iemand ontmoet) iets goeds willen doen in ‘arme landen’ (mijn woorden), ‘het Zuiden’ in verantwoorde taal. Kinsbergen vertelde in haar introductie dat het aantal van dit soort initiatieven stijgt (procentueel meer dan gemiddelde steun voor ontwikkelingssamenwerking!). Mijn hart ging weer sneller kloppen: particuliere initiatieven, mensen die opstaan en iets willen doen, wereldburgerschap, met z’n allen de wereld een beetje mooier maken…Hoe behouden we het enthousiasme?
En iets minder emotioneel maar niet onbelangrijk: de mensen verbinden weer veel andere mensen uit hun netwerk bij de concrete projecten. Uiteindelijk hebben dus veel mensen een connectie met mensen in het Zuiden. So far so good. Toen kwam er een gesprek op gang over hoe deze particuliere initiatieven (PI’s) ondersteund kunnen worden door organisaties zoals Wilde Ganzen. Dat is lasting, want het PI heeft zo z’n eigen motieven. En die stroken vaak niet met beleid van de geïnstitutionaliseerde ontwikkelingssamenwerking, dat erop gericht is organisaties in het Zuiden zelfstandig te maken…. Technisch, beleidsmatig en gezien de wereldwijde veranderingen zal hier vast een waarheid in zitten, maar bij mij blijft vooral een zorg hangen als ik naar Wilde Ganzen luister: hoe behouden we het enthousiasme van de groeiende groep betrokken mensen die zelf van betekenis willen zijn?Next Gen Philantropists
Dr. Michael Moody (van de Grand Valley State University in de VS) presenteerde tijdens de rondetafelsessie over Next Gen Philanthropists een onderzoek onder invloedrijke gevers en hun kenmerken. In het panel was men het er over eens dat deze kenmerken gelden voor de brede nieuwe generatie, ook kleinere donors: de nieuwe generatie filantropen wil écht verschil maken. Het gaat hen om de impact op het onderwerp - daar zit de primaire betrokkenheid - in tweede instantie pas de organisatie (de organisatie is middel). Ze geven niet zozeer aan andere onderwerpen, maar zijn wel anders in hóe ze verschil kunnen maken.Jasmijn Melse (filantropieadvies ABN AMRO Private Banking) sloot zich bij deze karakteristiek aan en somde kort op hoe die Nieuwe Generatie filantropie ziet:
- Als fundamentele verandering voor echte impact
- Met Focus op onderwerpen, projecten en oplossingen en een lange termijn commitment
- Met afstemming van hun (impact) investeringen op hun idealen
- Als een identiteits-bouwer en onderdeel van hun dagelijks leven
- Als iets voor particpatie en praktisch aanpakken met inzet van tijd en talent
- Zeker niet als ‘flappentap’
Verbind hun ‘waarom’ met jouw ‘waarom’
Al met al werd op deze tweede van de Dutch Days een duidelijk pleidooi gehouden om meer te verbinden op de ‘waarom-vraag’ en op het resultaat. Zoveel werd duidelijk: werken vanuit middelen en kanalen is niet meer voldoende. Op directie- & managementniveau zou door organisaties een visie ontwikkeld moeten worden op het werken aan netwerk en betrokkenheid om impact te realiseren. Alleen dan zal de publieke waardering voor de filantropie herstellen.*drs. Baukje Stam is socioloog en adviseert maatschappelijke organisaties bij strategische marketingvraagstukken.
**International Society for Third Sector Research; dit jaar gehost door de VU, afdeling Philantropische Studies. ISTR ‘promotes the study of civil society, philanthropy and the nonprofit sector’. Er waren ca. 750 internationale deelnemers, naar schatting ca. 50 Nederlandse, waarvan opvallend weinig vertegenwoordigers van goede doelen.
►Voor het uitgebreide interview met prof. René Bekkers over zijn slotpleidooi van Dutch Days/ISTR: klik hier