Aan het begin van deze week werd ik samen met een collega gevraagd om een stichting te helpen. Het betrof een stichting opgericht door een aantal jonge kunstenaars die jonge kunstenaars, waaronder zichzelf, een platform wilden geven in een stad in Nederland. Na het een aantal maanden op eigen kracht te hebben geprobeerd waren ze erachter gekomen dat het leiden van een stichting minder eenvoudig was dan het leek maar, veel erger nog, het was inmiddels ook zoveel werk geworden dat ze niet meer toekwamen aan het maken van kunst en daar was het uiteindelijk allemaal om begonnen.
Deze jonge kunstenaars hebben er desondanks toch blijk van gegeven over bestuurlijke capaciteiten te beschikken, want ze onderkenden de situatie en besloten om hulp te zoeken. Iets wat een goed bestuurder doet in zo’n situatie. Tijdig hulp zoeken is een kwaliteit waar veel bestuurders helaas niet in ruime mate over beschikken. Deze kunstenaars wel en ons werd gevraagd om hen op het goede pad te zetten. De collega en ik zijn afgereisd en begonnen met wat wij intern in dergelijke situaties noemen: Triage en Stabiliseren, oftewel zo snel als mogelijk in beeld zien te krijgen wat er aan de hand is en wat er speelt, waar loopt het (meeste) bloed uit en hoe, heel belangrijk, ziet de administratie eruit.
Een allereerste stap in dit proces is natuurlijk het opvragen van de statuten en deze eens rustig bestuderen. En zoals met 95 procent van de gevallen van de statuten trof ik hier ook weer een aantal open eindjes aan waardoor niet duidelijk was wie nu uiteindelijk de baas was over wat en wie eindverantwoordelijk was voor welke beslissingen. Na zo’n document doorgeworsteld te hebben vraag ik mij altijd weer af waarom het gedachtegoed van Jurgen Habermas geen verplichte kost is voor aankomende notarissen in studiejaar 1, 2, 3 en voor mijn part in 4 ook. Habermas heeft modelmatig duidelijk gemaakt dat er twee werelden zijn waarmee we rekening moeten houden in ons werken en denken te weten de ‘systeemwereld’ en de ‘leefwereld’. In dit geval vallen de statuten van een stichting onder de systeemwereld; een wereld waarin wordt opgeschreven hoe het hoort of zou moeten werken. De leefwereld is daarentegen de wereld van de bestuurders van vlees en bloed die met elkaar samen voor de stichtingen werken en dit mede moeten doen op basis van de statuten. Het zou zo fijn zijn als notarissen er blijk van geven te snappen dat wat zij oppennen in de systeemwereld alleen zinnig en zinvol is als bestuurders in de leefwereld ermee uit de voeten kunnen en daarom zou ik willen pleiten voor een leefwereldcheck door notarissen op statuten: is wat zij opschrijven ook daadwerkelijk door mensen van vlees en bloed uitvoerbaar en wel zo dat de mensen eendimensionaal snappen wie welke initiatieven mag of moet nemen en wie waar voor verantwoordelijk is en wordt gehouden? Dit zou veel ergernissen en aanpassingen aan statuten voorkomen. Terwijl ik dit typ bedenk ik mij ineens: het zal toch geen onderdeel van hun verdienmodel zijn?! Nee, daar zijn notarissen te integer voor. Toch?
En de stichting die wij helpen, u raadt het al, daar gaan we maar een reglement opstellen om alles, wat niet eenduidig uit de statuten blijkt, te regelen. En niet omdat het kan, maar omdat het moet!
►Wilt u meer bijdragen lezen van DDB-Expert Gert van der Houwen? Klik hier.
Governance & Finance