Hoed u voor directeuren die ondernemer worden...

Binnenkort verplicht op de deur van filantropische organisaties...
Binnenkort verplicht op de deur van filantropische organisaties...
29 juni 2016
Opinie | | Validatie & Toezicht

FWIW#48[1]

 
In december 2008 schreef ik iets over toezicht. Een jaar daarvoor had ik bedankt voor mijn laatste toezicht (compliance) klus bij een offshore beleggingsfonds. Het was de tijd dat toenmalig minister Bos wist te vertellen dat het toezicht in de financiële sector in Nederland misschien wel beter was geregeld dan in de VS. Leuke tijd dus. Er gebeurde van alles.
 
In die column uit 2008 stipte ik de beweging aan waarbij de eerste goede doelenorganisaties van het ‘klassieke’ organisatiemodel naar het nieuwe model gingen overstappen. Van een bestuur met een directeur naar een raad van toezicht met een directeur–bestuurder.
Ik schreef toen: ‘… veel bestuurders zijn niet klaar voor hun rol als toezichthouder. Ze hebben onvoldoende afstand, overzicht en zullen altijd netjes de agenda volgen die de bestuurder op tafel legt. En verder vinken ze het jaarlijkse lijstje af. Daar komen ongelukken van, ook omdat er geen extern toezicht is van zoiets als een ‘Autoriteit Filantropische Markten’.
Juist in een Raad van Toezicht en bij zo’n externe toezichthouder moeten mensen zitten die onorthodoxe vragen durven te stellen.  Bij voorkeur op het verkeerde dan wel onaangekondigde moment. Het af te vinken lijstje gebruiken zij om op de achterkant te schrijven wat ze nou echt eens zouden willen weten. Niets is zo gevaarlijk als een unaniem applaudisserende Raad van Toezicht.’
 
Inmiddels gaan de diverse stichtingen in Goede Doelen Land door met het omwisselen van hun bestuur naar een raad van toezicht. Vaak met dezelfde mensen, die niet door hebben wat die rolwisseling nou precies voor de organisatie zou moeten betekenen. En inmiddels is de westerse wereld en dus ook de AFM doorgegaan met de verschuiving van principle based-toezicht naar rule based-toezicht.
 
In 2012 schreef prof.dr.ir. Rienk Goodijk het boek Falend toezicht in semipublieke organisaties?.
Zijn betoog was dat Vestia, InHolland en al die andere kleinere en grotere rampen die de laatste jaren voorbijtrokken, het gevolg zijn van het simpelweg overnemen van het toezichtsmodel uit het bedrijfsleven naar geprivatiseerde ziekenhuizen, hogescholen en corporaties. Hij maakt daarbij gewag van het probleem dat er dingen fout gingen op plekken waar ambtenaren ondernemer ‘moesten’ worden.
 
Het was (en is) erger.
Ook op al die plekken waar de directeur-bestuurder onder de raad van commissarissen of een raad van toezicht ineens de ruimte kreeg om vanuit zijn voormalig positie als manager door te groeien naar de zo felbegeerde positie van ondernemer ging het fout.  Met de diverse banken als voorbeeld en de bijbehorende gebeurtenissen als bewijs.
 
Een van de laatste sectoren waar managers ondernemer mogen gaan spelen als directeur-bestuurder onder een raad van toezicht, of ‘een bestuur op afstand’, is de goede doelensector. Iedereen die zitting neemt in een ‘bestuur op afstand’ of een raad van toezicht bij een goede doelenorganisatie moet kennisnemen van het werk van Goodijk.
Nu kan het nog.
 
[1] FWIW staat voor: For What It’s Worth. Maar ook voor For Whoever Is Wondering en voor; Forgot Where I Was.