De liberalisering van de Nederlandse kansspelmarkt is niet meer tegen te houden. De Nederlandse overheid heeft samen met de huidige vergunninghouders een lang en dapper achterhoedegevecht gevoerd, maar het eindspel is aangebroken. Nu de markt opengesteld wordt voor online-gokgiganten vrezen de goede doelenloterijen en hun beneficiënten dat de jaarlijkse afdracht aan goede doelen van 750 miljoen euro (inclusief de opbrengsten van de kansspelbelasting) op de tocht komt te staan. De goede doelenloterijen en haar Goede Doelen (lobby)Platform waarschuwen hiervoor om begrijpelijke redenen al geruime tijd. Pas vrij recent zijn nu ook de beneficiënten echt wakker geworden.
Terwijl iedereen ach en wee roept, doet SBF-voorzitter Van Eijck wat je mag verwachten van een Binnenhof-kenner: van een bedreiging een kans maken. Goede doelenloterijen moeten in staat gesteld worden hun afdracht aan de samenleving juist te verhogen, aldus Van Eijck. Die snapt dat bij gebrek aan een overkoepelende kabinetsvisie in elk geval de minister van Financiën tevreden gehouden moet worden: hoe meer burgers hun eigen broek ophouden, hoe minder druk op de schrale staatskas. En als we toch bezig zijn, zo redeneert Van Eijck, waarom dan niet de verkoop van staatsbedrijf Holland Casino gebruiken om de filantropie te versterken in plaats van een of ander bodemloos gat te dempen?
Ik vrees echter dat Van Eijcks oproep aan dovemansoren gericht is. De pragmaticus Rutte heeft nooit de indruk gemaakt te bouwen aan een ‘Big Society’: ondanks convenanten, verhevigde lobby en veel lippendienst is filantropie nog steeds niet meer dan een platgeslagen mug in een oververmoeid regeerakkoord. Burgers weer in hun eigen (financiële) kracht zetten: daar zou ieder liberaal hart een tel van moeten overspringen. Juist nu de nood het hoogst is.
Loterijen