Gebeurt het je wel eens, dat je iets opvalt maar je je gedachten niet uitspreekt? Niet het moment, je bent misschien de enige, wat als je het verkeerd ziet, het is te persoonlijk, een slechte ervaring, allemaal redenen tot zelfcensuur. Ook bestuurders en toezichthouders maken afwegingen zich al dan niet uit te spreken. Maar met welk effect? Het ongezegde kan onbedoelde bijwerkingen hebben; niet altijd positief. Je bent dus net zo verantwoordelijk voor wat je zegt als voor wat je níet zegt.
In de top van de organisatie komen al die processen voor die ook in andere groepen spelen: patronen van macht, reputatie, invloed, onuitgesproken beelden en verwachtingen, acceptatie en uitsluiting, wisselende coalitievorming, concurrentiestrijd, gekwetste gevoelens, groupthink of tunnelvisie. Over Petri Hofsté, momenteel de machtigste commissaris van Nederland, zeggen collega-commissarissen in het FD ‘Zij durft vragen te stellen die de rest van ons alleen maar denkt’. Zij kennen haar moed toe die blijkbaar nodig is om je uit te spreken binnen de groep. Het lijkt een open deur, maar zo eenvoudig is dat dus nog niet. De onderlinge dynamiek hoog in de organisatie kan dus op heel veel manieren invloed hebben op de organisatie.
Het niet gevoerde gesprek
Governancecodes en wet- en regelgeving zijn kaderstellend voor het gedrag van toezichthouders. Volgens Marilieke Engbers in haar boek ‘Onder commissarissen’ zijn deze regels gebaseerd op de aanname dat mensen op basis van argumenten, na goed overleg, goede besluiten nemen en dat optimale taakverdeling tot een beter en efficiënt resultaat leidt. En wordt ervan uitgegaan dat deze commissarissen alle relevante informatie delen en zeggen wat ze denken. Maar mensen zijn helemaal niet zo rationeel als vaak wordt verondersteld.
Onder de waterlijn
Door het persoonlijke aspect te vermijden blijft governance beperkt tot het toezicht op het beleid en gaat het voorbij aan het feit dat er altijd menselijke handelingen zijn die aan prestaties ten grondslag liggen. De kans dat er zaken onder de waterlijn zwemmen, is levensgroot. Ga maar na in je eigen omgeving. Is er sprake van een niet gevoerd gesprek? Hoe lang al? En met welk effect, schat je in?
De vraag is in hoeverre toezichthouders weten wat ze aan elkaar hebben. Teamgevoel, kennis van elkaars motivatie en drijfveren, maakt het gemakkelijker om elkaar aan te spreken en sneller zaken aan te kaarten of twijfels te uiten. ‘You can’t change what you do not acknowledge,’ zegt Dr Phil in zijn talkshows. Ken je elkaar beter, dan wordt het mogelijk om onzichtbare patronen zichtbaar te maken, antennes af te stellen op emoties en blinde vlekken en is er meer ruimte om het ongezegde uit te spreken.
Het pleidooi van Marieke Engbers voor het menselijker maken van toezicht, ondersteun ik voluit. Het zal de effectiviteit van de raad enorm verbeteren. Het enige dat dit vraagt is een gezonde dosis durf.
Lees tip: Onder Commissarissen van Marilieke Engbers