Deze week presenteert Ans Verstraeten in FM haar onderzoek naar jaarverslagen van goede doelen. Ze focuste op de verantwoording van het maatschappelijk rendement. Hoe rapporteren goede doelen over de impact van hun inspanningen? Verstraetens conclusie stemt overeen met mijn eigen observatie: veel woorden en mooie plaatjes in vuistdikke jaarverslagen, maar bedroevend weinig impactwol. Om het plastisch uit te drukken: we krijgen wel te horen dat er 50 ambulances zijn geleverd aan een Afrikaans land, maar of die nog rondrijden (reserveonderdelen, benzine) en een wezenlijke bijdrage leveren aan de verbetering van de gezondheid van de inwoners? Vertellen wat je doet, is wat anders dan vertellen wat je bereikt. Was er een verschil geweest als de interventie niet had plaatsgevonden? Aan de ‘theory of change’ komen goede doelen nog niet of nauwelijks toe, enkele uitzonderingen daargelaten. Dat zit ‘m in een combinatie van factoren: de cultuur (maatschappelijke ondernemingen zijn vaak bang om te ‘bedrijfsmatig’ te worden) en de angst voor of onbekendheid met meetmethoden (‘ons werk kun je niet in getallen uitdrukken’). Daar zal verandering in moeten komen wat mij betreft. Impactmeting is geen doel op zich, maar een middel voor (met name) goede doelen om meer te sturen op rendement én een middel om draagvlak in de samenleving te krijgen en vast te houden. Als dat te bedrijfsmatig klinkt, zou ik graag refereren aan de bekende uitspraak ‘there’s no profit, like non profit’. Ben benieuwd of de jury van de Transparant Prijs op dit punt eens echt haar tanden wil laten zien.
(Social) Impact