‘Ik wil geen academicus in een ivoren toren zijn’
Al vier keer eerder stond hoogleraar Strategic Philantropy and Volunteering Lucas Meijs in de DDB100 als vast onderdeel van de top 30. Of hij dit jaar weer tot die top 30 behoort is nog onbekend, maar zeker is wel dat Meijs op alle mogelijke manieren met het werkveld verbonden is. Zowel als hoogleraar als onderzoeker als bestuurder. Meijs: ‘Ik vind het heel belangrijk om verbonden te zijn met het spel, ik wil geen academicus in een ivoren toren zijn. Een plaats in de DDB100 is een van de erkenningen dat die connectie er ook echt is.’
Loopbaan
Hoewel hij blij verrast is dat hij ook dit jaar weer tot de meest invloedrijke spelers van de filantropie behoort, verbaast het hem niet. Meijs: ‘Er zijn maar een paar mensen die zich bezighouden met kennisontwikkeling in het brede veld van filantropie. En daar ben ik er één van.’
Meijs is hoogleraar Strategic Philantropy and Volunteering aan de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit. Eerder was hij aan dezelfde universiteit bijzonder hoogleraar Vrijwilligerswerk, civil society en ondernemingen. Ook was Meijs raadslid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Daarnaast publiceert hij regelmatig over sociale vraagstukken en is hij lid van diverse besturen en raden van toezicht. Meijs is twee termijnen als eerste Nederlander (en niet Noord-Amerikaan) hoofdredacteur geweest van Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, het wetenschappelijke tijdschrift van The Association for Research on Nonprofit Organizations and Voluntary Action (ARNOVA).
Met zijn proefschrift Management van vrijwilligersorganisaties (1997) was Meijs in de jaren negentig de eerste in Nederland die zich op deze schaal bezighield met het management van vrijwilligers en vrijwilligerswerk. ‘Een van de zeven doodzonden van management is het verspillen van de tijd van vrijwilligers. Daar werd toen nog heel slecht mee omgegaan. Ik ben daar onderzoek naar gaan doen en was samen met Theo Schuyt de eerste die op een academische manier naar filantropie ging kijken. Ik hoop dat mijn werk inmiddels een bijdrage levert aan het tegengaan van de verspilling van de tijd van vrijwilligers’, aldus Meijs.
Pippi Langkous-perspectief
Meijs vindt het niet alleen belangrijk om zich hiervoor in te zetten, maar vooral ook erg leuk. ‘Ik kom heel vaak vrolijke vrijwilligers tegen en vind het geweldig om met deze mensen in gesprek te gaan. Het Pippi Langkous-perspectief dat zij hebben inspireert me enorm. ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’, dat is toch geweldig! Er is in Nederland een grote bereidheid om zelf de handen uit de mouwen te steken, vrijwillige energie. Een hoog percentage Nederlanders doet vrijwilligerswerk. Dat die vrijwillige energie hier zo groot is, heeft met een paar factoren te maken. We zijn natuurlijk altijd een overwegend Protestants land geweest, waarbij de eigen verantwoordelijkheid een grote rol speelde. Bovendien vraagt onze organisatiestructuur om de inzet van vrijwilligers. Dat sluit bij elkaar aan. We hebben hier een gevoel van ‘ik hoor bij de gemeenschap, dus we moeten het samen doen.’ Neem bijvoorbeeld de organisatie van een sportclub. In Amerika gaan mensen geld inzamelen om anderen te betalen om training te geven. In Nederland fiksen we het zelf. Ik vind het ontzettend leuk om daar elke dag mee te maken te hebben.’
Het gewone geven
Meijs is dus trots om wederom deel uit te maken van de DDB100. ‘De laatste jaren is de DDB100 echt meer verankerd in de filantropie. Er staan een heleboel mooie mensen in de lijst, geweldig om daartussen te staan. Ik vind het belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan de personen achter de organisaties, dat werkt verbindend. Belangrijk is dat er niet alleen wordt gekeken naar het grote geld, maar ook naar het gewone geven en het vrijwilligerswerk. Voor mij is er geen essentieel verschil tussen iemand die een postzegelvereniging overeind houdt als voorzitter of iemand die een fonds runt. Ik vind het allemaal even mooi. Werk mag ook gewoon leuk zijn, toch?’
Dit is het vierde deel in de serie DDB100-portretten waarin redacteur Canick Hermans mensen interviewt die dit jaar in de DDB100 staan. Lees ook:
Henk-Willem Laan (het Gehandicapte Kind): ‘Grote idealen en dromen moet je ook concreet kunnen maken’
Maria Westerbos (Plastic Soup Foundation): ‘Ik ben geen activist, ik speel schaak’
Boudewijn Wijnands (Deedmob): 'Millenials willen niet meer werken voor bedrijven zonder purpose'
De winnaar van DDB100 2020 wordt bekendgemaakt tijdens Civil Power op 19 november. Wilt u daarbij zijn, klik dan hier voor meer informatie.
DDB100