Kritiek en wantrouwen
Er is sprake van kritiek op en wantrouwen in de filantropie. Gebrek aan vertrouwen wordt onder anderen geuit door de politiek, de media en het grote publiek. Uiteraard zou men dit kunnen afdoen door te zeggen: we leven nu eenmaal in een tijdperk dat er kritiek is op alle instituties: de overheid, de wetenschap, de rechterlijke macht, de media en dus ook op de filantropie. bracht ik te berde Volgens mij moeten we die kritiek op de filantropie tegemoet treden met durf en moeten we de toegevoegde waarde van filantropie laten zien en daar niet verontschuldigend over zijn.Toch moeten we de kritiek ook weer serieus nemen. In de sluiting van de conferentie liet ik weten dat zelfkritiek nodig is. Het vertrouwen van de samenleving in de filantropie kan niet worden hersteld door een simpele pr-campagne. Om vertrouwen van de maatschappij in de filantropie te herstellen is het nodig dat de maatschappij vertrouwen kan hebben op een vijftal verschillende niveaus. Het zijn als het ware voorwaarden om uiteindelijk in meer algemene zin vertrouwen in de filantropie te herstellen.
Oprechte motieven
Het herstel van vertrouwen van de samenleving in de filantropie kan alleen worden gerealiseerd door van binnen naar buiten te werken en niet andersom. Er zijn geen short cuts noch quick fixes. De vijf niveaus waarop kan worden gewerkt aan vertrouwen zijn: Vertrouwen in de oprechtheid van de motieven waarmee fondsen worden opgezet. Wat drijft een persoon, familie of bedrijf om te komen tot de oprichting van een fonds? Is de drijfveer het neerzetten van een monument voor zichzelf, draait het om het ego van de ‘founder’, zijn er belasting overwegingen in het spel? Of zijn er oprechte motieven om de maatschappij te verbeteren?De juiste keuzes
Behalve vertrouwen in de oprechtheid van de motieven om een fonds op te richten, moet er ook vertrouwen zijn dat fondsen en hun oprichters de juiste keuzes maken met betrekking tot de onderwerpen die men wil ondersteunen. De missie van een fonds moet niet worden gekozen op grond van onderbuikgevoelens. Ook is het belangrijk dat de grondoorzaken van een probleem worden onderzocht voordat fondsen donaties gaan verstrekken.Stimulerende interne cultuur
Het derde niveau om vertrouwen te herstellen heeft te maken met het vertrouwen dat de maatschappij heeft in de interne cultuur van fondsen zelf. Hoe gaat een raad van toezicht of bestuur om met de directie of het management? En hoe gaat het management op haar beurt weer om met de staf? Is het fonds een veilige omgeving? Luistert men naar elkaar, is er een beleid met betrekking tot belangenverstrengeling?Van binnen naar buiten
Bij het vierde niveau gaan we van binnen naar buiten. Het gaat erom dat er vertrouwen is in de wijze waarop fondsen inhoud geven aan de relatie met hun grantees, de partners die zij ondersteunen. Neemt men de grantees serieus, luistert men oprecht naar hen en is men bereid de macht te herverdelen in de richting van de mensen die in het veld de ontvangers zijn van hun filantropische middelen? Beseffen fondsen voldoende dat het maatschappelijk rendement uiteindelijk wordt gemaakt door de mensen en organisaties die bezig zijn met concrete initiatieven.Herstel van vertrouwen
Pas als dit goed is geregeld: oprechte motieven om een fonds te starten, relevante missie kiezen, een stimulerende interne cultuur van een fonds en het oprecht gebruik maken en erkennen van de deskundigheid van grantees, kan men op het vijfde niveau gaan werken aan het herstel van maatschappelijk vertrouwen in de filantropie.Rien van Gendt is expert op het gebied van filantropie. In 2022 verscheen van zijn hand: 'Filantropie terug naar de tekentafel. Een toekomstagenda voor fondsen'.
https://www.walburgpers.nl/nl/book/9789462498624/filantropie-terug-naar-de-tekentafel