Als politiek geïnteresseerde, intensief volger van Amerikaanse politieke campagnes en veertien jaar fondsenwervende en communicatieve ervaring in NGO’s/goede doelen, volg ik de campagnes voor de Tweede Kamerverkiezingen natuurlijk op de voet. Een drietal zaken valt me in de aanloop naar 12 september in het bijzonder op.
Allereerst: de ‘hoeveelheid’ geld die politieke partijen besteden aan de campagnes. Die is eigenlijk marginaal. De ‘grote jongens’ geven tussen de 1 en 2,5 miljoen euro uit. U en ik weten uit onze ervaring met het stimuleren van gedragsverandering en het agenderen van maatschappelijke thema’s, dat je daar niet zoveel mee kunt doen. Waar dat geld vandaan komt? Voor een belangrijk deel bij de Nederlandse belastingbetaler - en een braaf en ouderwets contributiesysteem voor het betrokken kader. Opmerkelijk in een tijd waarin Den Haag tegen grote delen van de samenleving zegt dat ze hun eigen broek op moeten gaan houden. Politieke partijen hangen zelf nog massaal aan het overheidsinfuus… ! Er zijn uitzonderingen – de SP kent een systeem van verplichte salarisafdracht voor politici (en speelt belastingdienstje) en veranderingen zijn op til: PvdA, D66 en VVD hebben (hele) voorzichtige eerste stappen gezet op het gebied van fondsenwerving.
Tweede opvallende punt: de instrumenten die ingezet worden om mensen aan te zetten om op hen te gaan stemmen. Campagnestrateeg Kay van de Linde noemt dat ‘high-gadget/low-strategy’. De PvdA gaat buurtbarbecues af en gaat meer dan een half miljoen rozen uitdelen. Het CDA gaat ijs uitdelen in bejaardencentra en van de SP kun je een gratis strandbal krijgen. Gaat er daardoor iets veranderen? Welnee, mensen raak je door jouw issue op de maatschappelijke agenda te krijgen, ze daarover te informeren en vervolgens te activeren. Weggegooid geld dus al die ‘hebbedingetjes’. Afgezien daarvan: uit onderzoek blijkt dat iets van tachtig procent van de burgers, niet door politici op straat of eigen omgeving aangesproken wil worden! Tijd voor een politici-bel-niet-aan-register? ;-) In ieder geval een instrument dat niet werkt.
Derde opmerkelijke punt: het gebrek aan kennis over wat de kiezers weten, wat hen beweegt en waarom ze op je stemmen. Marktonderzoek wordt sporadisch gedaan, datamining is een onbekende grootheid, hooguit wordt hier-en-daar een focusgroep geconsulteerd en verder worden vooral de verkiezingspolls van Maurice de Hond gevolgd, die niet meer zijn dan dagkoersen. In het bedrijfsleven of in onze sector is het toch ondenkbaar dat je geld en tijd investeert zonder deugdelijke research? Kortom: de Nederlandse politiek doet aan fact-free campaigning.
Kortom: dames en heren politici, u bent welkom in onze sector om te zien hoe je wél campagne moet voeren. En als u er dan toch bent, kom dan gelijk kijken wat onze civil societyorganisaties doen voor de samenleving – want op overmatige interesse daarin kunnen wij u helaas niet betrappen…
Politiek en overheid