Het CBF presenteerde onlangs de eerste State of the Sector; cbf.nl. Degelijk rekenwerk vanuit 641 jaarrekeningen van goede doelen over de periode 2016-2021. Inclusief een analyse van de effecten van de COVID crisis op het reilen en zeilen van de goede doelen. Het rapport lanceert ook een nieuw baken: de Goede Doelen Index.
Deze is opgebouwd vanuit twee dimensies: Maatschappelijke waarde en Financiële gezondheid van de sector. Die Financiële gezondheid ziet er herkenbaar uit voor wie ooit een studieboek bedrijfseconomie ter hand heeft genomen. Maar de gepresenteerde Maatschappelijke waarde van de sector verdient nog wat nadere overweging.
Terecht telt daarin de omvang van achterbannen mee. De aanzienlijke bijdrage van de sector aan het maatschappelijk cement van Nederland kan niet genoeg benadrukt worden. Naast de omvang van de werkgelegenheid in goeddoen, tellen de doelbestedingen hier het zwaarste mee, opvallend ideële waarde genoemd. Die komt overigens op een fraaie 88,7% van de totale uitgaven.
Direct werd vanuit de sector gepleit voor een bredere blik dan alleen op doelbestedingen. Hoezo maatschappelijke waarde als de impact van de goede doelen buiten beeld blijft? Juist CBF en Goede Doelen Nederland hebben toch samen de introductie van impact in planning, realisatie en evaluatie van goeddoen de afgelopen jaren eensgezind gestimuleerd? Natuurlijk is het lastig: impact informatie omvat namelijk niet alleen cijfers, maar vooral ook storytelling en kwalitatieve informatie. Kortom, niet of nauwelijks te aggregeren, laat staan in een index mee te nemen.
Een volgende ‘State of the Sector’ zou gepaard moeten gaan met de weergave van de enorme variëteit aan effecten en impact die goede doelen realiseren. Want er bloeien dagelijks duizenden fraaie bloemen in het land van goeddoen. Vaak in tuintjes waar de overheid niet eens de weg zou weten en waar de markt met een boog omheen gaat. Dichtbij kwetsbare mensen, kwetsbare natuur, kostbaar cultuurgoed en vol grensverleggende innovaties.
Intussen in Den Haag
Intussen dreigt opnieuw een generieke ingreep met nadelige effecten voor goeddoen. Ja, de overheid moedigt Nederlanders via de giftenaftrek al jaren aan om gul te geven aan goede doelen en andere vertolkers van algemeen maatschappelijk nut. Ondanks mooie en ware woorden in vele Kamerbrieven over het grote maatschappelijk belang van de sector, roomt dit kabinet een belangrijke giften stimulerende voorziening af. Over zo’n ingreep in de fiscale aanmoediging tot (veel) geven, bestond vele kabinetten lang een principiële consensus: handen af, niet aankomen.
Hoe pijnlijk dat juist de CDA staatssecretaris deze principiële ban doorbreekt. Terwijl zijn eigen partijgenoten in de Tweede Kamer met het visiestuk Vereniging Nederland pleiten voor herwaardering en stimulering van het maatschappelijk middenveld in al zijn uiteenlopende organisatievormen. Inclusief een warm betoog om de reikwijdte van de giftenaftrek juist te verbreden naar sport- en andere verenigingen. Eindelijk lijkt het CDA adagium niet de markt, niet de overheid, maar de samenleving, concreet te worden ingevuld.
Maar niet door het kabinet. Na moties in de 1e en 2e Kamer bood Marnix van Rij op zich welkome compensatie door het belastingvrij geven vanuit ondernemingen. Maar gulle gevers vanuit privé vermogen ervaren bar weinig van de waardering voor de sector die ook in deze Kamerbrief weerklinkt.
Hen rest nog een sprankje hoop dankzij een globaal geformuleerde motie. Maar de principiële schending van de giftenaftrek blijft helaas overeind. Nu we op weg zijn naar een nieuw kabinet ligt hier een belangrijk aandachtspunt voor de brede sector om voor reparatie te pleiten en de giftenaftrek terug te brengen in zijn historische onaantastbaarheid.
Het herstellen van aanzienlijke maatschappelijke schade (zie:
https://www.sbf-filantropie.nl/beperking-giftenaftrek-leidt-tot-grote-maatschappelijke-schade/ ) moet toch zwaarder wegen dan een schamele 50 miljoen euro voor de staatskas? De waarde van het verstoorde werk van goede doelen, kerken en fondsen beloopt de komende jaren een veelvoud daarvan. Dat zullen we als sector steeds weer met concrete stories moeten illustreren. Toch jammer dat we die impact niet even in een index kunnen vatten…
Jan van Berkel is voorzitter van de Raad van Toezicht van Goede Doelen Nederland en voorzitter van SBF, Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie. Hij schrijft zijn columns op persoonlijke titel.
Goede doelen
Hoe staan we ervoor?
13 juli 2023
Column | Jan van Berkel | Goede doelen
Terwijl het CBF vaststelt dat de sector van goeddoen gezond is en hoge bestedingen aan maatschappelijke doelen realiseert, debatteerde Den Haag opnieuw over alweer een generieke maatregel die het werk in de sector bemoeilijkt.